Foto bij Level 38

Even een groter lettertype voor Natascha's oude oogjes :P


De adrenaline ebde langzaam weg uit Reyans lichaam terwijl hij zijn blik op de enorme boom richtte, die als een treurige wachter boven de open plek uittorende, de blaadjes gevuld met een gele aanslag. Hij had er vanwege de titaan nog geen oog op geslagen, maar nu hij zijn hoofd in zijn nek legde en naar het bladerdek tuurde, voelde hij gelijk een onrust in zijn binnenste opborrelen. Er was geen koelte van de schaduw of de frisse geur van jonge blaadjes, maar eerder een doordringend gevoel van verstikking dat zich diep in zijn wezen nestelde. Hij kon voelen dat zijn spieren onwillekeurig gespannen bleven, alsof zijn lichaam hem ergens voor wilde waarschuwen.
      Terwijl hij de dikke stam naderde, merkte hij een significant verschil op in de bast. Op sommige plekken was de bast donker en gespleten. Het was niet iets dat op het eerste oog zou opvallen, niet opvallend genoeg om er een tweede keer naar te kijken, maar toen Reyan zijn hand er tegenaan legde, leek er iets onder zijn palm te gloeien. Hij trok zijn hand terug en liet zijn blik omlaag gaan, naar de wortels. De dikke wortels die misschien meters diep de aarde in gingen, waren grauw en de bast broos, alsof het zou afbrokkelen als hij het zou aanraken.
      ‘Mooie boom, maar dat was het dan ook.’ Ardin klopte met zijn vuist tegen de bast. ‘Geen bron hier.’
      Kyrin rolde haar ogen. ‘Nee, sukkel. Dat zou ook wel heel makkelijk zijn als het zo open en bloot lag.’ Ze stapte tussen de brede wortels door, haar ogen gefixeerd op de grond. ‘Zie jij daarboven iets, Sohra?’
      ‘Nee,’ klonk Sohra’s stem boven hem. Reyan wist niet hoe ze zo hoog was gekomen, maar ze was alweer beneden voordat hij haar kon roepen. ‘Ik denk niet dat het probleem vanaf boven komt,’ zei hij en wrong zijn hand tussen de wortels. De kwetsbare wortels kraakte onder zijn vingers en spleten doormidden, waardoor er een rode, pulserende ader bloot kwam te liggen. ‘Het komt vanuit de aarde.’
      Fay boog zich over hem heen. ‘Dat zou niemand opvallen als de boom zelf geen tekenen van ziekte zou laten zien.’ Reyan knikte instemmend. ‘Start met zoeken. Er moet hier ergens..-’ Zijn woorden werden abrupt onderbroken door het geluid van brekende wortels en een scherpe gil. Reyan draaide zich met een ruk om, net op tijd om een flits van blonde plukken tussen de wortelen te zien verdwijnen. Het krakende geluid van afbrokkelende aarde vulde de lucht, terwijl een wolk van stof en losse bladeren omhoog waaide.
      ‘Kyrin!’ riep Fay terwijl ze zich hoestend door de stofwolk heen vocht. Vlak voor de plek waar Kyrin in rook op was gegaan, liet ze zich op haar knieën vallen en keek het gapende gat in.
      ‘Voorzichtig,’ gebood Sohra haar, terwijl ze achter Fay ging staan en omlaag tuurde, ‘straks ga je er achteraan.’ De echo van Kyrins stem stierf langzaam weg. Reyan klom behoedzaam over de grote wortelen naar Sohra en Fay. De monding leek op een open wond in de aarde, omlijst door gebroken wortelen en afbrokkelende aarde. Binnenin was het zwart. En toch pulseerde er een zwak rood licht in de ruimte eronder. Te weinig om iets te zien, maar er was geen volledige duisternis.
      Sohra boog zich voorover, haar oren gespitst. ‘Ky?’
      ‘Ik leef nog,’ kaatste Kyrins gedempte stem terug vanuit het donker, gevolgd door gedempt gehoest. ‘Dat was eigenlijk wel leuk.’ Er viel een korte stilte. ‘Wauw.. Jongens, dit moeten jullie echt zien.’
      Reyan wierp een snelle blik naar Fay en Sohra, die hem beide een verontrustende blik schonken. ‘Raak niks aan, Ky,’ riep Fay omlaag. Ardin stond inmiddels naast hen, zijn wenkbrauwen opgetrokken. ‘Serieus? Dáár in?’
      ‘Ben je bang voor het donker, spierbundel?’ klonk het treiterend van beneden. Ze had nét iets te veel plezier in de situatie. Ardins mond trok in een strakke streep. Er trilde een spiertje in zijn kaak, terwijl hij schokschouderde. ‘Oke, maak ruimte, etter.’ Zonder verdere waarschuwing wierp hij zijn benen over de rand van het gat.
      ‘Nee, wacht-’ Reyan stak zijn hand uit, maar voordat hij Ardins mouw kon grijpen, zette de ander zich al af tegen de wortels. Met een doffe schraap gleed Ardin naar beneden en zijn lichaam verdween in de duisternis. Reyan bleef even zitten, zijn hand nog uitgestoken alsof hij Ardins aanwezigheid kon terugroepen. Met een zucht liet hij zijn arm zakken en wreef over zijn gezicht. ‘We hebben nog geen weg terug.’
      ‘Laat dat maar aan mij over,’ zei Sohra terwijl ze een grijphaak en een lang stuk touw uit haar koker haalde. Ze bond het touw stevig vast en haakte de grijphaak achter een paar stevige wortelen. Het andere eind van het touw wierp ze in het gat en hield haar hand met een grijns op. ‘Na u.’
      Reyan keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan, maar er trok een grijns aan zijn mondhoek. Hij trok een keer aan het touw om te testen of deze goed gehecht zat en liet zich het gat in glijden. De wanden waren vochtig, koud en glad genoeg om hem moeiteloos de diepte in te sleuren. Hij gleed zo snel de duisternis in dat zijn voeten binnen een paar tellen grond raakten en hij voorover duikelde voordat hij in gehurkte positie tot stilstand kwam. Hij keek meteen om zich heen en zijn ogen moesten wennen aan de duisternis. Voor hem strekte zich een doolhof van wortels uit, die de grond en wanden vulde met oneindige vormen. Een zachte, rode gloed pulseerde vanaf een kant van de donkere tunnel, als een donkere vlam snakkend naar lucht.
      Reyan klopte de modder van zijn knieën. De lucht was zwaar en drukte op zijn borst, alsof hij door een laag vochtige doeken moest ademen. Achter zich kon hij geschraap in de tunnel horen en zette een stap opzij. Fay duikelde langs hem heen over de grond, maar stond met een lenige beweging weer overeind. Niet veel later kwam Sohra omlaag, haar voeten standvastig onder zich alsof de gladde ondergrond geen impact had op de schutter. Ze keek met een scherpe blik de ruimte rond. ‘Duurde even,’ klonk Ardins stem ergens verderop, zijn silouette een donkere aftekening tegen het rode schijnsel.
      Reyan volgde de dikke wortels, waarin rode aderen zichtbaar onder het oppervlak pulseerden, terwijl ze diep de grond in verdwenen. Aan de achterkant van de ruimte spreidden kluwen rottende wortels zich uit over de volledige breedte van de wand met daartussen een dun, bijna doorschijnend vlies, als de zwemvliezen van een kikker, maar dan dieprood en gloeiend. Overal waar Reyan keek, groeiden klonterige, rode gezwellen uit de wortels, opgezwollen en glanzend alsof ze op het punt stonden open te barsten.
      ‘Dit voelt niet goed,’ zei Fay zachtjes, haar stem trilde. Reyan was het met haar eens. Het aanblik gaf Reyan het gevoel alsof er een steen in zijn maag lag. Het was onnatuurlijk, onheilspellend. Hij voelde het, net als de rest. Ardin pakte Kyrins pols ferm vast toen ze haar hand naar een van die gezwellen uitstak. ‘Niet doen.’ Hij wierp haar een waarschuwende blik.       ‘Je weet niet wat het is.’
      ‘Is dit de bron?’ Er klonk iets van nieuwsgierigheid in Sohra’s stem, onderbouwd door een huiverende trilling. ‘Waar is de mana?’
      ‘Als het de bron was, dan is het dat nu niet meer,’ mompelde Reyan, zijn ogen gefixeerd op het pulserende rode vlies. Het rood in de ogen. Dit is het. Dat kan niet anders. Hij voelde de magie in de ruimte, maar het was verkeerd. Verdraaid. Alsof de natuurlijke stroom van mana vergiftigd was. ‘Dit is hoe ze besmet raken. Wat hier ook is gebeurd, het heeft de bron besmet en elk monster dat eruit komt.. We moeten hier niet te lang blijven.’
      Net toen hij dat zei, trilden de wortels kort voordat ze zich samentrokken. Het was subtiel—een rimpeling die door de ruimte trok—maar onmiskenbaar. In het centrum van de wand begonnen kluwen wortels uiteen te wijken, alsof ze openvouwde en een net van rood vlies ertussen spande, dreigend en pulserend. Het was alsof zijn lichaam hem waarschuwde, want hij zette het zonder zich het te beseffen een paar passen achteruit. Het vlies bewoog, alsof er vanachter iets tegenaan drukte en langzaam door het vlies brak. Een slijmerige, kronkelende massa wrong zich uit het vlies, druipend van een dikke, rode vloeistof en met twee bloed vergoten ogen. Reyans pantservuist activeerde bijna uit zichzelf toen de slijmerige bludhoof middenin de ruimte bleef staan, afwachtend, alsof het niet volledige bewustzijn had.
      Het geluid van een wapen schrapend over de vloer en binnen enkele seconden had Ardin zijn breedzwaard dwars door het logge lichaam gestoken. Maar in plaats van uiteen te vallen in de gebruikelijke gouden glinsters, scheurde het lichaam open als overrijp vlees en spatte een bloedrode, klodderige smurrie door de ruimte. Reyan verschool zich razendsnel achter een krachtveld en keek toe hoe de drap langs de paarse bolvorming omlaag droop.
      Ardin stond verstijfd, zijn lichaam onder de rode drek en zijn zwaard nog vooruitgestoken tot hij van zijn tenen tot zijn kruin zichtbaar rilde en hij krampachtig het heft losliet. ‘Gatverdamme.’ Met wilde bewegingen probeerde hij de smurrie van zijn armen te schudden. ‘Wat is dit nou weer?’
      Kyrin schaterde het uit van het lachen. De klodders drek in haar haren leken haar niet zoveel te deren nu ze de ravage zag waar Ardin in verkeerde. Fay keek met een frons naar de rode smurrie die tussen de wortels sijpelde. ‘Dat heb ik een monster nog nooit zien doen.’ Ze knielde naast een dikke klodder smurrie neer en goot een deel ervan in een leeg flesje.
      ‘Ik ben helemaal klaar met die smerige bron,’ bromde Ardin en liep met grote passen naar het touw dat uit het open gat hing. Reyan moest zijn lach inhouden toen er een reeks vloeken volgde terwijl Ardin zichzelf omhoog hees. Toch gleed zijn grijns weer van zijn gezicht toen Fay opstond en het goedje in het flesje heen en weer deed glijden. ‘Misschien kunnen de alchemisten hier wat mee.’
      Ze verlieten de bron door het gat. Reyan trok Fay het laatste stuk omhoog uit de opening. Ardin stond een paar meter van hen vandaan zijn haar uit te spoelen met water uit zijn veldfles en gooide zijn doorweekte lokken achterover. ‘Dat was echt goor.’
      ‘Waarom ontplofte dat ding ineens?’ vroeg Sohra.
      ‘Misschien omdat deze “vers” was?’ opperde Kyrin maar Fay haalde haar schouders op. ‘Dat is iets voor de alchemisten en oogsters om uit te zoeken. Ik heb een monster opgevangen voor hen om te onderzoeken.’ Ze klopte op haar buideltasje. ‘Maar laten we eerst hier maken dat we wegkomen voordat die titaan weer verschijnt.’
      Kyrin plukte onberoerd een van de klodders uit haar haar. ‘Moet die niet ook uit dat gat komen?’ Ze wierp een schuine blik op de enorme boom. ‘Lijkt me behoorlijk krap.’
      ‘Je zag hoe de wortels bewogen daar beneden,’ zei Fay en keek bedenkelijk naar het wortelstelsel. ‘De boom leeft door de bron. Dat is waarschijnlijk ook hoe het ruimte maakt voor nieuwe monsters, door de wortelen opzij te laten.'
      ‘Ik ga daar niet op wachten,’ zei Reyan stellig en probeerde zo snel mogelijk zo veel mogelijk afstand tussen hem en de boom te creëren.





Reageer (2)

  • Ringwraith

    Wauw die bron en dat monster dat geboren werd was echt zo goed beschreven!

    7 maanden geleden
  • LynnBlack

    Ik heb nooit echt Stranger Things bekeken maar dit doet me er somehow aan denken, maar dan in betere vorm, minder eng, denk ik :) Oprecht goed geschreven!

    9 maanden geleden
    • Laleah

      Hahaha nou zoiets zou zó in dat plot passen! :')

      9 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen