Matt

“Matt,” riep mijn vader me toe toen ik beneden kwam. “Kom je even helpen koken? Ik heb hier een recept voor... Hoe heette het nou?” Hij keek op het scherm van zijn laptop. “Kangaroe la sagnee.”
Ik zuchtte. “Lasanje.”
“Wat?”
“Je spreekt het uit als lasanje.” Hoofdschuddend liep ik de keuken in en ging op het aanrecht zitten. M’n vader had van veel dingen verstand, maar koken hoorde daar niet bij. Normaal kookte oma altijd voor ons, maar die was voor de gelegenheid de buurt gaan verkennen, samen met opa.
“Oh, juist,” zei pap. “Lasanje..” herhaalde hij onzeker, en toen sloeg hij op de vertrouwde manier besluitvast in zijn handen. “Goed, laten we dan maar gaan beginnen. Even kijken, wat moet er allemaal in?”
We begonnen samen aan het eten. Ik liet de gemakkelijke dingen aan hem over en nam zelf het kangaroevlees. Sinds we hier waren aangekomen hadden we nog niets anders gegeten dan kangaroe. Niet dat het niet goed smaakte, maar je kon ook overdrijven.
We waren net klaar (na een serie van bijna-ongelukken van mijn vader waar onder andere een mes een rol in speelde) toen opa en oma vrolijk binnenkwamen.
“Precies op tijd! Je raad nooit wat we eten, Gran,” riep ik als welkom, terwijl ik de schaal uit de oven haalde. Ze kwam lachend mijn kant op, rook aan de lasagne en fronste.
“Alweer kangaroe?” vroeg ze onzeker.
Ik haalde mijn schouders op. “Het moet toch op voor het bederft.” Ik zette het op tafel en ging zitten. En vertel, wie hebben jullie allemaal ontmoet?
“Nou,” begon opa toen ook hij ging zitten, “er wonen hier in de buurt een hoop aardige mensen. Hier 3 huizen verderop, geloof ik, heeft iemand ons uitgenodigd daar eens te komen eten. Dat is misschien een leuk idee voor morgen?” Hij keek naar pap, alsof hij om toestemming vroeg. Die knikte.
“Ja, dat lijkt me een uitstekend idee, ware het niet dat ze hier veel te laat eten,” zei hij terwijl hij ook ging zitten.
Oma zuchtte geërgerd. “Kom op John, daar moeten we toch aan wennen nu we hier wonen.” Ze schonk een glas water in en ging als laatste zitten. “Hoe dan ook, we hebben ook iemand gezien die jij misschien interessant zult vinden, Matt.” Ze keerde zich naar mij. Ik keek haar verbaasd aan, hoe kon ik iemand interessant vinden als ik nog niemand kende? “Iemand van jouw leeftijd. Zwart haar, verbazingwekkend groene ogen. Roept dat een bepaald beeld bij je op?” ze glimlachte samenzweerderig.
Ik zat verstijfd in mijn stoel. Nee, dat kon niet. Hier, in dit oord? Het meisje van mijn dromen? Ik schudde snel die gedachte van me af, ik begon wel erg eenzaam te klinken, ook al was het in mijn eigen hoofd. Daarnaast had iedereen hier donker haar, en groene ogen waren nou ook weer niet zó zeldzaam. Toch kon ik mijn nieuwsgierigheid niet verbergen. “Waar hebben jullie haar gezien?” vroeg ik.
“Oh, een paar straten verderop.” Zei opa onverschillig. Waarschijnlijk had oma hem nog niet verteld over mijn dromen, want hij leek niets te merken van mijn gespannen houding. “Ze kan niet ver weg wonen. Misschien gaan jullie zelfs wel naar dezelfde school! Zou dat niet leuk zijn?” Vroeg hij geamuseerd, terwijl hij een hap nam. Ik knikte afwezig. Pap begon over iets dat met zijn computer te maken had, maar ik luisterde niet. Hier, in Minyrr? Dat kon toch niet? Ze kon toch niet echt bestaan? Er was maar één manier waarop ik dat uit kon zoeken.
Vanavond ging ik op pad.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen