O32 || Cassian
Hij zat vast. Hij kon niet weg. Ze hadden hem ze hadden hem ze hadden hem. De ogen van zijn ouders keken hem aan. Jouw fout jouw fout jouw fout. Op de grond lagen zijn zussen, zijn neefje, zijn ouders. Elliot.
Jouwschuldjouwschuldjouwschuld.
Een aanraking liet hem abrupt overeind schieten, met zijn hoofd tegen een tralie aan. Zijn hartslag ging te snel en zijn shirt plakte aan zijn lijf. Alles plakte en was vochtig. Waar was hij? Waar was zijn familie? Hij had hen pijn gedaan!
"Cas, rustig. We zijn op onze kamer in het instituut, je bent oké, ik ben bij je." Er lagen geen lichamen op de grond, er zat enkel een jongen naast hem, die hem voorzichtig uit de doorweekte lakens bevrijdde. Cas stond meteen op, vergrootte de afstand meteen tussen ze.
"Ben je oke?"
Cas glimlachte wrang. "Ja, het- het gaat wel." Het beeld van zijn familie, het beeld van Elliot daar zo doodstil op de grond stond op zijn netvlies gebrand.
Elliot ging even douchen en Cas bleef alleen over in de ruimte. Hij leunde voorover tegen de muur, zijn hoofd rustend tegen de koele stenen. Alles plakte en was bezweet. Alles in hem vertelde dat het niet goed was. De adrenaline was nog zeker niet gezakt.
Het was een nachtmerrie geweest, vertelde hij zichzelf. Enkel weer een nachtmerrie. Maar het had zo echt aan gevoeld om daar te zijn. Het was weer een beeld dat hij voorgoed bij zich zou dragen.
Hij had afleiding nodig besloot hij. Hier in deze te kleine en benauwde kamer blijven zou zeker niet helpen, dus verliet hij de ruimte. Maar niet voor hij een briefje voor Elliot achter had gelaten. Ben even sporten.
De gezamenlijke ruimtes waren nog verlaten zo in de vroege ochtend, en zo ook de sportruimtes. Het maakte dat Cas niet naar de boksbal ging, wat zijn gebruikelijke uitlaatklep was bij nachtmerries, maar afsloeg richting het zwembad. Hij had geen zwembroek bij zich, maar eerlijk, een boxer leek er bijna op. En er was verder niemand die hem zag.
Het water werkte verkoelend op zijn huid. Hij was zo oververhit geweest en dat spoelde nu allemaal weg. Als hij zijn hoofd onder water hield, kon hij niks meer horen, enkel het gesuis van het water. Hij kon bijna doen alsof hij zijn gedachten niet kon horen.
Maar natuurlijk hoorde hij die wel. Hoe moest hij Elliot nog onder ogen komen? De jongeman had hem op zijn uitersten gezien. Had zijn krachten in haar vol gevaar aanschouwd. Had gezien hoe moeilijk het was om rondom mensen te zijn. Had nu gezien hoe de nachten ook geen rust boden. Hoe moest Cas nog met hem aan de keukentafel zitten, terwijl hij zo weinig van de jongeman af wist?
Er zijn nog geen reacties.