O1O || Cassian
Heel even verdween het hoofd en toen er weer iemand terugkeerde was het niet langer het monster dat naar Cas keek, maar het gezicht van Elliot. Niet dat Cas ook maar enigszins blijer was om dit gezicht te zien. het gevoel bleef… verkeerd. Ook nu hij Elliot in de ogen keek, bleef het gevoel dat er iets niet klopte.
“Om je eens goed te laten schrikken. Is het klaar met de asshole uithangen nu? Of is er meer nodig om door die dikke schedel van je te dringen?”
Cas trok enkel een wenkbrauw op. De irritatie voor deze jongen bleef. Wie de fuck deed dit nou? Wie bedacht er dat het een goed plan was om op deze manier om te gaan met een kamergenoot, zeker een kamergenoot met onbekende krachten? Voor hetzelfde had Cas onbeheersbare vuurkrachten en zou er van Elliot nog enkel een hoopje as over zijn.
“Nou, ik hoop dat de boodschap aangekomen is. Ik ga slapen.” Cas hoorde hoe Elliot zich boven hem nog eens goed innestelde in de dekens. Zelfs het geluid daarvan vertelde hem dat Elliot een boodschap wilde overbrengen.
“Whatever,” zei Cas. Waar Elliot weer wilde gaan slapen, bleef Cas niet in zijn bed liggen. Hij stond op, greep een vest van de stapel pas gebrachte kleding die hij nog niet opgeruimd had, en opende de deur. “Just leave me the fuck alone, dude.”
Hij sloot de deur achter hem, misschien minder zacht dan aardig zou zijn voor degenen die ook hun kamer aan deze gang hadden grenzen. Niemand kon hem dwingen nu op de kamer met Elliot te zitten. Hij wist niet wat het was met die jongen, maar iets in hem irriteerde Cas mateloos. De manier van praten, van doen, van ademen haast. Het kroop onder Cas’ huid en zorgde meteen voor een afkeer.
En dan was er nog de actie van zojuist. Echt, waarom? Cas was misschien niet het meest vriendelijk geweest, maar wat had Elliot verwacht? Dat hij met knuffels en dikke vriendschap begroet zou worden? Cas had er niet voor gekozen om een kamer met hem te delen.
Nee, Elliot was ver over de scheef gegaan nu. Hij mocht nog van geluk spreken dat Cas zichzelf net op tijd had kunnen remmen. Cas kon niet voorspellen wat er een tweede keer zou gebeuren. (Kon hij zich wel inhouden?)
Hij was naar de sportzaal gelopen en was daar tegen de muur aan gaan zitten. Hij zag zich niet snel terugkeren naar hun kamer nu. Het was een boodschap aan Elliot, dat het echt niet oké was wat hij gedaan had. (Zijn hart bleef maar doorgaan, telkens als hij dacht aan wat er had kunnen gebeuren). Zijn vingers speelden met de touwtjes van zijn vest.
En misschien viel hij uiteindelijk in slaap, daar zittend tegen de muur. Misschien zou hij de ochtend erna met een stijve nek en rug wakker worden. Maar nu kon hij zich niet ertoe zetten om terug naar de slaapkamer te gaan, om zich nogmaals in die positie te brengen. Om zich niet op tijd te kunnen afremmen.
Er zijn nog geen reacties.