CASSIAN


I am forever chained to myself; that's what I am, and that's what I must try to live with.

Het was een donderdag, dat was iets waar Cas zeker van was. Het was een donderdag, en zoals elke donderdag zou er een pasta geserveerd worden. Zoals elke donderdag zou hij opgehaald worden voor een trainingssessie en zou hij daarna een tijd tegen de boksbal in zijn kamer (cel?) slaan om alle overtollige energie eruit te werken.
Maar het was geen doodgewone donderdag, hoe graag Cas ook zou willen. Want in plaats van dat hij opgehaald werd naar de trainingsruimte, in plaats van dat hij door steriel witte gangen liep, stond hij in een grote ruimte vol banken, kasten, decoratie en zelfs wat huisplanten. Alsof het plaatsen van planten de gehele situatie beter zou maken. Cas hoefde maar één keer met zijn arm langs een plant te strijken en ze zouden niet langer groen zijn, maar dor en bruin.
Hij hoorde stemmen in een andere ruimte, stemmen die steeds dichterbij leken te komen. Het maakte dat Cas zich omdraaide en naar de gang liep waar alle slaapkamers zouden moeten zijn. Hij had er nooit voor gekozen om naar deze groepswoning te gaan, en toch was dat wat de onderzoekers voor hem besloten hadden op deze absoluut niet gewone donderdag.
Hij had tegen hen gezegd niet in een groep te willen leven. Had hen eraan herinnerd waarom hij beter niet onder de mensen kon zijn, maar ze hadden enkel geglimlacht naar hem en hadden hem alsnog naar de groep laten verplaatsen. Zelfs zijn verzoek om handschoenen, om beschermende kleding was afgewezen. En door de temperatuur in de ruimte had hij zelfs zijn vest niet mee mogen nemen. Hoewel de ruimte groot was, wist Cas hoe makkelijk het was in ruimtes als deze om bij het passeren toch met de armen langs elkaar te strijken.
Dus toen de stemmen, de andere nieuwe inwoners van deze groep, dichterbij kwamen, zorgde Cas ervoor dat hij niet langer in de woonkamer was. Zijn slaapkamer klonk alsof hij daar meer rust zou hebben voor hij in de algehele ‘laten we allemaal zeer beleefd en vriendelijk naar elkaar doen’ terecht kwam.
Maar toen Cas de deur van zijn slaapkamer opendeed (kamer 8, daar was hij zeker van), was het eerste wat hem opviel het stapelbed. Ja, dat zag hij goed, het stapelbed. Een extra controle vertelde hem dat dit echt kamer 8 was.
Zelfs in de slaapkamer zouden ze Cas niet alleen laten. Ineens kregen de alwetende glimlachen van de onderzoekers een hele andere betekenis. Dit hele gebeuren was een grote straf voor Cas.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen