CASSIAN


I am forever chained to myself; that's what I am, and that's what I must try to live with.

Het was… stil na Elliotts vertrek. De ruimte leek plots een stuk kleiner te zijn, en ook toen Cas onder de douche stapte, voelde het alsof de muren tegen hem aan drukten. Het water kon hem niet verfrissen en kon ook dat gevoel alsof er constant iets tegen zijn borstkas drukte niet wegnemen. Er was zoveel gebeurd deze dag, zoveel dingen die Cas nooit voor mogelijk had gehouden. Hij snapte het niet, en dat beangstigde hem. Elke dag was het al een strijd om op te staan, om tussen de anderen te staan, om zich af te vragen of – en wie – hij die dag pijn zou doen. Maar hij had altijd de zekerheid gehad dat het oké was zolang hij afstand zou nemen. Dat er niks zou gebeuren als hij niemand zou aanraken. Maar nu? Nu was alles wat hij kende volledig omgegooid. De angst om iemand aan te raken was altijd aanwezig, maar het was een bekende angst. Nu was zelfs dat gevoel, die angst, onbekend voor hem geworden.
Ondanks dat hij zoveel aan zijn hoofd had, was hij in slaap op het moment dat hij zijn kussen raakte. Zijn lichaam wilde rust en zou die rust nemen ook. Het was al eind van de ochtend tegen de tijd dat Cas eindelijk ontwaakte. Hij kon zich niet herinneren dat hij ooit zo lang geslapen had. Als hij zes uur op een nacht slaap had, dan was het normaal veel te noemen. Het bed van Elliott was leeg. Was hij al opgestaan, of nooit teruggekomen?
Het was rustig in de gezamenlijke ruimtes. De meeste hier zouden nu hun eigen dingen aan het doen zijn of waren bezig met trainingen van de gaves, dat gebeurde niet hier in de woonkamer natuurlijk.
Cas pakte een appel van de fruitschaal en ging zitten op een van de barkrukken die aan het kookeiland grensden. Op de tafel stond een plantje. De blaadjes hingen wat slap door een gebrek aan water.
Cas kon het niet laten, zijn blik werd getrokken door het plantje. Nee, hij kon niet- toch? Maar de ruimte was leeg, er was niemand die naar hem keek terwijl zijn hand naar het plantje bewoog. Net iets boven de plant bleef hij hangen. Nee, hij kon dit niet. Hij moest dit niet doen. Waarom deed hij dit? Waarom stopte hij zichzelf niet?
Geef energie, geef energie, geef energie. Hij dacht zo hard als hij kon aan die woorden tot het een mantra in zijn hoofd was. Toen raakte hij het plantje aan. Hij kon zich bijna inbeelden hoe de blaadjes weer recht gingen staan en het plantje weer een gezonde groene kleur zou krijgen en bloemen en-
Het plantje verkruimelde onder zijn handen.
Hij had amper de tijd om de dode resten in zich op te nemen toen iemand de ruimte binnen kwam lopen. In een poging het plantje te verbergen voor de persoon, duwde Cas per ongeluk de hele pot van tafel. Met een luide ‘bang’ raakte de pot de grond en bleef daar in meerdere stukken liggen. In het zand dat verspreid op de grond lag, waren nog net de restjes plant zichtbaar.
Het was Elliott die binnen kwam lopen in het slagveld dat Cas had aangericht. Cas had het niet in zich om de resten bloempot en zand op te ruimen, in plaats daarvan keek hij enkel naar de ravage. Way to go als je er juist niet de aandacht op wilde vestigen, Cas, way to go.
“Kom je ook ontbijten?” vroeg hij Elliott. “Of lunchen inmiddels?”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen