Er waren wel eens meisjes die met me wilden praten, omdat ze zo hopeloos verloren waren in Bill. Ik praatte altijd netjes terug en deed alsof ik ze begreep, en telkens opnieuw kreeg ik te horen dat ze zich precies als ik voelden. Ik had er een hekel aan als mensen dat zeiden, want ik was er heilig van overtuigd dat ik de enige was. Ik geloofde simpelweg niet dat er veel anderen waren die hun leven zo ver hadden gewijd aan hun idool als ik, of dat er anderen waren die de duidelijke connectie met Bill voelde zoals ik dat deed. Maar iedereen vertelde me hetzelfde. Iedereen kon precies beschrijven wat ik voelde. En iedereen leek dezelfde band met hem te hebben.

Ik was er doodziek van. Ik was niet meer de enige… Hoewel ik een jaar geleden nog als extreem werd gezien, was ik nu gewoon een fan zoals de Tokio Hotel fans nou eenmaal waren. Ik voelde me hopelozer en machtelozer dan ooit. Maar ik gaf nog altijd niet op.

Ik stond te snel op van mijn bed, en duizelig viel ik terug op het matras. Ik kneep mijn ogen stevig dicht en herhaalde mijn poging overeind te komen. Ik wankelde naar de lichtknop, om daarna mijn gordijnen open te schuiven. Het begon net licht te worden, en het miezerde een beetje. Ik zag er nu alweer tegenop zo naar school te moeten fietsen. Hoewel ik eigenlijk meteen al haast had omdat ik iets te lang was blijven liggen, steunde ik met mijn ellebogen op de vensterbank en staarde naar buiten. Er waaide koude lucht door de kieren van mijn raam naar binnen en ik rilde. In Amerika was het nu 1 uur ’s nachts. Bill was in Amerika. Bill lag waarschijnlijk net in bed. En ik begon nu al aan mijn dag…

Opnieuw wreef ik mijn handen over mijn gezicht in mijn poging een beetje wakker te worden. De wereld leek zo wazig… Ik had nog helemaal geen zin om op te staan en met tegenzin deed ik toch maar de dingen die ik elke ochtend moest doen. Ik wist dat Bill vroeger om 5 uur al op moest staan, dus ik verbood mezelf medelijden te hebben over het feit dat ik elke dag om 7 uur mijn bed uit moest. Maar geen medelijden hebben maakte nog niet meteen dat ik ’s ochtends vrolijk naast mijn bed stond zodra de wekker mijn droomwereld ruw verstoorde.

Wanneer ik naar school fietste was mijn hoofd helemaal leeg. Ik voelde me altijd vooral heel moe, en hoopte altijd maar dat ik de hele weg zou kunnen volbrengen omdat het elke dag wel langer en zwaarder leek te worden. Ik kon zo moeilijk doen over dat fietsen, of over school in het algemeen. Maar ik voelde me er gewoon niet comfortabel bij… Ik wist dat Bill nooit naar school fietste, ik wist niet eens of hij wel een fiets had. En school vond ik pure tijdverspilling… Niet alleen omdat ik een hekel had aan leren, maar ook omdat school geen deel was van Bill’s leven. Ik wilde niet dat ik zo’n ander leven had dan hij. Ik wilde weten hoe hij zich voelde en wat hij doormaakte, en school paste daar gewoon niet in thuis.

Ik deed ook haast niets meer voor school. Ik was in de afgelopen 2 jaar 2 schoolniveaus gedaald vanaf het gymnasium maar ik kon er niet warm of koud van worden. Ik wist best waar het aan lag – mijn interesse lag gewoon totaal ergens anders. Ik had bij een schoolpsycholoog gezeten, die eerst maar eens uitzocht of ik niet toevallig een leerstoornis had. Ik vond het allemaal wel grappig, aangezien ik altijd overal de slimste was geweest, en nu zou ik opeens allerlei mankementen hebben waar ik nog nooit van gehoord had. Uiteindelijk werd er geconcludeerd dat mijn geheugen gewoon niet optimaal werkte, en ik kon er slechts om lachen. Ik wist wel beter… Mijn geheugen werkte perfect, maar niet op de gebieden waar ik me niet voor interesseerde. Ik herinnerde elke beweging die Bill ooit maakte in mijn blikveld, elk woord dat hij zei, elke foto tot in het kleinste detail. Maar daar had ik nu niets aan… “Misschien moet je je wat minder op die band richten,” werd me ook nog verteld. Dat was het enige wat indruk op me maakte. De minachting waarmee de grijze vrouw die laatste woorden uitsprak, of de betekenis van die woorden. Me minder op die band richten? Niemand bleek te begrijpen dat het mijn enige levensdoel was, dat ik niets anders wilde dan bij Bill zijn, en me ook niet in kon zetten voor dingen die me niet dichter bij hem zouden brengen.

Mijn schriften hadden nu 1,5 jaar vol gestaan met zijn naam en ik had al heel wat verontwaardigde blikken gezien van leraren die erachter kwamen dat ik nog nooit een aantekening had overgenomen, maar slechts dezelfde combinatie van 4 letters had herhaald. Ik had bepaalde vakken waar ik in 2 weken ruim 3000 keer zijn naam opschreef. Mensen keken me aan alsof ik gestoord was maar ik vond het heerlijk. Ik wilde dat mensen van me dachten dat mijn hoofd leeg was, en dat Bill’s naam het enige was dat daarbinnen nog rondspookte. En op een of andere manier was dat ook zo. Het was het enige dat altijd in mijn gedachten omging en nooit verdween.

Tegenwoordig durfde ik het niet meer. Ik was bijna 16 en voelde me een beetje te oud om me nog zo tegen school te keren, dus maakte netjes het huiswerk dat eigenlijk onder mijn niveau was. In de kantlijnen was zijn naam nog wel eens vol hartjes neergekrabbeld, en soms kon ik het ook niet laten om in grote letters ‘Bill’ tussen een paar regels door te schrijven. Ik moest lachen toen een leraar een schriftencontrole deed, en glimlachend zei dat het goed was, maar ‘dat de naam Bill er toch wel erg vaak tussendoor kwam’.

Ik was altijd trots geweest als een leraar wist wie Bill was. Ik had in de tweede klas ooit een etui gehad met de bandnaam erop, en een leraar had er eens midden in een les op gewezen. “Tokio Hotel is toch een Duitse band? Ik zag er laatst iets over op tv, kan dat?” Ik straalde toen ik er even over mocht vertellen en iedereen luisterde, omdat niemand ooit nog van mijn idolen gehoord had. Of toen ik in de klas een pagina in het lesboek las, en een leraar opeens achter me een vertederd geluidje maakte. Geschrokken keek ik op en hij wees op mijn armbandje met Bill’s naam. “Dat is pas echte liefde.” Ik wist dat ik begon te blozen, en ook dat hij waarschijnlijk dacht dat Bill de naam van mijn vriendje was. Maar ik liet mensen graag in die waan. Het was gewoon stom om verliefd te zijn op een onbekende, een popster die ik volgens anderen toch nooit zou kennen. Maar ik wist wel beter. Ik wist zeker dat we ooit samen zouden zijn. Al was dat misschien de grootste fout die ik maakte.

Reageer (1)

  • SuJuLover

    helaas gebeurd het heel veel mensen; verliefd worden op een onbekend en (nog erger) onbereikbaar persoon :(

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen