Even sta ik stil. Mijn neusgaten sperren open en ik probeer alle geuren te filtreren. “Shin, ik moet even wat gaan doen. Ik… moet mijn medicijnen gaan halen thuis. Daarna kom ik terug ik beloof het.” Shin kijkt me even wantrouwig aan, maar zodra hij mijn gezicht ziet, knikt hij. “Doe maar rustig aan.” Ik knik en wacht tot hij naar binnen gaat. Zodra de deur dicht is begin ik te grommen. Het geluid welt op uit mijn keel en vult de lucht van de hele flat. “Ik weet dat je er bent. Laat je zien!” Een vertrouwd duister aura komt tevoorschijn. Hij grijnst en gooit zijn zwarte haar naar achteren. “Wat doe je hier, Yami?” vraag ik langzaam. “Ik kom een einde maken aan jouw afleiding.” Mijn ogen sperren verbaast open. Nee, hij mag ze niks aan doen. Dat gaat niet gebeuren! Een harde grauw ontsnapt mijn keel en ik zak wat ineen, klaar om aan te vallen. Yami is alleen sneller en met een harde klap beland ik tegen de muur. De lucht werd gelijk uit mijn longen geslagen en ik moet naar adem happen. In een beweging trapt Yami me de gang door, en loopt hij naar de deur van het appartement, waar iedereen is. Mijn lichaam is verlamd. Ik kan niks meer en een traan glijdt over mijn wang. Nee, dit mag niet. Alstublieft, iemand. Help ze! Een duister licht glijdt door de lucht en een harde grom vult de lucht. Mijn ogen voelen te zwaar om open te doen, maar toch open ik ze. Een wolf staat voor de deur en zijn rode ogen glanzen. Snel springt hij naar Yami en probeert zijn keel door te bijten. Hij dringt Yami steeds verder de gang in. Woedende grauwen volgen, maar echt doordringen doet het niet. Zacht kreunend kom ik overeind en controleer of alles in mijn lichaam nog goed zit. Daarna kijk ik verbaast naar de wolf, die voor me is verschenen. Hij zit en kijkt me intelligent aan. Zijn ogen zijn vuurrood en hij houd zijn kop schuin. Hij blaft even en daarna is hij weer verdwenen. Mij vol vragen achterlatend. Lang denk ik er niet over na. Ik kijk even naar mijn kleding en zie dat ze nog heel zijn. Daarna klop ik een paar keer op de deur. Een hele bleke Kiro doet open en hij trekt me snel naar binnen. “Wat waren dat voor geluiden?” piept Kiro als we op de bank zitten. “Ik heb geen idee.” Mompelt Yu die zijn armen om me heen slaat en hij legt zijn hoofd op mijn schouder. Zijn hele lichaam straalt spanning uit en ik wrijf zacht over zijn wang om hem wat te kalmeren. Yu zucht kort en kijkt me dan aan. “Het was echt doodeng. Al die grommen we dachten dat er tijgers liepen.” Ik glimlach “Nee hoor, ik was er alleen en een of andere straathond.” De jongens kijken me gelijk vragend aan. “Een straathond? Wat deed die? Hij heeft je toch niet bezeerd?” Ik kijk naar Yu en glimlach geruststellend. “Rustig. Nee, hij deed niks toen hij me zag gromde hij even maar, daarna rende hij weg.” De zwartharige jongen naast me haalt opgelucht adem en legt dan zijn hoofd weer op mijn schouder. Het maakt me ongemakkelijk. Zijn bloed is veel te dichtbij. Maar ik durf er niks van te zeggen. Ik kijk maar weg van hem. Ik probeer geen ogen te ontmoetten, maar het gaat niet. De eerste waar ik op stuit, zijn die van Shin. Die ziet mijn uitdrukking en haalt zijn wenkbrauw op. “Yu, echt als je wilt slapen ga dan naar bed.” Yu komt gelijk van mijn schouder en grijnst. “Klinkt goed, Shin” grinnikt hij en hij pakt mijn hand vast. Ik kom overeind en loop achter hem aan, naar zijn appartement. Ik kan het niet in me opbrengen om tegen te stribbelen en dus loop ik gewoon met hem mee. In Yu’s appartement schrik ik echter. Het is helemaal overhoop gehaald en de geur die er is verspreid maakt me misselijk. Yu kijkt ook verbaast rond en pakt dan iets van de grond en zet het weer op zijn plek. Ik volg zijn voorbeeld. Ook al ben ik hier nog maar èèn keer geweest, toch weet ik alles nog te plaatsen. Alsof ik hier woon. De geur van Yami is echter overal en dat doet me geen goed. Waarom was hij hier? “Yu? Ben je misschien iets kwijt?” fluister ik op een nerveus toontje. Yu kijkt me even aan maar schud dan zijn hoofd. “Alles is hier nog maar, misschien zijn ze wel verder gaan kijken. Laat ik alles maar checken.” Gelijk voegt hij de daad bij het woord en opent de deur naar zijn slaapkamer. Daar is de geur nog sterker. Alsof hij, om mij te kwellen, nog even alles langs zijn lichaam heeft gewreven. “Shit!” Klinkt het ineens. In een stap ben ik bij Yu en kijk hem aan. “Wat is er?” “Ach, laat maar ‘t is niks ik ben alleen een ketting en een shirt kwijt…” Ik kijk Yu aan en knik dan. Een ketting en een shirt… Wat moet Yami daar mee?

Reageer (1)

  • ceauceau

    huh? weird! wat moet een vampier met een ketting en een shirt?
    verder plies! I wanna know!(flower)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen