EINAR 'R' HARDING


Sorry for smelling like cigarette smoke and staring at you all the time and laughing too loud and having a shaky voice when you tell me beautiful words that weren’t meant for people like me.

Ongeacht of de zelfverzekerdheid een masker was of niet, Annabelle leek het in elk geval te geloven. R zelf kende deze versie van zichzelf al te goed. De versie die niet gaf om wat anderen vonden en die eerder uitdaagde dan dat die een stapje terug deed.

Ze namen afscheid van Annabelle en toen waren ze weer met z’n tweeën. “Er zijn hier ook nog koekjes, als je wil? Of we kunnen samen iets bakken?” R was het niet gewend om koekjes tussendoor te nemen. Dat was een luxeproduct, en een waar zijn ouders altijd heel strak op waren geweest. Wanneer er gasten waren, kwamen er luxe koeken en anders werd het moment gebruikt als ‘familiemoment’, aka ‘breek alles waar R van houdt af’. Koekjes waren een van de eerste dingen waar R op was gaan bezuinigen.

“Of als jij nog plannen hebt, dat kan ook natuurlijk.” Ze zag er schattig uit als ze bloosde.

“Ik heb denk ik nog nooit koekjes gebakken,” was wat hij antwoordde. Het was de waarheid. Bakken had niet gehoord in huize Harding en had hij daarna ook nooit gedaan. Het had niet in zijn leven gepast, maar ergens verbaasde het hem niet dat het wel in Silvia’s leven hoorde. Haar leven bestond uit warmte en hartelijkheid en het hebben van een thuis. En in dat huis vol warmte en genegenheid paste het beeld van Silvia die met haar moeder en zusje stond te bakken.

“Ik heb enkel een avonddienst vanavond,” vervolgde hij. Hij pakte Silvia’s hand vast en gaf er een kneepje in. Hij wilde haar zo laten weten dat het goed was. Dat het niet nodig was om te blozen (al zou hij eeuwig naar een blozende Silvia kunnen kijken) of om zich te schamen. Dat wat het ook was waarop ze reageerde oké was.

“De rest van de dag heb ik geen plannen.” Of nee, dat was niet waar. Mevrouw Carter had de plannen al wel ingevuld voor hem: hij zou met hen mee-eten, en daardoor ook de dag bij hen doorbrengen. Had Silvia haar al iets verteld? Of was het zo duidelijk dat ze zich nu op de bank zat af te vragen wanneer haar dochter eindelijk eens iets ging vertellen? Of hoopte ze zo hem nog enigszins in de gaten te kunnen houden en te kunnen zien wat hij bij haar dochter deed? Of-

Voor hij echt in zijn gedachten verzeild kon raken, begon hij weer te lopen. “Al is het veel te mooi weer om de hele dag binnen te blijven, nietwaar?” Even frisse lucht en een wandeling (met Silvia, ga mee, Silvia) zou hem goed doen. Zelfs met een werkende paracetamol hielp frisse lucht tegen de laatste resten van een kater.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen