8.
In de dagen na het concert, raakte ik steeds zekerder om mijn plan te realiseren. Er zaten zo vreselijk veel nadelen aan mijn fantasie, maar het voelde alsof ik moest. Alsof ik geen keus had. Alsof ik kapot zou gaan als ik niets zou doen.
Eerste en grootste probleem was, dat ik gewoon school had in de komende weken. Ik zou op een zaterdagochtend vertrekken, zodat ik in ieder geval 2 dagen de tijd had verder te komen zonder dat het bij leraren op zou vallen. Ik zou dan zeker in Duitsland zijn en de Nederlandse politie had in het buitenland niets meer over me te zeggen, dus dat probleem was ook al voor een deel opgelost. Tweede probleem was dat mijn ouders meteen zouden weten waar ik heen was. Ik had ze al tijdenlang de oren van het hoofd gezeurd om één dag naar Loitsche te mogen, maar ik had altijd even hard ‘nee’ te horen gekregen. Ik had echter het vage gevoel dat ze me heus niet achterna zouden komen, en al zouden ze me zoeken, ik wist me heus wel te verbergen in omliggende dorpen of steden.
Ik had een lijst gemaakt met spullen die ik nodig zou hebben, en realiseerde me dat ik het nog lastig zou krijgen wat eten en onderdak betreft. Maar ik vond het niet zo erg om buiten te slapen, hoe koud het ook was. Als ik een warme deken over me heen had, kon ik overal wel wegdromen.
Ik vertelde niemand over mijn plannen en zelfs Vera kreeg niets te horen. Ik kon niet voorzichtig genoeg zijn, hoewel ik het doodeng vond om in mijn eentje weg te lopen van mijn vertrouwde huis. Het was niet mijn bedoeling mijn ouders pijn te doen, maar het was allemaal voor mijn eigen bestwil. Ik had gewoon geen keus.
Het was woensdag toen ik bij de pinautomaat om de hoek al het geld van mijn rekening haalde. De dag erop kocht ik op het station via het loket een enkeltje Berlijn, omdat dat naar mijn idee het meest dichtstbijzijnde station was dat ik vanuit Nederland kon bereiken, en door een aanbieding naar alle Europese hoofdsteden was ik ook nog een stuk goedkoper uit dan wanneer ik met lastigere omwegen zou reizen. In mijn rugzak waren 3 setjes kleding ingepakt, plus een hele stapel schoon ondergoed en sokken. Ik had geen idee of ik ergens een wasmachine zou kunnen gebruiken, maar ik kon gewoon niet te veel bagage meenemen. Ik had zelfs al mijn teddybeer ingepakt, die ik gekregen had van iemand die me altijd heel dierbaar was geweest, en ik had opladers van telefoon en iPod in een zijvak gestopt. Op vrijdagochtend was ik er zeker van dat ik al het noodzakelijke had, en als laatste pakte ik mijn schooltas in. De tas waarvan ik niet wist hoe lang het zou duren voor ik hem weer nodig zou hebben.
Op school ging alles volledig langs me heen en ik ging kapot van de zenuwen. Het was vreselijk niemand iets te kunnen vertellen en ik had nou al 4 keer nerveus gezegd dat ik dit weekend niets ging doen maar dat ik toch niet mee naar de bioscoop kon. Om kwart over 4 wenste ik Vera een prettig weekend, en ze riep me na ‘Tot maandag!’. Ze moest eens weten. Over 17 uur zou ik in de trein naar Berlijn zitten.
Die nacht kon ik onmogelijk in slaap komen. Bill was afgelopen week heel ziek geworden en het scheen dat hij op dit moment thuis in Loitsche verbleef. Morgen zou ik in Loitsche zijn. Maar ik wilde hem absoluut niet lastigvallen dus ik wist niet goed wat ik moest doen. Ik was bang dat er tientallen fans rond zijn huis zouden zwerven, en het laatste wat ik wilde was Bill tot last zijn.
Om 7 uur stond ik op, aangezien ik nog geen twee uur had geslapen en het al zo licht was dat het nu geen zin meer had het te proberen. Daarbij moest ik over anderhalf uur de deur uit, dus kon ik sowieso weinig langer in bed blijven liggen.
Mijn ontbijt bestond uit een broodje dat ik amper weg kreeg, en ik nam de overige mee voor de komende dagen. Ik had geen idee hoe lang ik precies weg zou blijven en ik had echt niet genoeg geld om meer dan één dag in een restaurant te eten. Ik nam mijn laatste douche thuis, poetste haastig mijn tanden, en propte nog enkele spullen in mijn rugzak. Ik was bloednerveus toen ik de trap afliep, en was blij dat zowel de deur van mijn vaders kamer als die van mijn broertje nog gesloten was. Ik zuchtte toen ik nog even op de bank neerplofte. Mijn ogen keken de vertrouwde huiskamer rond. Ik wist niet of ik het hier zou missen. Ik was al vaak veel langer van huis geweest, maar ik had nog geen idee in wat voor situaties ik terecht zou komen, en hoezeer ik naar mijn eigen huis zou verlangen. Het was 8 uur toen ik naar boven rende en midden in mijn kamer tot stilstand kwam. Ik was een beetje buiten adem omdat ik net twee trappen op was gerend en keek omhoog naar al mijn posters. “Bill…” Ik haalde driemaal diep adem. “Ik zal je missen, denk ik…” Ik slaakte nog een diepe zucht. “Ik denk aan je… altijd.” Ik liep terug naar de deur en drukte mijn lippen tegen een poster die op ooghoogte hing. Ik keek mijn kamer nog éénmaal rond. Ik was er zeker van dat ik deze plek zou missen. Ik was zo graag in mijn kamer, met alle posters, alle herinneringen. “Dag, Bill.” Ik sloot de deur en liep de twee trappen op mijn tenen weer af.
Om tien voor half negen viel de voordeur van mijn huis in het slot. Ik weigerde nog achterom te kijken toen ik wegliep, omdat ik mezelf had voorgenomen het allemaal niet te zwaar te maken. Ik checkte of ik mijn treinkaartje had, en liep met grote passen naar het station. Mijn reis was nu begonnen, en er was nog altijd niemand die wist wat ik van plan was.
Er zijn nog geen reacties.