Foto bij Level 26



Tegen de volgende ochtend ontving Reyan eindelijk antwoord van de Gilderaad en stonden ze
diezelfde middag vol zenuwen in de kille, marmeren hal te wachten. Hun Gildemeester, Tamala, kwam hen halen en deze keer mochten Fay, Sohra, Kyrin en Ardin ook mee. Reyan had de verduisterde hal naar de Raadkamer niet gemist. Toen de deuren weer voor hen werden geopend, haalde hij een keer diep adem voordat hij de trap op liep en zijn plaats nam in het midden van het ronde podium. De rest schaarden zich achter hem en ze lieten de Raad het woord doen. Zij hadden hun plaatsen weer ingenomen op hun hoge zetels. Reyan hoorde Fays ademhaling versnellen toen ze hun gezichten een voor een langs ging en zachtjes hun namen mompelde.
      ‘Dankjewel voor je komst, Reyan,’ echode de zware stem van Gildemeester Osand door de ruimte, waardoor Reyan gelijk op scherp stond. Fays ademhaling piepte een seconde scherp in zijn oor. Reyan boog het hoofd. ‘Heeft u nieuws?’ vroeg hij in anticipatie.
      De gespierde man wendde zich tot Gildemeester Mikah, wie het groepje gadesloeg vanachter haar vliegbril. ‘Helaas lijkt het probleem met de Bludhoofs niet het enige dat in ons land speelt,’ vermeldde deze, ‘De Meester Oogster heeft ons laten weten dat hij verspreid over het land al een tijdje een paar mannen kwijt is. Tot op heden dacht hij er niet veel van, tot wij bron-gegevens opvroegen. Het lijkt erop dat deze Oogsters tijdens hun werkzaamheden bij de bronnen zijn verdwenen, samen met de vergezellende party.’
      Reyan zette een stap vooruit. ‘U denkt dat de problemen gerelateerd zijn aan elkaar?’
      ‘Wellicht.' Gildemeester Alems blik was ernstig terwijl hij sprak. ‘Daarnaast is gebleken dat meerdere timide wezens zich anders zijn gaan gedragen. De zaken zijn nog niet zo erg als bij de Blufhoofs in Midland, maar we kunnen wel zeggen dat we de situatie niet vertrouwen.’
      Reyan knikte. ‘Dat is begrijpelijk. Is er enige kans dat we bang moeten zijn voor een herhaling?’
      ‘Dat durven we nog niet te zeggen, lieverd,’ sprak Vyana met een stem als zoete honing. ‘We hebben te weinig informatie. Daarom hebben we besloten een Party te sturen om meer informatie te vergaren. Och,’ verzuchtte ze theatraal, ‘het zal zeker een delicate zaak worden en moet met uiterste voorzichtigheid moeten worden uitgevoerd. We mogen geen paniek zaaien.’
      Reyan wendde zich tot Fay, wie hem met een vastberaden blik een knikje schonk. Hij wendde zich weer tot de Gildemeesters en boog zijn hoofd. ‘Als u ons die kans geeft, zullen we u zeker niet teleu-’
      Reyan werd onderbroken door de brede klapdeuren die achter hem open gingen en zware laarzen die over het marmer dreunden. ‘Mijn excuus voor mijn late entree.' Een brede, blonde jongeman van een jaar of vijfentwintig stapte het platform op. Hij droeg een pin op de borst waarop het wapen van de Vuurklauw gilde was afgebeeld.
      Een andere party leider? Zijn blik werd gevangen door zijn dure, excentrieke kledij. Een hoge party.
      ‘Je bent laat.' De toon van Elain was scherp. De jongen schonk er amper aandacht aan. Hij grijnsde uitdagend terug en haalde zijn schouders op. De nonchalante houding waarmee hij dat deed, maakte Reyan chagrijnig. Hij probeerde van Tamala’s gezicht te lezen waarom de aanwezigheid van een tweede party erbij was geroepen, maar ze leek zijn blik kundig te mijden.
      ‘Wat een blaaskaak,’ fluisterde Fay in zijn oor en hij maande haar gauw tot stilte. Blaaskaak of niet, hij wilde weten waarom de jongen hier was en als hij de queeste over zou nemen, of hij dat waardig was. Zijn gedachten gingen naar de dorpelingen, wachtend op de noodhulp die hun beloofd was.
      ‘Welkom, Darius,’ zei Gildemeester Osand, ‘hoe was de Noordelijke Woesternij?’
      Reyan keek verbaasd op. Ze waren bevriend? Of was het puur omdat het een hoge Party was en daardoor bekend bij de andere Gildemeesters? Reyan voelde iets naar zijn keel klauwen.
      ‘Niet bijzonder. De Rauwklauwers hebben zich weer misdragen, maar daarmee is afgerekend.’ De blonde jongen leek ook eindelijk zijn aanwezigheid op te merken en hij wees met zijn duim naar Reyan. ‘Wie zijn dit?’
      ‘De party die de melding heeft gemaakt.’
      ‘Ah,’ zei hij enkel en stak zijn hand uit naar Reyan. ‘Darius is de naam, maar die zal je vast niet onbekend zijn.’ Reyan pakte zijn hand vast, maar hij had geen idee waar hij het over had. Hij had de naam Darius nog niet eerder gehoord.       ‘Reyan,’ antwoordde hij. Hij keek de man niet recht aan, wierp hem zijdelings een blik en wendde zijn aandacht toen gauw weer op de Gilderaad. Misschien was het kleinzielig van hem, maar hij kon zijn houding niet uitstaan.
      ‘Dus,’ zei Darius terwijl hij zich weer omdraaide en de mantel die achter hem aan wapperde in Reyans gezicht mepte. Reyan wierp hem een woeste blik en wreef over zijn wang. Hij durfde niet naar zijn party om te kijken. Hij voelde zijn wangen al warm worden van de schaamte.
      Darius vroeg: ‘Waar gaat de reis heen?’
      ‘Midland.’
      De blonde man fronste met spot. ‘Midland? Maar dat is voor groentjes. Ik dacht dat ik naar Aracryss moest, of zo.’
      ‘Je start in Midland.' Gildemeester Rhyoms keek hem strak aan. Reyan dacht dat hij de ader in zijn voorhoofd zag kloppen. Misschien was deze Darius niet bij iedereen even geliefd. ‘Vanuit daar werk je een route af die eindigt in Aracryss. Daarna rapporteer je de bevindingen direct hier bij mij.'
      Gildemeester Elain wierp hem een scherpe blik. Was ze het niet met hem eens? Ze trok haar mond echter niet open. Gildemeester Rhyom ging ongestoord verder. 'Tussentijdse updates zullen per vogel verstuurd worden.’
      Darius knikte. ‘Duidelijk. En de groentjes? Die gaan niet mee toch?’
      Reyan wierp hem een moordende blik. Waar haalde hij het lef vandaan? Hij moest moeite doen niet zijn handen tot vuisten te ballen. Toen hij even snel opzij keek zag hij dat Ardin Sohra’s pols had vastgegrepen en de roodharige bliksemschichten naar de blonde vent schoot. Als hij haar ook maar enige ruimte zou geven dan krabde ze die kwal zijn ogen uit.
      Het antwoord van de Raad was duidelijk. ‘Zij zullen weer teruggaan naar Mythrend.’ Daar ging de moed, zo zijn schoenen in. Dé kans.. Dé kans van hun leven, zo onder hun neus vandaan getrokken door die baviaan.
      ‘Mythrend?’ De lachwekkende verbazing waarmee hij de regio uitsprak voelde als een steek in Reyans rug. Hij lachte hun gewoon uit. Alsof hij niet ooit precies op dezelfde plek is begonnen. Darius leek zichzelf te herstellen en schraapte zijn keel. ‘Juist, ja,’ zei hij, ‘dat is een goede beslissing. Het zou maar gevaarlijk zijn voor die jonkies.’
      Reyan kon wel door de grond zakken. Hij keek op naar de Gildemeesters, maar voordat hij iets kon zeggen, had Sohra zich losgerukt uit Ardins greep. ‘Dus wat? Zij krijgen alles en wij krijgen niets? Terwijl wij ons leven hebben gewaagd om hier te komen en al die mensen hebben geholpen? Jullie hebben die ravage daar niet gezien. Al dat leed.. We verdienen de kans dit recht te trekken voor hun.’
      Een paar van de Gildemeesters trokken geïntrigeerd hun wenkbrauw op. Reyan keek haar aan. Hoewel haar woorden hem raakte, kon hij het onbehaaglijke gevoel in zijn buik niet negeren. Hij durfde de Gildemeesters niet aan te kijken. Vonden ze dat hij zijn Partyleden niet onder controle had? Alsof ze hem de respect niet gunden door alleen hem te laten spreken? Gildemeester Elain grijnsde breed. ‘Pittig,’ mompelde ze voordat haar gezicht weer hard als steen werd. ‘Helaas wel, meisje.’ Ze wuifde nonchalant met haar hand.
      Gildemeester Alem fronste naar zijn buurvrouw en keek Sohra met een zachte blik aan. ‘Ik begrijp jullie teleurstelling. We kunnen ons het niet veroorloven om jullie - ondanks jullie goede werk - deze belangrijke queeste over te laten nemen. Jullie zullen zeker punten ontvangen voor de onbaatzuchtigheid en gedrevenheid die jullie toonden met het dienen van de burgers en de Gilde.’
      ‘Stijgen we in rang?’ drong Sohra aan. Het was niet echt een vraag. Hierop schudde Osond zijn hoofd. ‘Een stijging in rang komt enkel voor bij het uitvoeren van een belangrijke queeste. En deze is té belangrijk en delicaat om aan jullie toe te vertrouwen.’
      ‘Jullie krijgen geld mee om de terugreis te bekostigen,' zei Gildemeester Rhyom. ‘Daarna zijn jullie hier pas weer welkom als jullie de juiste rang hebben behaald.’ Hij keek Reyan recht aan. ‘Laat het grote werk maar aan de professionals over.’
      Reyan voelde zijn borst samentrekken van schaamte.


Reageer (2)

  • Ringwraith

    Alive. wel sad voor ze, maar het is wel logisch

    1 maand geleden
    • Ringwraith

      I mean zij kunnen de boel financieel niet eens op orde houden :x

      1 maand geleden
    • Laleah

      Hahaha shot fired xD

      1 maand geleden
  • LynnBlack

    Wel wat krijgen we nu! Ik voelde de bui al hangen, maar ooohh wat een bullshit! Fuck this Reyan, ga die dikke nekken achterna en hoop dat ze verpletterd worden zodat jullie alsnog met de eer kunnen gaan lopen.

    2 maanden geleden
    • Laleah

      Hahaha it's like you read minds! :)

      1 maand geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen