Bill boog zich iets dichter naar me toe en zijn stem daalde tot een fluistering, zodat alleen ik het kon horen. “Gaat het?” vroeg hij, zijn toon nu zachter, bijna breekbaar. Ik knikte zwakjes, terwijl ik in zijn donkere ogen bleef kijken. Zijn blik gleed over mijn gezicht, alsof hij elke centimeter wilde controleren op meer verwondingen.
In mijn ooghoeken zag ik hoe Hans naar Paul stapte, zijn houding dreigend. “Hoe heeft dit kunnen gebeuren?” begon hij fel. “Ik dacht dat dit interview goed was gegaan!”
Paul, zichtbaar geïntimideerd, stamelde een antwoord. “Ja... ik… ik dacht ook…”
“Dacht?” snauwde Hans. Zijn toon was scherp en beschuldigend, alsof hij een soldaat ondervroeg. "Dit is onacceptabel!" Ging hij verder. Zijn stem sloeg bijna over van frustratie.
Bill’s blik schoot naar hen, duidelijk bewust van de verhitte conversatie tussen de managers. Hij kwam overeind en richtte zich tot Hans, zijn woede onverminderd. "Daar gaat het niet om, Hans!" schreeuwde hij. Zijn stem galmde door de ruimte, en zelfs Hans leek even uit balans. "Het gaat erom dat Elise aangevallen is!"
Voordat Hans kon reageren, draaide Bill zich naar Jacob, zijn ogen vol beschuldiging. “Waar was jij?” vroeg hij dreigend, elke lettergreep benadrukkend. “Jij weet dondersgoed tot wat die gekke fans in staat zijn! En jij laat haar alleen?!”
Jacob hield stand, al kon ik de spanning in zijn kaak zien. Hij opende zijn mond om te antwoorden, maar ik sprong overeind voordat hij iets kon zeggen. “Bill, nee,” zei ik snel. “Het is niet Jacob’s schuld. Ik wilde even alleen in Brussel zijn en—"
Ik kon mijn zin niet eens afmaken voordat Hans zich in het gesprek mengde. “Luister,” zei hij met een autoritaire stem, terwijl hij recht op mij af stapte. “Dit moet nu stoppen. Tokio Hotel kan geen slechte publiciteit gebruiken. Elise, jij zegt niets meer tegen de pers over Bill. Niet dat jullie vrienden zijn, niet dat jullie een verleden hebben. Gewoon niets meer. Begrepen?”
Ik voelde mijn keel dichtknijpen, maar ik knikte langzaam. "Ja, begrepen," fluisterde ik, mijn blik op de grond gericht.

Bill’s woede leek weer op te laaien. Hij zette twee grote stappen naar mij toe, pakte mijn hand stevig vast en keek me diep in de ogen. “Ik zorg ervoor dat die meisjes het concertgebouw niet binnenkomen,” zei hij, zijn stem laag en dreigend.
"Nee," antwoordde Hans scherp, alsof hij de controle weer wilde overnemen. "Dat zijn betalende klanten. Je weet nooit dat ze iets in onze merch shop gaan kopen."
“Dat maakt me niets uit, Hans!” riep Bill terug, zijn stem opnieuw hard en fel. Hij leek op het punt te staan te ontploffen, maar ik legde mijn hand op zijn arm. "Het is oké, Bill," fluisterde ik. “Echt. Laat maar.”
Bill draaide zijn hoofd naar me toe, zijn blik vol twijfel. Hij leek iets te willen zeggen, maar sloot zijn mond en zuchtte diep. "Oké," zei hij uiteindelijk, al klonk zijn stem onwillig.
Hans, opgelucht dat het gesprek richting een einde ging, rechtte zijn rug. “Goed. Dit is rechtgezet,” zei hij kortaf. Hij draaide zich naar Bill en wees naar de deur. “Bill, meekomen nu.”
Bill keek hem vijandig aan. “Nee,” antwoordde hij. “Ik blijf bij mijn vriendin.”
Hans snoof gefrustreerd. “Je hebt verplichtingen,” zei hij dreigend. “Ga nu.”
Ik voelde hoe Bill’s spieren zich spanden, en ik wist dat hij op het punt stond om te weigeren. Ik kneep zachtjes in zijn hand en sprak rustig: “Ga maar, Bill. Ik zie je straks wel.”
Zijn blik bleef op mij gericht, twijfelend. “Zeker?” vroeg hij zacht, terwijl hij mijn kin met twee vingers lichtjes naar boven duwde om me in de ogen te kijken.
Ik knikte, een kleine glimlach op mijn lippen. “Tot straks,” fluisterde ik terwijl ik zijn hand langzaam losliet.
Met een laatste blik vol zorgen draaide Bill zich om en liep richting de deur, Hans op zijn hielen. Zodra de deur achter hen dichtviel, zakte ik terug in de stoel. Mijn hoofd voelde zwaar, alsof alle gebeurtenissen van de dag plotseling op me neervielen.
“Hoe kan dit ooit nog goedkomen met het management van Tokio Hotel?” vroeg ik hardop, meer tegen mezelf dan tegen iemand anders.
Bas zette zich naast me, zijn hand troostend op mijn schouder. “We komen hier wel doorheen,” zei hij zacht. “We doen dit samen.”
Maar diep van binnen wist ik dat het niet zo eenvoudig zou zijn.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen