Hij wachtte me op bij de deur, zakdoeken verscholen in zijn broekzak en een blik die iedereen zo kon doorgronden. Kimey ging me voor de deur, glimlachte naar mijn vader en rende de trap op, gaf me de kans het hem uit te leggen. Hij leek het niet te snappen dat ik niet huilde, dat dit niet weer een van de verschrikkelijke dagen was in mijn waardeloze leven. “Hoe… euhm… was het op school?”
“Ging wel,” mompelde ik, kuste snel zijn hoofd. Ik wou de trap op gaan maar hij hield me tegen,”geen tranen… niets?”
Ik grijnsde, haalde mijn schouders naar hem op. Hij knikte zacht naar zichzelf, liet het tot zich door dringen maar leek het niet te kunnen begrijpen. De treden gleden geruisloos onder mijn voeten terwijl ik naar boven liep. Het voelde vreemd om terug te kunnen denken, zo anders. Al die tijd had hij in mijn hoofd gezeten en nu… was hij weg.
“Ik ben blij dat je terug bent, Lotte…”
Kimey lag ondersteboven op het bed, staarde in een van de magazines vanuit de kast. Ik knikte, ging bij het raam zitten. Zijn schaduw sloop voorbij, maar anders dan de andere keren keek hij niet op. Hij slenterde over straat, keek naar zijn schoenen en leek verdwaald in zijn gedachten en leven. Ik voelde de pijn weer maar niet als anders, deze pijn was nieuw.
“Wat is er?”
Ik schrok op, keek verward naar het meisje op mijn bed. Ik wou antwoorden, iets zeggen maar de letters in mijn hoofd konden geen woorden vormen. Ze bleven gewoon in mijn keel hangen, aan mij om er in te verslikken. Ze stond op, kwam naast me staan, zag hem lopen en zuchtte luid.
“Lotte, waarom vergeef je hem gewoon niet en get it over with!”
Ik hield mezelf stil, liet het door mijn hoofd gaan. Na alles wat ik gepland had, na al die tijd van huilen wraak plannen, leek dit het makkelijkste. Ze kwam naast me zitten, legde haar arm om me heen.
“Jullie hebben toch al vaker ruzie gehad. Die keer dat hij zijn beer kwijt was en jou de schuld gaf?”
Ik lachte,”Hij heeft toen de hele nacht voor het huis gestaan, tot ik hem hielp zoeken.”
Ze knikte,”Dat bedoel ik nou. Je hebt toen de hele nacht helpen zoeken en viel bij hem in zijn boomhut in slaap, om de dag er na te vinden dat hij gewoon onder zijn kussen lag.”
“Ik snap het niet…”
Ze zuchte weer, rolde haar ogen;”Jullie hebben zo vaak ruzie gemaakt maar jullie legden het altijd weer bij omdat jullie zo in elkaar zitten.”
Ze had een punt, maar dit was anders. Nu waren we geen kinderen meer en dit ging niet om een beer, dit ging om een belofte.
“Dit is anders…”
Ze zuchtte, stond op en rende naar de deur, verdween buiten. “Waar ga je heen?” schreeuwde ik door het raam. Ze keerde zich naar me om, trok haar gezicht in televisie blik en trok haar wenkbrauw op.
“Ik… ga het mysterie oplossen…”
Ze grijnsde haar witte tanden bloot, knipoogde en rende de straat uit. Ze zou het erger maken, dat was duidelijk. Hoe ik hier mee om zou gaan? Geen idee…

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen