Level 8
Het was doodstil. Zo stil dat Reyan telkens schrok als de ketting van Fays halvemaan-slingerbijl haar been raakte en rinkelde. Zijn borst voelde strak, alsof er een kooi omheen zat waardoor de wolkjes warme adem die hij uitblies slechts klein en oppervlakkig waren. De bergpas slingerde voort langs de steile rotswand. Hij speurde de omgeving nauwlettend af - elke bergflank, elke helling, dichtbij en ver weg. Zelfs met slechts één jaar praktijk ervaring wist hij dat een doodse stilte vaak een onvoorspelbare kalmte was, die elk moment kon omslaan in complete chaos. Wolken rolden over de besneeuwde bergtoppen, hun sluier verzwolg de warme zonnestralen en omhulde de groep in een grimmige sfeer. Reyan kon de spanning van de hele groep diep in zijn maag voelen. Hij spitste zijn oren toen hij Sohra haar boog hoorde aanspannen en keek over zijn schouder. Hun ogen ontmoetten elkaar en ze knikte - hij kon weer doorlopen, het was niets.
Fay liep aan zijn zijde, de bijl slingerde zachtjes heen en weer in haar handen. Kyrin volgde in haar kielzog. Haar blik was ijzig scherp, de knokkels van haar handen wit doordat ze in het heft van haar zwaardjes kneep. Een rilling liep over zijn rug - als Kyrin zelfs gespannen was. Ze leek gefocussed op elk geluidje dat niet van hun groep afkomstig was en het enige geluid dat echt overstemde, waren Ardins zware laarzen die in een vastberaden tred volgden, het zwaard nonchalant steunend op zijn schouders, maar ook zijn spieren gespannen.
Reyan wilde wat zeggen, maar toen hij zijn gezicht draaide om over zijn schouder te kijken, verstarde hij. Bedrogen zijn ogen zich? Hij hief een hand op en de groep bewoog zich als één man in een verdedigingspositie. Zijn ogen gleden de bergwand af, langs de grove stenen en ruwe lijnen. Plotseling zag hij het, een flits van beweging tussen de rotsen verderop. Een donker gestalte, amper te onderscheiden van de schaduwen, gleed behendig tussen de oneffenheden van de bergwand. ‘Daar!’ Het moment dat hij zijn vinger vooruit stak, ontvouwde zich een werveling van schaduwen toen uit alle hoeken van de berg meer van deze verschrikkingen tevoorschijn kwamen. Hij knipperde met zijn ogen, maar het was geen gezichtsbedrog. Het was alsof de berg zelf tot leven kwam, de monsters sluipend vanaf de rotsachtige hellingen, bijna perfect opgaand in de ruige omgeving. Hun schubben leken naadloos te versmelten met de stenen.
Rillingen liepen over Reyans hele lichaam. Hij balde zijn vuist, waardoor zijn armband werd geactiveerd en zich uitklapte tot de pantservuist zijn hele hand opslokte. Zijn hart bonkte met geweld tegen zijn ribben, terwijl de stormloop aan monsters dichterbij kwam en hij eindelijk een goed beeld kreeg van hun tegenstanders. Met hun pezige lichaam bewogen ze behendig over de rotsen, bijna niet zichtbaar door hun geschubde rug die leek op ruwe, onbewerkte stukken steen, als meesterlijke jagers van de bergen. Elke scherpe klauw groef zich moeiteloos in de steen, alsof het boter was onder hun krachtige greep, terwijl ze met gemak de steile wanden richting hun prooien beklommen. Het geluid dat uit hun keel kwam was als geroest ijzer dat langs elkaar schuurt. Het trilde door Reyans botten en alle haartjes op zijn lichaam gingen overeind staan. Hij zocht naar hun ogen, maar zag niets dan zwarte schubben.
Sohra trok haar boog strak en vuurde het eerste schot. Fluitend in de wind schoot de pijl op zijn doel af en raakte een van de monsters recht op het hoofd. De pijl kaatste weg alsof het steen had geraakt en Sohra gromde. Ze schoot snel nog een pijl en deze raakte zijn schouder, onder het harde pantser. Het monster verloor zijn grip op de stenen en kletterde van de wand naar beneden, waar hij brullend bleef liggen, maar niet meer overeind kwam. ‘Oh,’ grinnikte Sohra, ‘ik denk dat ik hem boos heb gemaakt.’
‘Geen grapjes,’ zei Reyan streng, Vergeet niet dat het er veel zijn en ze duidelijk een sterk pantser hebben. Blijf bij Fay in de buurt.’ Hij keek opzij naar Kyrin, haar blik gefixeerd op de stormloop van monsters. ‘Kyrin, laat het beest los.’ Een duivelse grijns trok over haar gezicht, terwijl de klanken van een eeuwenoude spreuk in een griezelige toon uit haar keel kwamen. Haar vingertoppen knetterden, doordrongen van magie. Kyrins ogen glinsterden met een vurige opwinding toen een onverklaarbare wind haar haren alle kanten op sloeg en een donkere wolk pal achter haar oprees. Eerst een vormloze, kolkende massa, maar geleidelijk kreeg het gestalte contouren en materialiseerde zich volledig. Reyan vergeleek het beest altijd met een wolf, of een andere vierpotige krachtige jager. Zwarte rook bleef Hycon omringen, alsof zijn vacht geen echt einde had en in zijn borst gloeide een helder groen licht, verhuld door de schaduwen. Reyan voelde de kille schaduwen van Hycon langs zijn lichaam strijken, als een ijzige wind die zijn huid likte. Hycon’s brul scheurde door de lucht en Kyrin trok de zwaarden van haar rug. Reyan keek zijn groep langs, ademde diep uit en in een moment van stilte - waarin alle geluiden om hem heen verstomde - draaide hij zijn hoofd en activeerde zijn pantservuist. Het krachtveld nam de gehele breedte van de berg in, doemde op als een geest in de nacht en de monsters liepen als tegen een muur. Krijsend botsten ze op elkaar. Met één beweging verwijderde Reyan het krachtveld en stortte de eerste linie aan monsters aan hun voeten te pletter of donderen langs hen in het ravijn. Zijn party kwam in beweging en plotseling barstte de stilte van de bergen uiteen in een chaos van geluid en beweging. Ardin en Reyan stortte zich gelijktijdig in het gevecht, terwijl Sohra vanaf de achterhoede haar pijlen schoot. De monsters hadden de hooggelegen grond, maar waren geen partij voor Sohra’s pijlenregen. Het regende monsters om hen heen terwijl Ardin zich met krachtige slagen door de monsters heen maaide. Kyrin schoot als een haas langs Reyan heen, danste behendig tussen de monsters en gleed laag over de grond om de kelen met haar zwaardjes genadeloos door te rijten. Bloed goot over haar heen en toen ze overeind kwam likte ze haar lippen af. ‘Ga voor de kelen!’ riep ze hard genoeg voor de hele groep om het te horen. Hycon’s klauwen ploegden door de monsters heen als een boer op een graanveld. Het beest leek onverschillig als het geraakt werd, alsof de monsters door schaduw in het niets hakten.
Fay kwam in beweging toen de monsters te dicht bij Sohra in de buurt kwamen en zwaaide haar halvemaan-slingerbijl rond tot het zijn volledige vorm verloor in zijn snelheid. De bijl sneed door de lucht, maaide een linie monsters van hun poten af. Het was een regelrecht bloedbad. En Reyan stond in het midden van de chaos, adrenaline gierend door zijn lichaam en zijn krachtvelden flakkerend rondom hem terwijl hij zijn vrienden beschermde tegen de vlijmscherpe klauwen van de monsters. Het leek te werken, want de monsters staakten hun aanvallen in de buurt van zijn krachtveld, waardoor Kyrin en Ardin vrij spel kregen. Het brede zwaard van Ardin hakte door een monster heen en raakte zo hard de grond dat de trillingen door zijn voeten resoneerden. Reyan beukte met mokerslagen zijn pantservuist tegen de kop van een monster die te dichtbij kwam. Door de kracht van zijn slag klapte het beest achterover op een andere, zijn schedel misvormd en bloederig. Hij draaide zich om zijn as en wierp een krachtveld naar Fay, die vanachter beslopen werd en haar bijl net had weggeworpen. Het monster krijste en schudde met zijn kop. Fay draaide zich en sprong elegant bij het monster vandaan, haar bijl achtervolgde in haar kielzog. Het monster krabde aan zijn kop als een hond met oorpijn en leek zijn interesse in Fay volledig te zijn verloren, en compleet gedesoriënteerd.
Fay keek hem recht aan, riep wat naar Sohra die meteen een pijl in het beest schoot en Fay sprong op. Ze leek bijna te zweven, zoals alleen een Sylph als zij dat kon, de klasse van elegante lenigheid en dans. Reyan had nooit begrepen hoe de klasse leek te zweven alsof ze zich tegen niets kon afzetten, maar het was een spektakel om te zien. Fay bewoog met een ongekende behendigheid door de lucht. Ze landde vederlicht een paar meter voor hem en zwaaide haar arm elegant over haar hoofd om haar bijl van de grond te tillen. Met een geleidelijk beweging bracht ze de bijl zijwaarts in een boog naar voren, waarbij de monsters om haar heen in één vloeiende haal werden geraakt. Haar bewegingen waren zo soepel, zo behendig en zo snel dat de monsters geen schijn van kans hadden tegen haar vliegende bijl. ‘Je krachtvelden,’ riep ze tussen haar slagen door. ‘Het doet wat met die beesten.’ Ze wierp de bijl omhoog terwijl ze sprong en bracht hem als in een zweepslag weer naar beneden op de grond. Een schokgolf resoneerde van de bron van impact en blies de voorste linie monsters met kracht naar achteren.
‘Wat bedoel je?’ Reyan sprong nog maar net opzij toen vlijmscherpe klauwen hem op een haar na raakte en boorde zijn vuist in de grond om zichzelf tot stilstand te brengen. Hij zette zich af en beukte met kracht zijn vuist tegen de ribben van het monster. Misselijkmakende, krakende geluiden galmden door zijn oren en het monster krijste van de pijn. Hij kwam niet meer overeind, maar werd direct afgewisseld door een ander. Reyan voelde de vermoeidheid door zijn spieren trekken. Hij maakte zich klaar voor de volgende klap, maar voordat hij zijn vuist kon heffen, schoot er een pijl onder de oksel van het monster en zakte het beest vlak voor zijn voeten ineen. Reyan keek op en Sohra knipoogde.
‘Fay, wat bedoel je?’ drong hij aan. Fay had de ketting van de bijl in beide handen en draaide om haar as. Toen trok ze ineens de bijl naar zich toe en smeet hem over haar schouder, tot hij net de grond niet raakte en wierp hem met kracht weer naar voren, dwars door de kop van een monster. ‘Werp een krachtveld,’ riep ze.
‘Waarheen?’
De bijl schoot terug in haar hand en ze slingerde hem rond. ‘Waar dan ook!’
Er zijn nog geen reacties.