Deze is misschien wat korter, maar dan komt het beter uit. ;) Geniet maar gewoon

Professor Zwamdrift haar koffers werden door Vilder naar buiten gebracht. Omber stond er met een vals lachje bij. ‘D…dit kun je niet doen!’zei Zwamdrift snotterend. ‘Z..zweinstein is mijn thuis!’ Omber kwam dichterbij. ‘Zweinstein was uw huis.’ Ik liep nar professor Zwamdrift toe in een poging haar te troosten. ‘Stil maar professor, u blijft hier nog jaren.’fluisterde ik. ‘En u.’ Ik draaide me om naar Omber. ‘Hoe durft u professor Zwamdrift te ontslaan! Wat heeft ze u aangedaan? Niks, toch?’ Ik hield het niet meer en verloor mij zelfbeheersing. ‘Echt waar, ik zou maar oppassen, anders stuur ik…’ Toen hield ik mijn mond. Ik had teveel gezegd. ‘Ander stuurt u wie, mevrouw Jones?’ Ik moest snel iets verzinnen. ‘Anders stuur ik de Centauren op u af, en ze zullen niet genadig zijn.’ Haar glimlach verdween snel van haar mond. Sneep stond ook tussen de leerlingen en keek me waarschuwend aan. Toen keek ik weer vuil naar Omber. Toen kwam professor Perkamentus en maakte een eind aan het hele gedoe. Sneep wenkte me onopvallend. Ik liep zwijgend en met een gebogen hoofd achter hem aan. We liepen naar de kerkers. Eenmaal binnen was hij het die zijn zelfbeheersing verloor. ‘Je moet echt voorzichtiger zijn met wat je zegt, Jones!’schreeuwde hij. ‘Je had jezelf bijna verraden! Gelukkig slikte ze die leugen van de Centauren, en alleen omdat ze dat soort wezens haat!’ Ik was gaan zitten, maar nog steeds met gebogen hoofd, alleen brandden er nu tranen in mijn ogen. Hij zag het en hurkte naast me neer. ‘Het is niet jouw schuld dat je dit alles moet verdragen, maar toch ben jij degene die voorzichtig moet zijn. Ik ben niet boos, ik was alleen bang dat je jezelf ging verraden.’ Hij tilde mijn hoofd op zodat ik in zijn ogen keek. ‘Je kunt het best. Je bent een goede heks, Doris, en je heb je hart op de goede plaats.’ Ik probeerde te glimlachen. Hij ook. ‘Ik hoorde trouwens van Minerva dat je met succes bent getransfigureerd?’ Ik knikte. Ik besloot het hem te vragen. ‘Zag ze nog iets?’ Hij keek me vragend aan. ‘Ik bedoel, op mijn linkerpoot?’ Hij snapte wat ik bedoelde en schudde zijn hoofd. Ik zuchtte opgelucht. ‘Godzijdank.’ ‘Ga nu maar terug naar de rest, ze zullen zich wel afvragen waar je bent. Ik liep de kerkers uit naar de rest.
De komende weken hadden we onze verdedigingslessen. Harry was een goede leraar, en mijn spreukenkennis kwam goed van pas. De lessen waren erg leuk en al gauw had ik veel meer vrienden dan in het begin. Ik was Draco nog steeds niet tegengekomen, waarschijnlijk omdat hij mij meed. Ik was er blij mee.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen