Foto bij Level 11




De avondschemering daalde langzaam neer over de vallei en binnen in de ruwe stenen huisjes gingen kaarsen aan en werden haarden opgestookt, waardoor pluimen rook opstegen uit de schoorstenen. ‘Wat wilde je gaan doen?’
      ‘Ik hoop iemand te vinden die kan uitleggen waarom iedereen zo boos is.’
      Fay keek hem aan. ‘En wat denk je dat het oplevert?'
      Dat wist hij niet. Niets, was waarschijnlijk het antwoord, maar deze mensen wisten net zo goed als zij dat het in de grondwet stond dat Grimmers ontvangen moeten worden. Deze mensen deden geen moeite hun ongastvrijheid te verbergen en hij wilde voorkomen dat iemand het dorp daarom zou aangeven bij de instanties. Iemand spreken leek echter bijna onmogelijk: de mensen liepen van hen weg of gooiden de deuren dicht zodra ze zich ook maar in hun richting waagden. De hoop dat iemand hen zou willen spreken, zakte hem snel in de schoenen.
      Aan de rand van het dorp aangekomen, waren de straten leeggelopen. Reyan keek naar de huisjes aan de rand van de akkers en zag daar een oude vrouw in een schommelstoel op haar veranda aan de rand van een weide. De schapen in de weide blaten toen ze het huisje benaderden. Echo’s weerklonken vanonder het hout toen ze de veranda opstapten.
‘Het is een tijdje geleden dat we hier Grimmers op bezoek hadden,’ kraakte de stem van de vrouw. Haar gerimpelde handen rustten op de armleuningen, terwijl de stoel piepend heen en weer wiegde.
      ‘Dat kan ik me voorstellen met dit onthaal,’ zei Fay onbeschaamd. Reyan keek haar geschokt aan, maar de oude vrouw lachte zachtjes. ‘Ik kan begrijpen waarom dat zo overkomt.’
      Reyan durfde niet tegen de reling te leunen, bang dat het hout zou begeven onder zijn gewicht. ‘Kunt u ons vertellen waarom de dorpelingen zo afstandelijk doen?’
      De vrouw knikte langzaam, een grimmas trok over haar gerimpelde gezicht. ‘We hebben helaas weinig reden om Grimmers nog te verwelkomen in ons dorp, zelfs al zijn we daar toe verplicht.’ Het was Reyan inderdaad wel duidelijk dat de dorpelingen het niet eens waren met de wetgeving. Om de Grimmers te ondersteunen, waren alle dorpen en steden verplicht om hun huisvesting te bieden wanneer zij daarom vroegen. Niet elke Grimmer maakte daar gebruik van, maar wanneer het nodig was, waren Grimmers op die manier verzekerd van een slaapplaats.
      ‘Ons dorp heeft altijd veel gehandeld met de dorpjes aan de andere kant van het gebergte,’ vertelde de vrouw, ‘Het was een soort verbond, om onszelf als bergdorpjes te kunnen onderhouden en dat deden we samen. Omdat een van de paden geïnfecteerd is met monsters, namen we het andere pad. Echter heeft een groep Grimmers een tiental jaar geleden voor een instorting gezocht, waardoor het pad onbegaanbaar is geworden. Uiteindelijk hebben de dorpjes aan de andere kant besloten om ons uit het verbond te schrijven, omdat het gewoonweg te veel geld en moeite kostte om ons daarin mee te nemen. Door die Grimmers zijn we geïsoleerd geraakt en verloren onze inkomsten,’ benadrukte ze. Ze zuchtte bezwaard.
      ‘De stalmeester uit het dorp in de vallei vertelde over zijn contacten hier.’
      De vrouw glimlachte. ‘Ah, ja. Wilbert heb ik in geen jaren meer gezien. Net als veel van ons trok hij de lange reizen om de bergen heen niet meer. Wie kan het hem kwalijk nemen. Die reis is net zo gevaarlijk voor ons gewone volk als dat we het monsterpad door de bergen zouden nemen, maar het is wel het enige waarmee we ons nog konden onderhouden.’
      ‘Waarom hebben jullie geen hulp van een Gilde ingeroepen?’
      De vrouw keek Fay recht aan. ‘Je denkt dat ze ons helpen, meisje? Jullie Grimmers weten niet wat het betekent om elke dag te moeten worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen,’ zei ze, haar stem een mix van droefheid en frustratie. ‘Elke munt die wij de Gilde betalen is een brood van onze tafel en wat krijgen wij ervoor terug? Misschien een handjevol Grimmers die elk jaar de pas oversteekt, wat van die monsters dood en doen alsof het ons helpt.’ Ze wuifde haar hand door de lucht. ‘Ze verwachten ook nog onderdak, voedsel en een zakcentje naast die hoge prijs die ons al de kop kost.’
      Reyan was er stil van. Hij had nooit geweten dat de Grimmers-belastingen zoveel tol eisten op de burgers. Hij zag het altijd als een kleine aanbetaling voor de bescherming die ze boden. Hij had nooit in de gaten gehad dat het als een last die zwaar drukte op de mensen die hij zwoer te beschermen. Hij voelde zich ineens misselijk. Een schuldgevoel klauwde aan zijn keel. En daarnaast schaamte, voor het roekeloze gedrag van de Grimmers die deze rotzooi hadden veroorzaakt.
      ‘Misschien begrijpen jullie het niet,’ besloot ze met een zwakke glimlach. ‘Ik zie ook wel dat jullie erg jong zijn.’ Fay schudde haar hoofd en zakte naar aan de voeten van de vrouw. Ze pakte voorzichtig haar hand vast en de vrouw hief haar kin, zodat ze Fay aankeek. ‘Het spijt me dat Grimmers de gastvrijheid van uw dorp zo hebben misbruikt, maar ik kan u verzekeren dat wij die intentie niet hebben,’ zei ze zachtjes, ‘als uw dorp heeft geleden onder de aanwezigheid van de monsters op de bergpas, dan komen wij juist goed nieuws brengen.’ Een verraste uitdrukking gleed over het gezicht van de vrouw, maar ze zei niets en bleef Fay afwachtend aankijken. ‘Het pad is vrij.’
      De mond van de vrouw ging een stukje open toen een ademtocht haar lippen verliet. ‘Dat is onmogelijk. De monsters zullen terugkomen.’
      Fay schudde haar hoofd. ‘Onze partyleider is erachter gekomen waarom de monsters maar aan één kant van de berg zitten. De dorpelingen werken nu aan een pad van werende kristallen. Met enkele weken zal het pad weer begaanbaar zijn.’ De vrouw keek op en keek Reyan recht aan. ‘Ik had nooit gedacht dat zoiets mogelijk zou zijn.’
      ‘Wij ook niet,’ zei Reyan lachend, ‘we hadden geluk dat Fay zo observerend is en we mijn pantservuist hadden.’ Fay bloosde zichtbaar. Ze keek de vrouw weer aan toen ze haar gerimpelde hand tegen Fay’s wang legde. ‘Misschien waren we met jullie te voorbarig, maar we hebben helaas weinig goede ervaringen met Grimmers.’
      ‘Dat geeft niet,’ zei Fay en ze stond op. ‘Weet in ieder geval dat jullie problemen nu verleden tijd zijn.’ Reyan legde een hand op haar schouder. ‘Laten we de andere gaan zoeken. Misschien dat de waard ons met deze informatie wel een kamer wil geven.’
      ‘Geen spraken van,’ onderbrak de vrouw hem. ‘Ik heb hier lege bedden en een warme maaltijd. Dat biedt ik jullie liever dan die stoffige kamers van Barend.’ Reyan en Fay keken elkaar veelbelovend aan.


Reageer (1)

  • Ringwraith

    Dit was een mooi inkijkje in de samenleving ^^

    7 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen