Lukan kuchte kort en zei toen: ‘Ik begreep van Matthias dat je wat gedoe had met Lysanne.’
      ‘Oh.’ Stomme Mattie - waarom had die dat nou verteld? ‘Ja. Een beetje.’
      ‘Komt het door - nou ja, mij?’ Hij vroeg het aarzelend.
      Floor wist even niet wat ze moest reageren. Kwam het door Lukan? Deels. Het grootste deel kwam doordat Lysanne haar keihard had voorgelogen in de afgelopen jaren, maar Lukan was er wel onderdeel van geweest. ‘Er speelt - veel.’
      ‘Wil je erover praten?’
      ‘Ik heb het er al genoeg met Mattie over gehad.’ Floor wist zelf niet eens waarom ze ineens koel klonk, of waarom het haar irriteerde dat hij over Lysanne was begonnen.
      ‘Je hebt gelijk, sorry.’ Nog steeds klonk Lukan niet als zijn gebruikelijke charmante zelf. ‘En als - als ik een rol in jullie ruzie heb gespeeld, dan spijt me dat heel erg. Ik heb het allemaal niet zo handig aangepakt.’
      Omdat ze niet zo goed wist wat ze daarop moest reageren, mompelde ze: ‘Het valt allemaal wel mee.’ Ze wist niet waarom het zo haar zoveel moeite kostte om haar irritatie te onderdrukken. Misschien dat er sinds haar gesprek met Lysanne een soort kraan open was gegaan.
      ‘Dus jullie hebben niet ruzie over mij?’ vroeg Lukan nog een keer aarzelend.
      In haar handschoenen omklemden haar handen de handgrepen van haar fiets wat steviger. ‘Waarom zouden we ruzie over jou hebben?’ vroeg ze met opeengeklemde kaken, al deed ze haar best haar irritatie te verbergen en het op een luchtige manier te zeggen. ‘Daar is toch geen reden voor?’
      Ze bleef stug voor zich uitkijken, zelfs al werd ze toch wel benieuwd naar zijn reactie toen hij een paar tellen stil bleef. ‘Floor…’ zei hij op een manier die haar kippenvel bracht, en dat had niks met de kou te maken.
      Ze arriveerden bij een rood stoplicht en met verkleumde handen drukte Floor op de rem en zette ze één voet naast haar fiets neer. Ze kon er niks aan doen - ze keek naar hem en omdat hij op dat moment ook naar haar keek, trok het kippenvel verder langs haar ruggengraat.
      ‘Je weet wel waarom ik het vraag,’ zei Lukan zacht, en ze had hem niet verstaan als hij niet ietsje naar haar toe was gebogen.
      ‘Zeg het dan,’ zei ze net zo zacht, maar ze wist dat hij haar verstaan had. Hoewel er door de tussenkomst van haar fiets nog een redelijke afstand tussen hen was, ervoer ze het heel anders. Ze kon de wolkjes adem die uit zijn mond kwamen nog net niet voelen. ‘Zeg wat er speelt…’
      Even dacht ze dat hij nog dichterbij zou komen - maar ineens trok hij zich terug.
      Was het stoplicht op groen gesprongen, of trok hij zich weer terug nu puntje bij paaltje kwam? Ze draaide haar gezicht, maar het rode licht gaapte haar nog steeds aan en de afteller was nog maar halverwege.
      Nu voelde ze zich nog minder op haar gemak en daarom bleef ze naar de aftellende lampjes kijken. Kon ze een andere route nemen? Hier rechts afslaan, in plaats van rechtdoor? Ze wist dat ze niet een smoes zou kunnen bedenken waarmee het niet duidelijk was dat ze dit ongemak kwijt wilde raken…
      Ze werd afgeleid uit haar gedachten doordat er plotseling witte stipjes voor het rode licht dwarrelden. En zelfs in de korte tijd dat ze nog stil moesten staan, veranderden die witte stipjes in dikke, witte vlokken - het sneeuwde.
      ‘Nou, het is niet meer droog,’ zei Lukan naast haar. Hij was weer half op zijn fiets gaan zitten en grijnsde schaapachtig naar haar.
      ‘Nee,’ zei ze. Ze wist dat hij refereerde naar het begin van hun gesprek en daarmee boorde hij het kleine beetje hoop dat ze had gehad de grond in. Ze slaakte een onhoorbare zucht.
      ‘Sneeuw is wel een stuk beter dan regen,’ ging Lukan verder. ‘Ik vind het altijd wel sfeervol. Ik hoop dat het blijft liggen.’
      Hoewel Floor het met hem eens was, nam haar ergernis het over. ‘Ik vind het maar koud,’ zei ze. ‘En als het dan weer weggaat, wordt het pap en dat geeft juist een heel trieste aanblik.’
      Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Maar dan heb je toch een paar dagen van het mooie uitzicht kunnen genieten?’
      Ze haalde haar schouders op. ‘In Nederland sneeuwt het tegenwoordig zo weinig en blijft het maar zo kort liggen… Dat is het niet waard.’ Op dat moment sprong het stoplicht op groen. Ze stapte weer op en zei: ‘Ik moet nog even langs de supermarkt, dus ik ga hier rechtsaf.’ Ze glimlachte geforceerd naar hem en fietste toen vlug weg, en liet Lukan verbluft achter.

Reageer (3)

  • Brothersong

    Ik ben het eens met Lukan. Team sneeuw.

    10 maanden geleden
    • Caverna

      Haha ik oooook

      10 maanden geleden
  • Frodo

    Urgh deze twee moeten echt leren om te communiceren. Ze zouden zo mooi zijn samen :(

    10 maanden geleden
  • AMuppetOfAWoman

    Weer een kneitergoed hoofdstuk, Marjanne! 🫶🏻

    11 maanden geleden
    • Caverna

      Dankjewel ❤️ De laatste loodjes ^^

      11 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen