De rest van de week bestond uit Taylor en Lotte momenten. Blikken en glimlachen. Liefde en haat. Ruzie en handen ongezien aanraken. Rood worden van woede of gewoon je gevoelens weg blozen als een kind. Het waren lange dagen en korte nachten, maar bij beide was hij er een deel van. Het feest haalde ons dan wel weg bij de les, maar de zaken werden daardoor niet makkelijker. Drank, hapjes, licht, het podium en de muziek. De installatie kwam een dag te laat en Kim werd bezig gehouden door nieuwe aandacht van jongens. Haar nieuwe haarkleur werd door iedereen goedgekeurd, vooral door het mannelijke deel van de leerlingen. Ze hingen aan haar vast, droegen alles voor haar en lachten met alles wat ze zei, grappig of niet. Ze leken in een ban, iets wat ik kende. Ieder klein ding dat Taylor deed leek me vast te houden en te doen glimlachen. Ik keek toe hoe hij een schets maakte van de zaal, hoe hij hielp met de dozen verdragen en gewoon een glas water stond te drinken. Alles wat hij deed, deed me denken aan wat mijn moeder ooit tegen me zei; “Mannen zijn in niets goed, maar als je een man vind die daar wel lijkt in te slagen. Een die alles lijkt goed te doen. Dan weet je dat hij de ware is.”
Ik haalde haar woorden iedere nacht weer op en keek dan hoe hij mijn oprit afreed, mijn hand zijn laatste aandacht wegwuivend. Soms bleef hij nog even bij de hoek staan om me aan te kijken maar reed dan toch naar huis, een hoek verder weg dan mijn huis. Zo dicht en toch zo ver weg. Het was moeilijk om thuis te blijven, alsof een kracht me iedere avond weer naar zijn huis leidde. Ik ging niet meer terug naar de wilg maar Kim wel. Op een avond kwam ze thuis en zei ze dat ze Taylor gezien had, verscholen onder de bladeren van de hangende takken. Ze zei dat hij er gelukkig uitzag en naar het water staarde, gewoon staren. Ik kende dat gevoel, dat beeld. Hij zag het ook maar dan door zijn eigen ogen en op zijn eigen manier. De herinneringen van kinderen die op zoek waren naar wat de wereld was en wat hun bij elkaar had gebracht. Die kleine ondenkbare lijn die tussen ons in liep. Het einde van de week viel en de heisa kwam pas dan tot leven. De hele stad stond op zijn kop door de komst van de jongens, onze band. Het meisje was de eerste die ik te zien kreeg. Ik had Taylor beloofd dat ze bij me mocht blijven maar mijn vader stond niet toe dat Jackson bij haar bleef, dus gingen de rest van de jongens bij Taylor zelf blijven. Ze was uitermate vreemd en licht gestoord. Ze had meer haar dan gezicht en een glimlach die ik nooit leek te kunnen doorgronden. De eerste momenten zei ze niet veel, misschien wel omdat ze haar andere helft miste. Ik had het afscheid gezien, ook al had Taylor het meeste van mijn aandacht gekregen. Ze had zich aan hem vast geklemd en was verdwaald in zijn aanraking, iets wat ik weer herkende in mezelf. Dat was het deel waar ik haar begreep. Ze was net als ik en toch anders. Ze wist hoe het was om iemand lief te hebben die onmogelijk leek te zijn. Jackson had maar één zin tegen me gezegd maar uit die weinige woorden had ik wel mijn vriendschap voor hem gevonden. “Taylor praat vaak over je…” had hij naar me gefluisterd toen hij Samii naar me toe duwde. Hij had stralende groene ogen die ik ook bij haar terugvond en krullen die zij ook had. Ze leken zo gelijklopend, in echt precies alles. Ze speelden allebei gitaar en acteerde samen. Ze hielden niet van sushi en schreven de hele dag zinnen op zodat ze een nieuwe song konden schrijven. Heimelijk was ik geamuseerd om ze met elkaar te vergelijken en ook weer neer gehaald; Als ik het vergeleek met mij en Taylor dan vond ik helemaal niets. Geen zelfde trekken, geen zelfde voorliefdes en al helemaal geen zelfde gewoontes. Niets!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen