Stokstijf stond de mysterieuze vreemdeling, overdonderd door een vlaag van plotselinge energie.
Een zware, machtige energie wat voelde alsof het hem in een seconden opgeslokt zou hebben.
Met moeite probeerde hij beweging te krijgen in zijn vingers, frustratie overweldigde hem.

Vanuit zijn ooghoeken voelde hij groot, intens koude paarse ogen branden door zijn ziel.
Ondanks deze paarse ogen krachtig aanvoelde, straalden ze tegerlijkertijd ook een soort kalmte uit.

"Wat een uitzonderlijke manier om hallo te zeggen." Een kalme maar kille vrouwenstem stem galmde door het gebouw.
"Haal maar niks in je hoofd, niks in deze omgeving zou jouw dievenhart kunnen bevredigen.."

Een prachtig, goud glimmend tulwaar zwaard was gericht op het hoofd van de indringer. De afstand tussen de tulwaar en zijn hoofd scheelde enkele milimeters, en had al wat zilveren plukken haar van de vreemdeling aangeraakt.

"S..Sitara-sama!" Piepte de wezentjes tegelijk, de aanwezigheid van de vrouw gaf ze sprankjes hoop.

"Hoe heb ik haar niet kunnen horen..." Mopperde de indringer in zichzelf.
"Hoe heb ik deze energie niet eerder kunnen voelen... En wat ís deze energie?? Waarom kan ik mezelf er niet tegen verzetten.. Wat is dit voor plek...Zei ze nou... dief? Wat weet zij?." Hij knarste zijn tanden van frustratie en voelde zowel ergernis als een lichte angst. Angst voor het onbekende. Angst, een onbekende emotie voor deze indringer. Niet wetend wie hij werkelijk voor zich had, en niet zo snel een uitweg kon vinden.

Maar ook nieuwsgierigheid spookte rond zijn hoofd, want wie heeft hem, één van de meest gevreesde yokai ooit kunnen stoppen?

"Ik heb beter gemanierde Yokai gekend. " Zei de mysterieuze persoon, nog steeds met haar tulwar gericht op het hoofd van de yokai. Met een strenge blik had ze de Yokai aangekeken.

"Wat.. Ben ... jij?" Zei de Yokai verontwaardigd.
Zijn scherpe tanden waren ontbloot.


"Ik stel hier de vragen."
Op het moment dat er een gloed om de Yokai’s hand ontstond, een gloed wat aantoonde dat de indringer een aanval aan het plannen was, knalde er hevige schokken in zijn lijf, alsof hij werd getroffen door de blikzem. Met een windvlaag wat ontstond uit Sitara-sama’s magie werd hij met een wereld aan kracht tegen de muur geschopt.

Alle kleine Yokai die tegen de muur van angst genesteld waren, sprongen als een gek aan de kant.

Al zijn acties, al zijn bewegingen werden scherp in de gaten gehouden, niks ontging Sitara-sama.



Dit is het plant monster wat de vreemdeling had willen creëren met de plantzaadjes in zijn zak.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen