CASSIAN


I am forever chained to myself; that's what I am, and that's what I must try to live with.

Had degene die het stroom bediende moeten protesteren tegen het verzoek van Cas om het apparaat in de maximale stand te zetten? Waarschijnlijk wel. Gebeurde dat? Nee. Iedereen hier kende Cas, wist dat er geen tegenspreken was wanneer hij zijn zinnen op iets gezet had binnen de training. In plaats van protest of de vraag of dat wel verstandig was, werd de knop omgezet.

En nu schreeuwde Cas het echt uit van de pijn. Bijna hoorde hij de woorden niet die zich afvroegen of Cas gestopt moest worden. Bijna hoorde hij de directrice niet die haast nonchalant antwoordde dat Cas van geen stoppen wist.

Bijna hoorde hij de echo niet van de woorden die al gesproken waren. We zullen zorgen dat het niet meer gebeurt. De plant eindigde opnieuw dor en bruin.

Hij was bezweet, zijn hartslag ging te snel en zijn ademhaling ging hijgend. Maar de plant bleef niet groen, hoeveel schokken hij ook toegediend kreeg. Hoeveel pijn het ook deed. Het was net als altijd. Altijd weer die mislukking, altijd weer de beheersing die niet wilde blijven.

Wat niet was als altijd, was de deur die geopend werd, de rolstoel die naar binnen reed. Het was een onbekend gezicht dat naar hem keek, maar Cas wist in alles dat het Elliot was die naar hem keek. Elliot die voor het eerst niet giftig leek te voelen, zelfs niet toen hij zijn mond opende. “Cas, stop, je maakt jezelf nog kapot man.” Voor het eerst wilde Cas hem de mond niet snoeren, zelfs al had Elliot zich er niet mee te bemoeien. Voor het eerst had Cas niet het gevoel de jongeman voor hem een klap te willen verkopen.

“Zo’n schock. Das niet gezond. Je bezorgt jezelf nog orgaanfalen.”

“Alsof iemand daarom zou geven,” mompelde Cas. Zijn spieren deden pijn, de bekende vermoeidheid die hij na elke training met elektrische schokken had.

De directrice volgde Elliot. “Misschien is het best als jij nog even rust neemt, Elliot. Cas, ik denk dat ook jij genoeg getraind hebt voor vandaag.” Cas had willen protesteren, maar nu de focus op de training was doorbroken, voelde elke beweging aan als één te veel. En tegelijkertijd kon hij amper stilzitten, zat hij met zijn vingers te wriemelen, met zijn voet te tikken. Bleef de energie door zijn lichaam stromen tot hij een uitlaatklep gevonden zou hebben.

Nadat Elliot en de directrice de kamer hadden verlaten, werd ook Cas terug naar de isoleercel gebracht. Ondanks dat de training weer opgepakt was, was de isolatie nog niet over. Of hadden ze de verstandige beslissing genomen om hem weer apart te houden?

Het duurde nog drie dagen voor Cas uit de isoleer werd gelaten. Of drie trainingen waarbij weer ontelbare planten sneuvelden. Normaal was er één training per dag, maximaal.

Drie dagen waarin Cas alleen zat en niemand sprak. Drie dagen waarin Cas zich afvroeg wat zijn toekomst zou worden, of hij nog terug zou kunnen naar de kamer waar hij al die jaren geleefd had. Zouden ze al bezig zijn om zijn oude spullen terug te plaatsen?

Maar toen Cas na drie dagen eindelijk het bericht kreeg dat zijn tijd in de isoleer erop zat, brachten ze hem niet naar zijn oude ruimte, maar naar de groep. Iedereen keek naar hem toen hij binnen kwam lopen. Gesprekken stopten of startten juist op.

Cas deed net alsof hij het niet door had terwijl hij door de ruimte liep, recht naar de sportzaal. Hoewel hij die ochtend geen training had gehad en hij de overtollige energie zijn lichaam al uit had gewerkt, voelde de plek vertrouwder dan de woonkamer aanvoelde. De sportzaal was leeg, en Cas liet zich in een hoekje neerzakken.

Hij snapte het niet. Waarom lieten ze hem hier terugkeren? Wilden ze nog meer gewonden? Wilden ze er extra inwrijven dat hij zelfs in zo’n groep niet kon wonen, laat staan in de echte wereld? Dat hij zijn familie nooit meer zou terugzien? Waarom was hij hier?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen