Preparations 3.1
Het was donker buiten, de lampen verlichtten de trein. We reden nu door de tunnel, die het Capitool met de rest van de districten verbond. Ik lag nog steeds op mijn bed en staarde naar het plafond. Verdomme, ik had echt alles verkloot. Na een kwartier minderde de trein vaart en stopte hij. Gelijk was het licht, door alle lichten die bij de camera’s hoorden, die op de trein gericht waren. Ik duwde me van mijn bed af, met tegenzin. Ik pakte mijn spullen bij elkaar en verliet mijn vertrek. Op de gang kwam ik Demian, Sloan en Annabel tegen. Ik zei niets, maar Annabel was nog steeds boos, zo te zien. Demian probeerde me te peilen, denk ik, want hij zat alleen maar naar me te kijken. Sloan daarentegen deed of ik niet bestond. Maar ze had ook al het recht om een hekel aan me te hebben. Toen we de trein uit stapten, waren alle ogen gericht op Demian en Sloan. Omdat Sloan boos was en ook zo keek, werd ze door één van de verslaggevers als gevaarlijk beschouwd. Goed zo, dan had ik dat mooi voor elkaar. Daar had Sloan een voorsprong mee. Maar ik moest rechtzetten wat ik verknald had. Sloan en Demian werden door wat Capitool bediendes naar het correctiecentrum gebracht en Annabel en ik stapten in het busje die ons naar het hoofdkwartier zou brengen. Vanuit daar zou straks, als de tributen in de arena zaten, alles plaats vinden. De onderhandelingen met sponsors, de uitzendingen enz. Maar nu hadden we daar nog een soort van ‘ontmoeting’ met de andere mentoren. En president Snow zou nog een woordje doen voordat de openingsceremonie zou beginnen. Annabel zat tegenover me in het busje. Ze zei geen woord, maar ik wist dat ik het nog wel te horen zou krijgen. Een paar minuten later stopten we voor het gebouw. Het gebouw was rond en de grote zendmast stond midden op een de grote toren.
We stapten uit en gingen het gebouw binnen, door de kolossale deuren. En daar stonden ze. Ik herkende ze aan hun witte kleding. Zes avoxen met een dienblad, waar sierlijke glazen met een doorzichtig bubbelend goedje erin, alsof er iets te vieren viel. Maar uit beleefdheid pakte ik een glas en rook eraan. Bah, hij was nog sterk ook. “Dank je,” zei ik. Maar ik wist dat ik geen antwoord terug zou krijgen, omdat ze niets konden zeggen.
Annabel pakte ook een glas, maar bedankte de avox niet. Links en rechts van me liep de brede en hoge gang mee met de vorm van het pand. Voor me waren de metershoge openslaande deuren van matglas open. Hij leidde naar een wat kleinere ronde hal. Zo te zien was bijna iedereen er al. Ik gooide het glas half achterover en stapte de ruimte binnen. Annabel volgde me. “Wel, wel, wel. Als we daar onze lieftallige Alicedee niet hebben.”
Die stem en de sarcastische ondertoon deden mijn lichaam huiveren.
Ik draaide me in zijn richting en daar stond de grootse zak aller tijden. Super breed van boven en donkerbruine korte krulletjes. “Hallo Jiro, hoe gaat het met je?” zei ik op een meest irritante, vriendelijke manier. Jiro kwam uit District 2 en had de spelen een jaar voor Lexus gewonnen. “Goed. Alleen, dit jaar geen Lexus?” vroeg hij verbaasd.
“Nee, die had belangrijkere zaken aan zijn hoofd.”
Maar Jiro was blijkbaar niet geïnteresseerd in mijn antwoord. Want de blonde Visita kwam aan lopen en gaf hem een zoen op een manier die eigenlijk verboden moest zijn in het bijzijn van anderen. “Hey Alicedee, geen Lexus dit jaar?” vroeg ze toen ze uitgezoend was.
“Nee.”
“Jammer, dan zijn de spelen gelijk een stuk minder interessant.”
Ik voelde me van binnen beginnen te koken. Visita kwam uit District 1, was mooi en een ontzettende flirt. En Jiro, waar ze een paar dagen nadat ze uit de arena terug kwam als winnaar, een stelletje mee was, bleek het geen donder te schelen. Visita had de eerste tributen, die ik gecoacht had, gedood. Zonder verder iets te zeggen, liepen ze samen weg. Ik bleef gespannen en met een stille Annabel naast me bij een staand tafeltje staan. Morena uit district 2 stond met Didier uit district 1 te praten. Thorsten, die vorig jaar gewonnen had, stond samen met Dueca, zijn mede-mentor uit district 4, aan een tafeltje. Ook al kwamen ze uit district 4 en waren het beroeps, met Dueca kon ik altijd wel praten. Misschien had het ermee te maken dat ze Milo’s mentor was. Maar ze was één van de beroeps die normaal deed. Ik liep op haar af. “Dueca!” riep ik.
Ze draaide zich om, “Alicedee! Meisje, hoe is het met je?" vroeg ze en gaf me een knuffel.
“Kan altijd beter, maar over het algemeen goed,” antwoordde ik. “Kon Lexus niet dit jaar?” vroeg ze. “Nee, ik zal het dit jaar alleen moeten doen, Joy is te verzwakt.”
“Nou, succes dan. Dit is trouwens Thorsten.”
Ik gaf Thorsten een hand, “Mooie overwinning vorige jaar,” zei ik. “Dank U.”
Ik voelde me gelijk oud, “Zeg maar gewoon jij hoor.” Hij begon te lachen.
De zware deuren in het midden van het gebouwd, het hart van het centrum, gingen open. 'Het zenuwstelsel', noemden ze het ook wel. “Nou, het is tijd. Gaan jullie mee naar binnen?" vroeg Dueca. We gingen naar binnen. De grote ronde kamer had een grote glazen koepel en honderden TV schermen hingen aan de wand.
De ruimte bestond uit drie halve cirkels. De binnenste, deze was voor de mentoren. De middelste, dit was voor vertegenwoordigers, zoals Annabel. De buitenste, die nu nog niet toegankelijk was, was voor toeschouwers. Als de spelen waren begonnen, mochten mensen van het Capitool daar plaats nemen om te kijken hoe we het deden, maar ze moesten wel stil zijn.
Er waren speciale plekken gereserveerd voor de spelmakers. Seneca Crane, hoofd spelmaker, zat er al, maar algauw waren de andere er ook al. Ik nam plaats op mijn stoel. Annabel zat achter me, in de middelste ring. We zaten van hoog naar laag. District 1 zat helemaal links en District 12 zat rechts. Darell, uit district 12 zat dus rechts van me. De interactieve schermen voor me waren nog niet geactiveerd. Hier kregen we, wanneer de spelen waren begonnen, alle informatie op binnen. Dan werd het stil, stonden we op, begon het volkslied te spelen en zag ik de jonge president, Snow, richting de sprekersstoel lopen. Ik vond het maar een gluiperd. Hij was nog niet zo heel lang geleden aangesteld tot de nieuwe President.
De laatste klanken van het volkslied klonken. En dan begon hij aan zijn toespraak. Hij deed het goed. Hij klonk na zo’n korte tijd al als een leider.
“Vrolijke Hongerspelen! Laat de kans in je voordeel zijn,” daar eindigde hij mee.
We liepen terug de hal in, om ons naar de tributen te begeven die klaar stonden in het correctiecentrum, opgetut en wel voor de openingsceremonie.
“Keaneau en Lucinda hadden zulke mooie ideeën. Ik hoop dat het een beetje overkomt,” zei Annabel. Eindelijk zei ze weer wat. “Keaneau?” vroeg ik. “Jep”
Ik kende hem wel, hij was vorig jaar één van de stylisten van District 12. Vorig jaar deed hij het niet slecht. Ik was benieuwd wat hij verzonnen had.
Reageer (6)
nou door je verhaal over de hongerspelen ben ik nieuwsgierig geraakt heb het boek gister gekoht en een kwartier geleden was het uit heb gelijk deel 2 besteld haha(hoera) ...
1 decennium geledendit vind ik ook weer een super verhaal van je