#63.
Ik volgde hen naar hun wagen en stapte vooraan in, naast Bill. Zo was er geen kans dat ik iets zou gaan missen, want als het aan mij lag bleef ik hier nog wel een tijdje. Alles was goed, zolang het maar met Bill was. De motor werd gestart en nog geen paar seconden later schoten de huizen aan me voorbij. “Moesten we ons niet vermommen?” Ik bedacht me net dat Bill en Tom er overduidelijk zichzelf uitzagen. Iedereen zou hen herkennen. “Nee hoor, deze auto heeft geblindeerde ramen.” Het antwoord kwam van Tom die schuin achter me zat. “Maar, stappen we dan niet uit?”
“Niet onmiddellijk nee.” Ik draaide mijn hoofd weg en keek vragend naar Bill die uiterst geconcentreerd zijn blik op de weg gericht hield. Goed, het zag er naar uit dat ik een groot deel van deze namiddag in de auto ging doorbrengen. Ik besloot om Bill ook maar niet te storen, ik zou wel zien waar hij me naartoe bracht. Ik liet mijn hoofd tegen de neplederen leuning zakken en staarde voor me uit terwijl ik alles rondom me goed bekeek. De weg werd steeds drukker, wat wilde zeggen dat we het centrum aan het naderen waren. Heel even schoot ik recht toen ik grote gebouwen langs me zag voorbijgaan. Ik was nog net zo snel geweest om te kunnen zien dat er een groot plakkaat voor hing. Het stadsziekenhuis. Ik liet me snel weer neerzakken toen ik Bill een blik opzij zag werpen. Ik glimlachte kort en sloot mijn ogen toen weer. In gedachten herhaalde ik de afgelegde weg tot aan het ziekenhuis. Die weg mocht ik niet vergeten.
Dat lijkt me net weer iets té standaard.
Reageer (8)
Mooi^^
1 decennium geledenHeel snel verder<3
Waaaat gaan ze dan wel doen? x]
1 decennium geledenIk wil het nú nú nú weten!
Succes met je toetsten deze week! <3
Snel verder <3
Verder!
1 decennium geleden