Hoofdstuk 2

Luuk gaat aan tafel zitten. Hij vraagt :’Waar blijven de andere?` Ik zeg :´Ik zie al iemand` terwijl ik naar Jessica wijs. Penny rent naar Jessica en verwelkomt haar. Jessica zit in groep 8, maar ik en Penny zitten in groep 7-8. Jessica gaat naast mij zitten. Isabelle houdt Penny haar hand vast. Er komen nog 2 kinderen aan. Victoria en Lieve. We wachten nog op Livia. Er zijn nu 4 kinderen op mij, Penny en Isabelle na. We zij dus met 7 kinderen. Ik zie Livia aanhuppelen. Ze zwaait naar Penny. Jessica doet stiekem iets in mijn zak. Ze fluistert :´Pas openmaken als je alleen bent.` Ik zing mee met de verjaardagsliedjes voor Penny. Daarna rent iedereen weg om te spelen. Ik loop naar een hoekje. Ik pak het briefje uit mijn zak. Ik vouw het open. Er staat

Ik wil naar Roosendaal. Na dit feestje ga ik naar Roosendaal. Ik loop naar Jessica en vraag :´Ik heb hem gelezen, ga je mee?` Jessica knikt. Ze vraagt :´Morgen op school bespreken we het, oke?` Ik knik ja.