Hoofdstuk 2
Ik zat in mijn kamer. Ik las in mijn boek met toverdrankjes. Een drankje voor eeuwig leven. Ik begon de pagina te lezen. Er stond:
EEUWIG LEVEN
Wat heb je nodig?
5 rode rozen
een lijk van een mens
1 liter krokodillentranen
1 liter bloed van een hond
een kattenpoot
een ketel
Hoe maak je het?
1. Pak een ketel.
2. Gooi 1 liter bloed van een hond in de ketel.
3. Gooi 5 rode rozen in de ketel.
4. Gooi een kattenpoot in de ketel.
5. Gooi 1 liter krokodillentranen in de ketel.
6. Gooi een lijk van een mens in de ketel.
7. Drink de drank en heb eeuwig leven.
Perfect, dacht ik. Mijn gezin heeft een hond, Dewi. Dat word makkelijk. Mijn vriendin Meigha, die ook veel toverdrankjes maakt, wilt me vast helpen. Meigha heeft een bloementuin met rozen erin en Meigha heeft twee katten. Het lijk kan Corpe, de broer van Meigha zijn. Maar de krokodillentranen? Ik ken niemand met een krokodil. Boos gooi ik mijn toverboek op de grond. Stonden die krokodillentranen maar niet in dat boek. Ik verstop het boek onder mijn bed en loop naar beneden. 'Mag ik even naar Meigha?' vraag ik aan mijn moeder. 'Het is al donker. Je kent de regel. In het donker niet buitenspelen,' antwoordde mijn moeder. Ik loop weer naar mijn kamer en ga denkend op mijn bed liggen.
Reageer (1)
WAT PLANT ZE!!!!
1 jaar geledenZE HEEFT NU EEN KROKODIL