O43 || Cassian
Het was small talk, Elliot vragen of de verwachting was dat hij snel weg kon uit deze te witte kamer met te witte muren. Tegelijk was het een bezorgdheid. Als Elliot hier niet snel weg mocht, was de verwachting dat er veel schade was. Dat er mogelijk blijvende schade was of hij niet snel genoeg zou herstellen.
“Ik geloof dat ik vanavond wel gewoon op onze kamer kan slapen, ik voel me prima,” stelde Elliot Cas gerust. Ze zouden het hem verteld hebben als de verwachting was dat hij hier zou moeten blijven slapen toch? Cas wist dat Elliot graag duidelijkheid had, dus die zouden ze hem echt wel gegeven hebben.
En dat bracht hen bij de tweede vraag. Waarom ben ik hier? Wat deed Cas hier, als Elliot de avond terug zou mogen naar zijn eigen bed, ver weg van deze te steriele kamer. Elliot had ook hier het antwoord op, iets wat Cas toen hij de vraag stelde nooit verwacht had moest hij eerlijk zijn.
“Ik heb hen gevraagd je hier te brengen,” zei Elliot. “Je hebt mijn leven gered, Cas. Ik zweer het. Ik denk dat we een nieuw aspect van je krachten hebben ontdekt. Volgens mij gaf je mij wat van je energie.”
Cas schudde zijn hoofd, al wist hij zelf ook niet zeker of dit was om Elliots stelling te ontkrachten, of om… ja waarom eigenlijk? Het was iets wat hij niet kende, wat hij nooit verwacht had te hebben binnen zijn krachten. Zelfs controle om niet af te tappen was iets wat hem ontbrak, hoe konden ze dan van hem verwachten dat hij de energie met anderen zou delen?
Als dit waar was, wat zat er dan nog meer verborgen? Was hij nog meer een tikkende tijdbom dan ze zich ooit hadden gerealiseerd?
“Maar hoe,” mompelde hij. Hoe had hij dit ooit kunnen doen, als het waar was wat Elliot zei? Hoe zou hij dit ooit kunnen herhalen? Het zou een Russische roulette worden wanneer hij iemand zou aanraken. Zou hij energie aftappen of uitdelen? Niemand zou het van te voren weten, Cas nog het allerminste. “Hoe kan dit er zomaar zijn en gebeuren zonder dat ik iets stuur?”
“Jij moet naar bed,” zei Elliot beslist. Hij stond op (en Cas’ hartslag ging spontaan omhoog, want dude, pas op dat je niet omvalt) en draaide de deken om zijn arm heen om zihc tegen Cas’ aanrakingen te beschermen.
Met ondersteuning van Elliot kwam Cas omhoog. Hij kon dit zelf, echt waar, was wat hij hardop wilde zeggen, maar hij leunde net iets te veel op Elliot om dit geloofwaardig te laten zijn.
“We gaan naar onze kamer, ga je kunnen stappen?”
“Ja, dat moet lukken,” antwoordde Cas. Blijkbaar niet overtuigend, want hij werd door Elliot in de rolstoel in de hoek van de kamer geduwd. Voor een jongeman die eerder die dag letterlijk ingestort was van vermoeidheid, was hij verrassend sterk en stond hij verrassend stevig op de benen – in tegenstelling tot Cas.
Elliot duwde hem door de gangen heen naar hun bekende ruimte. “Maar als het waar is wat je zegt,” zei Cas. “Als deze kracht-“ Niet gave, nooit gave. “Als deze kracht zoveel uitgebreider is dan die leek, hoe heeft dat kunnen gebeuren? En zou die van anderen ook breder zijn dan ze lijken?”
Er zijn nog geen reacties.