Hoofdstuk 17
Ik loop de Kiwi zaal uit. Een jonge vrouw vraagt waar mijn huis is. ‘Mijn huis is in Spijkenisse,` zeg ik. De vrouw vraagt wat mijn adres is. ‘Westerhoflaan 26,` zeg ik. De vrouw brengt mij naar de Westerhoflaan. Daar stap ik uit. Ik loop naar nummer 26. Ik zie een mooi meisje staan. ‘Hallo, ik ben Xenna,` zegt ze. Ik stel me voor. De mooie blonde haren van Xenna lijken te glinsteren. Xenna en ik lopen naar een grasveldje. Ik ga naast Xenna zitten. Xenna vraagt:‘ Robbie, zullen we samen iets leuks doen?`Ik knik. Uit het niets kust Xenna me. Ze vraaagt:‘ Was dat leuk genoeg?` Ik knik. Ik ben zo verbaasd. Je moet elkaar niet zoenen als je elkaar nog maar een kwartier kent. Xenna kust mij nog een paar keer. Daarna kus ik Xenna. Het blonde meisje kijkt lief naar mij. Ik kijk lief terug. We geven elkaar nog een paar kusjes. Xenna maakt van steentjes: X(H)R. Ik doe hetzelfde, alleen dan R(H)X. ‘Zo, we zijn echt verliefd, leuk,` zegt Xenna. Ik vraag:‘Klinkt het mooi, Robbie Linden en Xenna Dart?` Xenna knikt. Ze vraagt :’Wat klinkt mooier, Xenna Linden of Robbie Dart?` Ik zeg :’Xenna Linden is mooier.`
Er zijn nog geen reacties.