Dèlivrons-nous du mal
Wist je dat als baby’s geen affectie krijgen, dat hun hersenen zich op een abnormale manier ontwikkelen? Je zou kunnen zeggen dat het robots worden. Ze doen alles wat instinctief in geprogrammeerd staat. Ze eten, ze drinken, ze bewegen, ze ademen. Afwijkende menselijke karaktertrekjes beginnen zich te vormen. In het ergste geval kan het zelfs resulteren in de dood.
Maak kennis met Ryan. Zo op het eerste gezicht lijkt het een normaal jongetje, maar schijn bedriegt.
Ryan brengt de hele dag door in dezelfde kamer. Kleding heeft hij amper aan, een paar lappen stof bedekken zijn schrale lichaam, maar dat lijkt Ryan niks te doen. Hij lijkt niet van deze wereld te zijn.
Af en toe schuurt hij met zijn tengere benen over de koude, betonnen vloer. Hij ligt daar maar, apathisch.
Een paar vroege zonnestralen beginnen zich door de houten planken die voor het raam gespijkerd zitten te steken. Het lijkt net alsof ze met z’n allen tegelijk door één kier willen, maar uiteindelijk worden alle kieren opgevuld door licht. Een zacht licht. Het stof uit de kamer danst in het licht van de zonnestralen. Langzaam kruipen ze omhoog naar Ryan zijn gezicht. Zijn ogen beginnen wild te knipperen. Hij houdt van de zon. Van de warmte die het geeft. Warmte die hij nooit gekend lijkt te hebben. Af en toe vouwen zijn armen zich om zijn lichaam heen. Hij snapt niet waarom, maar het geeft hem een behaaglijk gevoel. Soms zit hij daar binnensmonds te mompelen. Het geeft hem een fijn gevoel. Wist hij maar waar dat gevoel vandaag kwam.
Zware voetstappen komen steeds dichterbij. Elke dag komt diezelfde zwarte schim in de kamer. De schim noemt zichzelf zijn redder. Ryan houdt de schim altijd nauwlettend in de gaten. Als hij de kamer betreedt, dan loopt hij altijd rechtstreeks op Ryan af. Hij reikt altijd zijn hand uit met daarin een sponsig voorwerp. Brood noemt de schim dat. Om op te eten. Wat eten is dat weet Ryan inmiddels wel.
Zo gaat het dag in, dag uit. Hieraan heeft Ryan zijn houvast. Hij is er inmiddels aan gewend om zo behandeld te worden en wie weet voor hoelang het al zo gaat. Af en toe flitsen er plaatsjes door zijn hoofd heen. Van mensen, veel mensen. Soms zelf ziet hij zichzelf omringd door vrolijke mensen, maar die mensen, het vertrouwen in die mensen is verdwenen.
Lang geleden toen de zwarte schim hem meenam, dacht hij nog dat die vrolijke mensen hem terug zouden halen. Na dagen, maanden, jaren kwamen er geen mensen om hem op te halen. Het leven is een leugen, één grote leugen, maar Ryan weet niks meer van zijn leven. Hij heeft de wil verloren om te leven. Soms wenst hij naar een plek waar licht is en warmte. Soms dan krassen zijn vingers tegen de muur. Ze proberen te reiken naar de zonnestralen. Het ontbreekt hem alleen aan kracht.
Een volgende dag breekt aan. De zwarte schim komt net als alle andere dagen weer langs, maar deze keer is het anders. Ryan hoort de zwarte schim hijgen. Zijn bezwete hand bereikt Ryan zijn nek. Met grof geweld wordt hij omhoog getrokken. Oog in oog staat hij met de zwarte schim. Voor het eerst ziet hij vaag zijn gezicht. Vele littekens lijken zijn gezicht te versieren. Dan volgt er een doffe klap. Zijn benen zijn niet langer in staat om hem te dragen. In een fractie van een seconde ligt Ryan op de grond. Licht heeft zich inmiddels om hem heen verzameld. Honderden handen pakken hem beet, ze trekken hem alle kanten op. Ineens uit het niets verschijnt er een hand met een blinkende voorwerp. De hand begint lukraak op hem in te steken met het voorwerp. De steken geven hem een aangenaam gevoel. Endorfine wordt door zijn hele lichaam gepompt. Genot. Zijn hele lichaam begint te kronkelen. Bloed sijpelt langs zijn lichaam over de kille vloer. Zijn ledematen spannen zich aan en ontspannen dan vervolgens.
Een lang pad begint zich te vormen. Ryan loopt over het pad. Hij voelt zich kiplekker. Hij loopt en loopt en loopt en stopt vervolgens. Zijn blik richt zich naar beneden, maar daar is niks te zien. Eén groot, gapend, diep, eindeloos gat. Boven hem schijnt de felle, machtige zon. Een warme, liefhebbende stem trekt hem naar het gat. Hij zet zijn voeten op de rand, spreid zijn armen waarna hij zich vervolgens laat vallen. Hij is vrij.
Theres a light
Theres the sun
Taking all the shattered ones
To the place we belong
And his love will conquer all
Yes his love will conquer all
Reageer (10)
Oh my, I love it.
1 decennium geledenJe hebt het liedje optimaal benut, op een geweldige en originele manier. Ik vind hem erg mooi, alles is goed uitgelegd en ik kon het me inbeelden.
Je hebt een hele fijne schrijfstijl. Heel vloeiend, mooie zinsbouw en voor zover ik heb gezien, geen spelfouten. Ik vond het fijn dit te lezen ^^
Bravo, goed werk ^^
Wauw. Na al die titelproblemen moest ik hem wel lezen & daar heb ik zeker geen spijt van. Luguber, maar wel erg mooi. :')
1 decennium geledenJe hebt het echt onwijs mooi verwoord.
1 decennium geledenHet is ontzettend prachtig geschreven.
<3
Wauuw, deze is echt heel mooi! Goed gedaan!
1 decennium geledenWaauw, echt heel orgineel. Je hebt het goed gedaan, Nynke.
1 decennium geleden