Wat zijn lidwoorden?
In de Nederlandse taal hebben we drie lidwoorden: de, het en een. Je zet ze voor zelfstandig naamwoorden. Lidwoorden zijn onderverdeeld in twee soorten. De en het zijn de twee bepaalde lidwoorden en een is het onbepaalde lidwoord.

Het bepaald lidwoord
Helaas zijn er hier geen strikte regels voor in het Nederlands. Je moet voor ieder woord apart leren of het een het-woord of een de-woord is. De richtlijn is dat het meestal wordt gebruikt voor zelfstandige naamwoorden die onzijdig zijn (niet mannelijk of vrouwelijk), maar er zijn veel uitzonderingen op die regel, zoals het meisje. De beste manier om zeker te weten welk lidwoord je moet gebruiken, is door het woord in kwestie op te zoeken in een woordenboek of op een website zoals woorden.org of welklidwoord.nl.
      A) de paragraaf, de auto, de tafel, de jongen
      B) het onderzoek, het raam, het huis, het ding
Wel kun je soms aan de vorm van het zelfstandig naamwoord zien of het een het- of een de-woord is. Woorden die in het meervoud staan, schrijf je altijd met de.
      C) de auto's, de tafels, de ramen, de huizen
Verkleinwoorden (woorden die eindigen op -je) zijn altijd het-woorden.
      D) het autootje, het tafeltje, het raampje, het huisje
Tot slot is bij samenstellingen (woorden die uit twee of meer aan elkaar geplakte woorden bestaan) het lidwoord altijd hetzelfde als dat van het laatste woord van de samenstelling.
      E) de school + het plein = het schoolplein
Let op! Verkleinwoorden die in meervoud staan zijn juist wel weer de-woorden. De regel van meervoud gaat dus boven die van verkleinwoorden.

Het onbepaald lidwoord
Het onbepaald lidwoord is een stuk simpeler in gebruik. Een kan bij alle zelfstandig naamwoorden gebruikt worden, zolang ze in enkelvoud staan.
      f) een auto, een autootje, een huis, een huisje

Het of 't en een of 'n
Het wordt soms afgekort als 't. Schrijf dit niet zo, want 't is spreektaal en niet formeel genoeg om in een verhaal te gebruiken. Dit kan wel als het wordt gezegd door een personage dat bijvoorbeeld een beetje slordig praat, maar over het algemeen kun je dit soort afkortingen het beste zoveel mogelijk vermijden. Hetzelfde geldt voor 'n in plaats van een.

Reageer (2)

  • Grindelwald

    Misschien is het ook wel handig om te vermelden dat je bij samenstellingen het lidwoord gebruikt van het laatste woorden.
    Zoals: het tafellaken. Je zegt 'de tafel', maar 'het laken'.

    1 decennium geleden
  • Grindelwald

    't en 'n zijn in een dialoog wel weer toegestaan (als dat typerend is voor het karakter dat aan het woord is).

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen