De nacht viel stil en zacht over de tourbus. Buiten waren de lichten van de stad al lang vervaagd, en binnenin was alles bedekt in een diepe duisternis die enkel door een sporadisch zwak licht van het dashboard werd doorbroken. Het was een vertrouwde sfeer, het gevoel van een bus die door de nacht bewoog, de zachte trilling van de weg onder ons die ons in een rustige roes wiegde.
Naast me voelde ik de kalme warmte van Bill’s lichaam, en zijn ademhaling had het diepe ritme van iemand die bijna in slaap was. Na deze tweede show hadden we elkaar nauwelijks gezien, te moe om nog woorden te delen en te uitgeput om nog te praten over hoe geweldig de avond was verlopen. De adrenaline van die eerste show, de kick die door ons heen was gegaan toen we eindelijk op het podium stonden en het geluid van de menigte hoorden, had langzaam plaatsgemaakt voor een diepe, allesoverheersende vermoeidheid. Bill’s armen hadden me vastgehouden toen we eindelijk gingen liggen, een geruststellend en vertrouwd gevoel dat ik nu langzaam in mijn halfslaap voelde wegebben.

En toch lukt het mij niet om in slaap te vallen. Ik bleef nog even liggen, starend naar het plafon, en luisterend naar de stilte die heerste in de bus. De rest van de band leek ook in diepe rust te zijn, geen enkele beweging of geluid was hoorbaar in de duisternis. Het was haast magisch, een zeldzaam moment van volledige rust na de drukte en chaos die onze dagen doorgaans vulden. Ik dacht met een stille tevredenheid terug aan het gesprek met Paul eerder die dag. Hij had ons met trots verteld dat de eerste exemplaren van onze CD's al verkocht waren. De vreugde in zijn stem, het gevoel van succes dat ik samen met Bas had gevoeld, klonk nog na in mijn gedachten.
Met die gedachte draaide ik me om en sloot mijn ogen, genietend van het warme gevoel dat zich door mijn lichaam verspreidde. Onze muziek werd gehoord, echt gehoord. De verhalen die we met zoveel passie hadden geschreven en gecomponeerd, vonden nu hun weg naar de harten van mensen die we misschien nooit zouden ontmoeten, maar die zich verbonden voelden door de noten, de woorden. Het voelde alsof al het harde werk eindelijk zijn vruchten begon af te werpen, alsof de opofferingen en lange dagen het waard waren geweest.
Langzaam begon ik af te glijden in een lichte slaap, mijn ademhaling kalm en gelijkmatig. Maar vlak voordat ik in die heerlijke slaaptoestand terechtkwam, voelde ik plotseling hoe Bill zich naast me bewoog. Zijn lichaam draaide zich naar mij toe, en zonder een woord te zeggen, schoof hij zijn arm om mijn middel. Zijn grip was stevig maar zacht, alsof hij me dichter bij zich wilde voelen, alsof zelfs in zijn halfslapende toestand een onzichtbare kracht ons naar elkaar toe trok.

Ik bleef stil liggen, mijn ogen half open, terwijl ik hem in het donkere licht observeerde. Zijn gezicht was zacht en ontspannen, de spanning van het optreden was verdwenen, en hij leek rustiger dan ik hem in lange tijd had gezien. Toen voelde ik zijn hand tegen mijn zij, een lichte druk, onderzoekend en teder. Zijn vingertoppen gleden voorzichtig langs de lijn van mijn heupen, zijn aanraking intens maar rustig. Ik voelde mijn hartslag versnellen terwijl hij me dichter tegen zich aan trok, zijn gezicht zo dicht bij het mijne dat ik zijn adem warm tegen mijn huid kon voelen. Zijn vingers trokken zachtjes aan de rand van mijn slipje, en ik voelde een tinteling door mijn hele lichaam.
Hij bracht zijn gezicht nog dichter bij het mijne, zijn ogen rustten op de mijne met een intensiteit die me bijna verlamde. Ik kon zijn adem voelen, warm tegen mijn huid, terwijl hij fluisterde, zijn stem nauwelijks hoorbaar: “Sttt…”

De ochtendzon was net aan het opkomen toen we in België aankwamen, en het lichte geroezemoes in de kleine keuken van de tourbus wekte me zachtjes. Ik knipperde met mijn ogen en voelde de bekende tinteling van slaperigheid terwijl ik me omdraaide en Bill naast me zag liggen, nog diep in slaap. Het was een rustige, vredige aanblik. Maar zodra ik de geur van verse koffie rook die de ruimte vulde, besloot ik om op te staan en naar de keuken te gaan.
Bill werd wakker van mijn beweging en rekte zich uit, met een tevreden glimlach op zijn gezicht. “Kom, laten we ook maar gaan ontbijten,” fluisterde ik zachtjes. Hij knikte slaperig, zijn ogen nog half dicht, en hees zichzelf omhoog. Samen liepen we naar het keukentje, waar de rest van de band al aan tafel zat met borden vol ontbijtgranen, toast en fruit. Het was een gemoedelijk tafereel, en een deel van me was al blij dat we deze ochtend zonder kleerscheuren van commentaar door zouden komen.
“Goedemorgen!” Bill liet zichzelf in de stoel naast Gustav zakken, pakte zijn mok en nam zijn eerste slok koffie. Zijn ogen glinsterden van tevredenheid terwijl hij even genietend zijn blik over de tafel liet gaan. “Iedereen goed geslapen?” vroeg hij, en hij richtte zich tot Gustav, die er frisser uitzag dan de avond ervoor.
Gustav geeuwde en gaf een duim omhoog. “Beter dan gisteren,” zei hij droog, terwijl hij zijn laatste hap van een toast met jam nam. Bill grinnikte en keek me kort aan, zijn ogen twinkelend met een bepaalde ondeugd. Hij gaf me een snelle knipoog, en ik voelde een lichte blos op mijn wangen verschijnen. Ik glimlachte zachtjes en liet mijn blik even op de tafel rusten, hopend dat niemand onze kleine uitwisseling opmerkte. Het voelde als ons kleine geheimpje dat we de nacht in stilte hadden doorgebracht, en dat het ons gelukt was om de rest van de band niet wakker te maken. Een beetje trots voelde ik me toch wel, en blijkbaar voelde Bill datzelfde.

Maar dat was natuurlijk te veel gevraagd om dit onopgemerkt voorbij te laten gaan. Tom’s ogen rolden overdreven, en hij liet zijn mok met een iets te hoorbare klap op de tafel vallen. “O, god,” bromde hij geïrriteerd, zijn stem vol sarcasme. “Vertel me nu niet dat jullie gisteren weer bezig waren?” Zijn toon was plagend, maar ik kon de onderliggende irritatie ook wel horen.
Bill trok zijn wenkbrauw op en keek zijn broer strak aan, duidelijk niet van plan zich te laten kennen. “Je bent er toch niet wakker van geworden, of wel?” Hij nam nog een slok van zijn koffie, zichtbaar zelfvoldaan, en gaf Tom een uitdagende blik terug. Gustav zuchtte ondertussen geamuseerd en draaide met zijn ogen.
Ik besloot mezelf op de achtergrond te houden terwijl ik de dynamiek aan tafel in me opnam. Het voelde als een toneelstuk dat zich bijna dagelijks herhaalde: Tom en Bill met hun gebruikelijke steekspel, Gustav die rustig bleef en zich amuseerde met hun heen-en-weer gekibbel, en ik, ergens ertussenin, glimlachend om de hele scène.
Gustav schoof zijn bord aan de kant en keek de bus rond, alsof hij iemand miste. “Waar zijn Georg en Valerie eigenlijk?” vroeg hij, terwijl hij een snelle blik op zijn horloge wierp en zijn wenkbrauw optrok. Valerie en Georg zaten meestal als eerste aan het ontbijt, maar hun stoelen waren nog leeg.
Bill haalde zijn schouders op, terwijl Tom al meteen een suggestieve grijns op zijn gezicht kreeg. “Waarschijnlijk hebben zij hun eigen ‘stilte’ geoefend,” plaagde hij, zijn ogen glinsterend van amusement.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen