65. Drugs
Ik opende de deur en hapte naar frisse lucht, mijn borstkas voelde strak van alle emoties die ik had proberen te onderdrukken. De koele avondlucht had iets geruststellends, maar die geruststelling verdween onmiddellijk toen mijn blik viel op het balkon verderop. Daar zaten Valerie en Bas samen.
Ik bleef staan, alsof mijn voeten aan de grond genageld waren. Valerie lachte op een manier die ik alleen maar arrogant kon noemen, terwijl Bas net zijn sigaret aan haar doorgaf. Ik fronste. Iets voelde niet goed. Toen ik diep inademde, kwam de scherpe, herkenbare geur mijn neus binnen. Dit was geen gewone sigaret. Het was wiet.
Mijn ogen vernauwden zich terwijl ik hen bleef aankijken, mijn ademhaling versneld. "Wat is hier aan de hand?" vroeg ik geschrokken, mijn blik strak op Bas gericht. Ik probeerde mijn stem kalm te houden, maar mijn hart bonkte in mijn keel.
"Oh, Elise, doe niet zo preuts," zei Valerie met een luide zucht, haar toon vol minachting. Ze bracht de sigaret naar haar lippen, nam een diepe trek en blies de rook met opzet in mijn richting. De geur prikkelde mijn neus, en haar zelfingenomen glimlach deed mijn bloed koken. "Ik heb gehoord dat jij er vroeger ook niet naast hebt gesnoven," voegde ze er nog aan toe, haar ogen glinsterend van uitdaging.
Mijn mond viel open van verbazing, maar ik liet haar woorden zakken zonder ze te beantwoorden. In plaats daarvan draaide ik me terug naar Bas. "Wat is hier aan de hand?" herhaalde ik, mijn stem trillend.
Hij leek alsof hij iets wilde zeggen, maar voordat hij kon antwoorden, stond Valerie op. Ze liep langzaam naar me toe, haar houding volledig zelfverzekerd en haar ogen priemend in de mijne. "Mag die jongen ook nog wat ontspanning hebben nadat jij alles voor hem hebt verpest?" siste ze. Haar woorden drongen diep door, en ik voelde de tranen prikken, maar ik liet ze niet toe. Niet hier. Niet voor haar.
Ik balde mijn vuisten, mijn hart bonkend van woede en verdriet. "Fuck off," siste ik, mijn stem breekbaar maar fel genoeg om Valerie’s triomfantelijke blik kort te laten vervagen. Ik draaide me om en beende terug naar binnen, mijn hoofd bonzend van gedachten en emoties.
Achter me hoorde ik Bas nog mijn naam roepen. "Elise, wacht!" Zijn stem klonk onrustig, maar ik weigerde om te stoppen. Als hij echt met me wilde praten, dan had hij dat daar moeten doen, zonder Valerie erbij.
Binnen in de feestzaal voelde de sfeer plotseling benauwend. Mijn hart bonkte, mijn ademhaling was zwaar en mijn zicht leek even wazig van de opkomende tranen. Ik was zo gefocust op het wegkomen dat ik tegen iemand aanbotste.
"Hey, rustig," hoorde ik Bills stem zeggen. Zijn handen grepen mijn bovenarmen om me te stabiliseren. Zijn gezicht stond bezorgd, zijn ogen zocht die van mij. Hij zag meteen dat er iets mis was.
"Kom," zei hij zachtjes, terwijl hij me tegen zich aantrok. Zijn hand streelde mijn rug in een poging me te kalmeren. "Laten we even naar de kamer gaan."
De kamer voelde stil en zwaar, alsof de lucht gevuld was met de emoties die ik niet meer kon binnenhouden. Zodra we binnen waren en de deur achter ons dichtviel, brak ik. Alles kwam eruit in ongecontroleerde snikken die mijn hele lichaam deden schokken. Bill zat al op het bed en trok me zonder een woord in zijn armen. Zijn warmte en stevige aanwezigheid boden me een kleine houvast terwijl ik huilde als een klein kind, mijn gezicht tegen zijn borst gedrukt.
Mijn tranen waren niet alleen voor het nummer Strange, maar ook voor wat ik net op het balkon had gezien. De aanblik van Bas, mijn beste vriend, die samen met Valerie wiet rookte, was als een klap in mijn gezicht. Alles leek uit mijn handen te glippen — mijn carrière, mijn relaties, zelfs mijn eigen emoties.
Bill hield me stevig vast, zijn hand maakte kalmerende cirkels op mijn rug terwijl ik bleef huilen. Hij zei niets, en ergens was ik hem daar dankbaar voor. Woorden konden nu niets oplossen. Toen mijn ademhaling eindelijk begon te kalmeren, voelde ik hoe hij zijn kin zachtjes op mijn hoofd legde en me iets dichter tegen zich aandrukte.
"Gaat het?" vroeg hij uiteindelijk, zijn stem zacht en voorzichtig, alsof hij bang was om de storm in me opnieuw aan te wakkeren.
Ik haalde diep adem en legde mijn hoofd tegen zijn borstkast, luisterend naar het regelmatige ritme van zijn hartslag. Nog even bleef ik zo zitten, genietend van de geruststelling die zijn aanwezigheid me gaf. Toen vond ik eindelijk de kracht om hem aan te kijken. Mijn ogen waren waarschijnlijk rood en gezwollen, maar Bill keek me alleen maar aan met oprechte bezorgdheid.
Ik knikte langzaam, mijn stem nog steeds broos. "Ik... ja, het gaat wel," mompelde ik. Maar de waarheid was dat het allesbehalve goed ging. Het was alsof er een steen in mijn maag lag die niet wilde verdwijnen.
Bill kantelde zijn hoofd en keek me met een lichte frons aan. "Wat is er gebeurd?" vroeg hij voorzichtig. Zijn bezorgdheid was duidelijk, maar ook zijn ongeduld. Hij wilde weten wat me zo overstuur maakte.
Ik veegde een laatste traan weg en haalde diep adem voordat ik begon te spreken. "Toen ik buiten kwam," begon ik, mijn stem zacht en breekbaar, "zag ik Bas en Valerie wiet gebruiken." Mijn blik gleed weg van de zijne terwijl ik die woorden uitsprak. Het voelde zo fout om dit over Bas te zeggen, alsof ik hem verraadden, maar het zat me te diep.
Bill's ogen vernauwden, en ik zag hoe hij de informatie verwerkte. "Ben je daarom zo van streek?" vroeg hij na een korte stilte. Zijn blik was niet boos, maar eerder verward. Alsof hij probeerde te begrijpen waarom dit mij zo diep raakte. En ik wist precies hoe dit eruit zag — overdreven, bijna dramatisch, alsof ik mezelf te veel liet meeslepen.
Na een paar seconden van stilte liet hij me los en keek me aan. Er was een aarzeling in zijn blik, alsof hij zich schrap zette om iets te zeggen wat hij niet zeker wist of ik wilde horen. Hij sloeg zijn ogen neer en wreef nerveus over zijn knie. "Elise," begon hij voorzichtig, "ik moet eerlijk zijn... Ik heb zelf ook weleens drugs gebruikt." Zijn stem was laag, en de woorden klonken alsof ze met moeite over zijn lippen kwamen.
Ik voelde een korte steek van verrassing, maar geen oordeel. Ik wist dit al. Zijn wereld, de muziekindustrie, zat vol verleidingen, en ik kon me voorstellen dat het soms bijna onvermijdelijk voelde. Maar het deed geen afbreuk aan wie hij voor mij was. Ik legde mijn hand op zijn been en gaf er een zacht kneepje in.
"Weet ik," zei ik rustig. "En dat neem ik je niet kwalijk."
Bill keek me met een mengeling van opluchting en schuldgevoel aan. "Waarom raakt dit je dan zo?" vroeg hij zachtjes, alsof hij het echt wilde begrijpen.
Er zijn nog geen reacties.