Elliott Finnigan
Opeens waren er veel mensen om hem heen, te veel mensen die hij niet kende en die hem aan raakten.
"Cas? Cas!" Elliot probeerde zijn hoofd op te tillen om Cas te kunnen zien. "is er iemand bezig met Cas?"
"Maak je geen zorgen, Cas zal je niets meer aan doen." Zei een verpleegster, die met een lampje zijn ogen testte. Elliott probeerde zich te draaien.
"Hij heeft me gered." Murmelde hij.
"We gaan je onderzoeken, kijken wat de schade is van twee keer zo kort na elkaar in met hem te zijn."
"Maar." Protesteerde Elliott zachtjes. "hij heeft me gered."
Hij werd zijn rolstoel in getild en naar de ziekenboeg gereden, waar ze hem begonnen onderzoeken. Ze lieten hem testjes doen, deden een scanner en lieten hem toen even rusten op een bedje terwijl de dokter de resultaten bekeek.
"Hoe gaat het met Cas?" Vroeg Elliott aan de dokter, zodra die binnen kwam. "Ben je bij hem al geweest?"
"We zijn nu vooral bezorgd om jou, Elliott. Cas zal wel in orde zijn."
"Maar hij trilde, hij..."
"Focus nu maar even op jezelf." Sprak de dokter met een vriendelijke glimlach. Dat deed Elliott fronsen.
"Ik wil Cas zien." Sprak hij.
"Je spullen worden naar een andere kamer gebracht en je hoeft Cas niet meer onder ogen te komen. Rust nu maar."
Elliott kwam rechtop zitten.
"Ik zei, ik wil Cas zien."
Een ongeduldige zucht van de dokter.
"Elliott, Cas is gevaarlijk..."
"Hij heeft mijn leven gered, daar moet ik hem toch op zijn minst voor bedanken?"
Een nog diepere zucht van de dokter.
"Fijn, fijn... Ik zal zien wat ik kan doen."
Tien minuten later werd een vechtende Cas de kamer in geduwd, duidelijk niet blij met het gedwongen bezoek. De gesloten deur kreeg een flinke trap na van de blonde jongen.
"Cas?" Vroeg Elliott zacht.
Er zijn nog geen reacties.