Hoofdstuk 1.3
Lysanne kwam om één minuut over 8 bij de Gouden Tap aan. Modieus te laat, dan maar, ook al was het niet de bedoeling geweest. Maar hoewel Lysanne nog maar één kruk nodig had, was het opstappen en afstappen van de fiets toch altijd een leuke uitdaging.
Het was rustig in de kroeg. Lysanne was er nog nooit eerder geweest, maar kon door het grote raam naar binnen zien dat het er gezellig uitzag: de muren waren helemaal vol behangen met allemaal afbeeldingen, langspeelplaten en albumhoezen van artiesten; langs de muren bevond zich een heel lange, bordeauxrode wandbank, met allemaal ronde tafeltjes en twee stoelen er tegenover. Helemaal vooraan, voor het raam, stond één lange, houten tafel met veel stoelen, als een soort stamtafel. En in het midden, naast de bar, stonden nog drie hoge tafels met krukken in dezelfde stijl als de stoelen.
Hoewel het licht gedempt was, viel Olivier haar direct op. Hij stond bij de bar en was in gesprek met het barmeisje, die lachte om iets wat hij zei. Er trok een rilling langs Lysanne’s ruggengraat toen ze zag hoe het meisje een blonde lok achter haar oor bracht en haar ogen neersloeg. Macht der gewoonte, dacht ze vlug, want ze was eraan gewend geraakt dat Olivier altijd met alles wat vrouw was flirtte. En dat mocht hij ook, want ze waren nooit exclusief geweest - maar nu hadden ze dat wél uitgesproken.
Olivier stak twee vingers omhoog; de meid achter de bar leek even na te denken en knikte toen. Lysanne probeerde de knoop in haar maag die ze voelde toen hij zijn hand uitstak over de bar heen en even op haar arm legde, te negeren. Het was zijn stamkroeg geweest in zijn bestuursjaar. Natuurlijk kende hij het barpersoneel.
Ze ademde even diep in en uit en liep toen naar binnen. Een warme glimlach verspreidde zich over haar gezicht toen Olivier naar haar keek, haar van top tot teen in zich opnam en dat toen zijn ogen begonnen te glimmen. Hij liep naar haar toe en begroette haar met een kus op haar wang.
'Ga jij maar vast zitten, dan haal ik wat te drinken bij de bar,’ zei Olivier. ‘Kies maar een leuk plekje uit. Wat wil je drinken?’
‘Ik wil wel een Chardonnay,’ zei Lysanne, die besloot voor het tafeltje in het hoekje te gaan. Lekker ver bij de bardame vandaan.
Hou op, Lysanne. Wees niet zo jaloers, riep ze zichzelf tot orde. Dat was onnodig.
Ze nestelde zich op de bank en keek toe hoe Olivier al glimlachend wachtte tot zijn eigen biertje en het wijnglas gevuld waren. Met een brede grijns kwam hij naar haar toe lopen. ‘Eén witte wijn voor de mooie dame,’ zei hij, terwijl hij het glas voor haar neerzette.
‘Nou, dankuwel, meneer,’ speelde Lysanne het spelletje mee, en haar mondhoeken gleden omhoog toen hij tegenover haar kwam zitten. De vlinders fladderden door haar buik - al werden ze omringd door een gezonde portie zenuwen. ‘Wat een leuk plekje. Ik was hier nog nooit geweest.’
Hij glimlachte. ‘Ik ben hier ook al een tijdje niet geweest. Maar het is hier altijd wel lekker rustig - je kunt elkaar nog verstaan. Dat geldt niet voor elke kroeg.’ Hij verschoof zijn stoel ietsje zodat hij wat dichter bij Lysanne zat - en niet langer met zijn rug naar de barvrouw.
‘En je kent hier het personeel ook,’ kon Lysanne het niet laten om te zeggen, al deed ze haar best om haar jaloezie te verbloemen door erbij te glimlachen. ‘Tenminste, zo leek het.’
‘Klopt,’ zei Olivier. Meer zei hij er niet over. In plaats daarvan hief hij zijn glas. ‘Nou, op een leuke avond.’
Ze tikte haar wijnglas tegen die van hem aan en zei: ‘Op een leuke avond.’
Er viel een stilte waarbij ze allebei hun glas aan hun mond zetten om een slok te nemen. Lysanne gebruikte dat moment om een gespreksonderwerp te bedenken. Zij en Olivier hadden regelmatig met elkaar over van alles en nog wat gesproken, maar nooit - zo. Tegenover elkaar, waarbij het doel van de avond was om elkaar beter te leren kennen.
Gelukkig stak Olivier van wal. ‘Ik zie dat je maar één kruk nodig hebt inmiddels,’ zei hij met een knikje naar het ding dat ze op de grond had gelegd. Eerst had ze hem tegen de tafel aan gezet, maar dat stond erg ongezellig en ze werd niet graag aan dat moment in de sportschool herinnerd. ‘Betekent dat dat je voet aan het genezen is en ik me minder schuldig hoef te voelen?’
Ze giechelde - dat moest wel door de zenuwen komen. ‘Minder schuldig, maar je hebt nog steeds wat goed te maken, hoor.’
‘Dat doe ik graag,’ zei hij, en hij leunde ietsje naar haar toe. Zijn bruine ogen fonkelden. ‘Misschien hadden we toch beter bij mij thuis kunnen afspreken.’
‘Nee, nee,’ protesteerde Lysanne lachend. ‘Dat gaan we nu niet doen.’
‘Helemaal niet?’
‘Nog niet.’ Ze wist dat haar ogen nu ook een speelse twinkeling bevatten. ‘Het hele idee van een date is dat je elkaar leert kennen. Op een andere manier dan dat wij elkaar al kennen.’
‘Oké. Wat wil je weten?’
Waarom je gestopt bent met je studie.
De lach op haar gezicht verdween. Nee, als ze daarover zou beginnen, zou dat de sfeer verpesten - en die was nu juist goed. Daarom forceerde ze zichzelf weer tot een glimlach en keek ze om zich heen. ‘Je kwam hier vaak in je bestuursjaar. Hoe was dat?’
Hij grijnsde. ‘Ik heb hier mooie tijden beleefd.’
‘Vertel.’
Dus vertelde hij hoe hij met zijn bestuur kort zou vergaderen in de kroeg en daarna door zou naar een themafeest van de vereniging, maar dat Bernard niet had meegekregen dat ze zich pas ná de vergadering zouden omkleden. Hij zat daardoor een uur in de kroeg als enige in een knalgroene morphsuit: het thema was ‘tv en film’ en ze zouden als bestuur gaan als ‘green screen’.
Daarna vertelde hij hoe Dana, de secretaris van zijn bestuur, ervan overtuigd was dat aan de andere kant van de kroeg Daniël Arends zat, met zijn rug naar hen toe. Uiteindelijk ging ze er, om de rest te overtuigen, naar hem toe - en bleek het een vrouw te zijn. Ze hadden nog nooit zo erg gelachen.
Ook Lysanne schoot in de lach. Olivier wist een verhaal perfect op te bouwen dat de climax goed tot zijn recht kwam, en zijn diepe stem was ontzettend prettig om naar te luisteren.
‘Uiteindelijk heeft Gerald haar nog om haar handtekening gevraagd, en het servetje waar die op staat, heeft het hele jaar op het prikbord in de bestuurskamer gehangen,’ besloot Olivier zijn verhaal.
Het horen van Gerald’s naam bracht haar opnieuw terug naar de realiteit. Het bracht meteen weer irritatie in haar naar boven - en ze werd er wederom aan herinnerd dat Olivier niet meer studeerde, en dat niemand van zijn familie daarvan op de hoogte was. ‘Spreek je je oud-bestuursgenoten nog wel eens?’ vroeg ze uiteindelijk, waarbij ze elk woord had overwogen voor ze die uitsprak. Dit was een veilige vraag, toch?
‘Niet echt,’ gaf Olivier toe - maar daarna hield hij zich stil.
Haar handen begonnen te jeuken. Ze wist dat ze zich op glad ijs bevond. Dat ze weer terug zouden vallen in de patronen van de laatste tijd waar ze zo graag aan wilde ontsnappen. Maar ergens gonsde de stem van Aimee in haar hoofd: je past je de hele tijd aan, aan iedereen. Ook nu was ze zich weer heel erg aan het inhouden. Maar dit tussen Olivier en haar was toch zeker een nieuw begin - en hoe konden ze beter beginnen dan open en eerlijk tegen elkaar zijn? ‘Waarom niet?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Zo gaat dat, soms.’
‘Komt het doordat je niet meer studeert?’ De woorden, die ze zo zorgvuldig voor zich had gehouden, rolden over haar tong.
Er zijn nog geen reacties.