Het was tijd om terug naar het hotel te keren na een lange dag in de concertzaal. Terwijl de jongens van Tokio Hotel langs de achterkant van het gebouw naar hun tourbus slopen, liepen Bas, Paul, Jacob en ik langs de voorkant naar buiten. De zon was al bijna onder, en de lucht begon te kleuren in verschillende tinten oranje en roze. Een koude bries blies door de straat, en ik voelde mijn hartslag versnellen. Ik wist dat er fans zouden staan te wachten, en dat besef bracht een mengeling van opwinding en zenuwen met zich mee.
Ik had mijn outfit zorgvuldig uitgekozen voor dit moment. Een zwarte skinny jeans, die comfortabel zat en toch stijlvol was, en een losvallende donkergrijze trui met een abstract patroon. Het geheel werd afgemaakt met een paar stoere zwarte enkellaarsjes met lage hakken, die ervoor zorgden dat ik gemakkelijk kon bewegen, maar toch net genoeg hoogte gaven om me zelfverzekerd te voelen. Er was één detail dat onbedoeld opviel—uit de kleine leren crossbodytas, die nonchalant over mijn schouder hing, piepte de bovenkant van een microfoon. Het glimmende zilver van de microfoonkop stak net genoeg uit om te verraden dat ik een repetitie achter de rug had.
We hadden allemaal onze zonnebrillen op, ook al was de zon bijna onder. De donkere glazen gaven een extra laagje mysterie aan onze verschijning. Ik droeg een ronde bril met dunne, gouden randen, die perfect paste bij de rest van mijn look. Het was ironisch, eigenlijk—de zonnebrillen waren bedoeld om ons te verbergen, maar in plaats daarvan trokken ze juist meer aandacht.
Bas had zich eveneens in het zwart gekleed, een leren jasje over een eenvoudige T-shirt, en ook hij droeg een zonnebril die zijn ogen volledig verborg. Hij had een stoere, zelfverzekerde houding, maar ik zag aan de strakke lijn van zijn kaken dat hij net zo nerveus was als ik.

Toen we naar buiten stapten, voelde ik de koude lucht van Luxemburg tegen mijn huid. Het was een scherp contrast met de warmte binnen, maar het friste mijn gedachten op. De menigte fans buiten viel onmiddellijk op ons, hoewel ze nog niet precies wisten wie we waren. Ze waren duidelijk gewend aan de bandleden, maar wij waren een mysterie voor hen.
Onze zonnebrillen en petten werkten beter dan ik had verwacht. We bewogen ons door de menigte met een zekere mate van anonimiteit, maar toch voelde ik de blikken op ons gericht, de nieuwsgierigheid in hun ogen. Sommigen fluisterden tegen elkaar, duidelijk speculerend over wie we zouden kunnen zijn.
Ik probeerde me zelfverzekerd te voelen, mijn stappen ritmisch en gecontroleerd te houden, maar de adrenaline begon door mijn aderen te stromen. Bas liep dicht naast me, zijn hand beschermend op mijn rug. Paul en Jacob liepen net voor ons, hun ogen voortdurend de omgeving scannend, altijd alert.
Net toen ik dacht dat de situatie niet ongemakkelijker kon worden, merkte ik dat er ook mensen van de pers tussen de menigte stonden. Ze waren waarschijnlijk te weten gekomen dat de jongens van Tokio Hotel even naar buiten waren gekomen en wilden op de eerste rij staan, klaar om hun kans te grijpen voor een exclusief interview als dit nog eens zou gebeuren. De blikken van de journalisten en de flitsen van camera's maakten me nerveus, en ik voelde mijn hartslag versnellen terwijl we langs hen liepen.
Toen we langs de rijen fans liepen, probeerde ik zoveel mogelijk gezichten in me op te nemen. Een meisje met felgekleurde haartjes stak er bovenuit, haar enthousiasme bijna tastbaar. Ze hield een zelfgemaakt bord omhoog, waarop in glanzende letters de naam "Tokio Hotel" stond geschreven, omringd door kleine hartjes en sterren. Het deed me glimlachen, ondanks mijn zenuwen.
We stonden net op het punt om verder te lopen toen ik plots een stem hoorde die alles om me heen deed bevriezen. "Dat is de ex van Bill Kaulitz!" Het was een meisje, haar stem doordrong de lucht alsof ze een groot geheim had onthuld. Mijn lichaam verstijfde onmiddellijk, de woorden raakten me dieper dan ik wilde toegeven. Dit was precies wie ik was—de ex van Bill. Niet meer, niet minder. Op datzelfde moment zag ik hoe één van de camera's snel mijn kant op werd gedraaid. De rode opnameknop begon te knipperen, wat mijn misselijkheid alleen maar erger maakte. Dit was exact wat ze wilden—een sappige roddel, een kop die de aandacht zou trekken. Ik voelde de druk van de ogen en de camera's op me, als een gewicht dat me bijna naar de grond trok.
Jacob en Paul stopten ook even met lopen, maar niet om dezelfde reden als ik. Dit was exact wat ze wilden—dat we herkend werden. Een beetje publiciteit, een beetje rumoer, dat kon geen kwaad. Maar alles in mij schreeuwde om weg te rennen, om me te verstoppen voor de blik van de wereld die me zag zoals zij. Ik voelde de hand van Bas, die eerst geruststellend op mijn rug rustte, zich langzaam terugtrekken. Hij zette zijn zonnebril af en richtte zich naar de tienermeisjes die ons nu allemaal aanstaarden.
"Ja, dat klopt," riep Bas zelfverzekerd naar de menigte. "Dit is Elise, en ik ben Bas." Hij nam een kleine pauze, alsof hij de spanning in de lucht wilde laten zinken, voordat hij verder ging. "Samen zullen wij hier morgen als de band From Another World optreden voor Tokio Hotel. We hopen jullie warm te krijgen met onze muziek voordat het Tokio Hotel concert begint."
De reactie was meteen merkbaar. De meisjes begonnen te gillen, enthousiast door de aanwezigheid van een nieuwe band, maar ook door Bas zelf. Ik hoorde een paar meisjes roepen, "Wat is hij ontzettend knap!" Hun stemmen vol bewondering en opwinding, maar die woorden deden niets om het loodzware gevoel in mijn borst te verlichten.
Bas zette zijn zonnebril terug op en gaf me een zacht duwtje om verder te lopen. Het voelde alsof ik op automatische piloot verderging, mijn voeten bewogen zonder dat ik het echt besefte. Terwijl we verder liepen, hoorde ik Bas nog roepen: "Tot morgen, dames!" met een vleugje charme in zijn stem, alsof dit alles heel natuurlijk voor hem was.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen