Het leukste aan hem is denk ik zijn lach.
Als hij weer eens lacht om mijn onnozele acties, of gewoon naar me glimlacht en niets zegt. Dan wil ik gewoon mijn ogen sluiten en tegen hem aanleunen en hopen dat dit voor altijd blijft duren.
Ik zit op het strand en James zit naast me. Mijn tenen kriebelen in het zand en we hebben het over van alles en niets, terwijl de zon langzaam onder gaat.
‘Kom eens,’ zegt James. Hij gebaart dat ik dichter bij hem moet komen zitten. Voor zover ik kan, ga ik nóg dichter tegen hem aanzitten. Ik leg mijn gezicht in zijn nek.
‘Wat is er?’ Mompel ik zachtjes.
‘Ik wil je gewoon dicht tegen me aan hebben,’ fluistert hij zachtjes terug. Ik kan een glimlach onderdrukken. ‘Ik jou ook,’ zeg ik dan.
Ik ruik zijn geur, proef de zout van de zee op mijn lippen als ik hem een kus geef en ik voel zijn zachte huid in z’n nek. ‘Hoelang nog?’ Vraag ik. Ik weet het antwoord wel, maar toch vraag ik het hem, gewoon om er van zeker te zijn dat ik me niet vergis.
‘Vier dagen.’
Ik knijp mijn ogen dicht en trek James nog wat dichter tegen me aan. ‘No worries,’ zegt hij dan. Ik kijk op naar zijn door de zon gebruinde gezicht. ‘Ik zal je nooit vergeten.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen