114 || Einar Harding

and I'm definitely going to let you.
De autostoel voelde zacht aan onder R’s rug. Onder hem kwam de auto brommend tot leven. Het vertrouwde geluid had iets kalmerends. “Dit is een droom,” mompelde hij zacht voor zich uit. Het kon niet anders dan dat dit een droom was. Straks zou hij wakker worden in zijn huis waar de geur van verf en sigarettenrook niet langer de kamers wilde verlaten, en zou hij enkel een stijve rug hebben omdat hij op de bank in slaap gevallen was.
“Je droomt van ruzies met een meisje en discussies met leerkrachten zodra die ruzie opgelost is?” R humde alleen zacht, zijn ogen nog steeds gesloten. Van de rit zelf kreeg R weinig mee. Echt in slaap was hij niet, maar helemaal meer bij bewustzijn ook niet. Zat hij vijf minuten in die auto, tien? Een uur?
Maar uiteindelijk stond de auto stil en werd er van R verwacht dat hij zou bewegen. Iets wat lukte met wat hulp van Silvia. Zijn benen leken het niet helemaal eens te zijn met het feit dat hij op moest staan.
Maar met hulp van Silvia eindigde hij op een stoel. Silvia verzorgde voorzichtig zijn handen. Echt helemaal wakker was R niet meer. “Net een ridderfilm,” humde hij voor zich uit. “De fair lady die de wonden moet verzorgen.” Was hij dan de held in het glimmende harnas of de bandiet uit de bossen?
En met nog meer hulp van Silvia wist R zelfs boven aan de trap te geraken. Zonder echt na te denken waar hij was of zelfs maar om zich heen te kijken, plofte hij neer op het bed. De dure schoenen die net niet goed gepast hadden kreeg hij met geen mogelijkheid uit. Silvia tikte zijn handen opzij en binnen een paar seconde stonden de schoenen keurig op een rijtje.
“Als je moet kotsen, hierin graag. Als je wilt liggen, mag dat. Ik ben zo terug, oke?” R sliep al voor ze uitgesproken was.
---
Het eerste wat R merkte toen hij zijn ogen open deed, was hoe fel het licht was. Het tweede was hoe hard zijn hoofd aan het bonzen was. Hij sloot zijn ogen om zich te beschermen. De korte beweging waarin hij in eerste instantie overeind had willen komen, was genoeg voor het bonzen om nog sterker te worden. Hij kreunde zacht. Het voelde alsof er een kudde olifanten over zijn hoofd gerend was. Een kudde olifanten die had willen leren tapdansen dan wel te verstaan.
Met meer beleid dan eerst opende hij opnieuw zijn ogen een heel, heel, heel klein stukje. Het licht deed haast pijn aan zijn ogen. Toch dwong hij zichzelf om heel iets overeind te gaan zitten – om meteen zijn maaginhoud in de prullenbak naast het bed te gooien.
De golf misselijkheid leek niet weg te trekken terwijl R boven de prullenbak hing, maar eerder door een tweede grotere golf overspoeld te worden. Opnieuw vonden de resten maaginhoud de prullenbak.
Pas toen het zeker duidelijk was dat er echt niks meer in zijn maag zat, dwong R zich verder rechtop te gaan zitten. Zijn hoofd bonsde bij elke beweging die hij maakte een beetje meer.
Naast het bed stond een glas water met een paracetamol, die R in een grote slok naar binnen werkte. Zijn maag protesteerde direct bij het beetje nieuwe inhoud, maar ditmaal hield R alles binnen. Uit ervaring wist R dat het nog niet genoeg water was wat hij nu gedronken had. Dat was ook de enige reden dat R zichzelf toch overeind duwde tot hij stond, al protesteerde zijn hoofd steeds harder.
Met de prullenbak in de hand wist R zich door de ruimte te slepen, tot hij bij een badkamer kwam. Hij was even compleet gedesoriënteerd waar hij terecht gekomen was, maar bij hem thuis was het in elk geval niet.
In de badkamer liep hij slaapdronken op de wasbak af, waar hij wat water in zijn gezicht spetterde, zijn mond spoelde en een paar grote slokken water nam. Het hielp hem niet om de kater of de laatste restjes slaap van zich af te schudden. Hij had niet gezien dat Silvia in diezelfde badkamer gestaan had.
De avond ervoor was één grote zwarte vlek voor hem.
Er zijn nog geen reacties.