100// Silvia Carter
R’s ene mondhoek trok licht omhoog, maar er zat geen humor in. Alsof hij het zwaar had met zichzelf momenteel, of hij gewoon strontzat was.
“Alleen hoort Romeo daar beneden buitengesloten te zijn,” zei hij. Hij keek naar beneden. Even was Silvia bang dat hij zou springen, zou ze hem dan kunnen tegenhouden? Zou hij het haar kwalijk nemen als ze het probeerde?
“Niet alles is op papier te vangen,”, antwoordde hij op haar opmerking over de lichtjes. Dat moest ze dan maar aannemen, maar de lichtjes, en de sterren, naast hem. Ze printte het moment in haar hoofd in.
Op die over Tessa lachte hij alleen maar kort en humorloos. Alsof hij wist dat er iets aan zat te komen dat hij niet leuk zou vinden.
“Dat weet ze wel vaker,” antwoordde hij. “Wat voor onzin was het nu weer?”
Silvia slikte, want ze was bang dat het inderdaad onzin had geweest wat Tessa geïmpliceert had.
"Het is niet per se onzin?" Begon ze zeker."Tenminste, als het waar is, dan zou het geen onzin zijn maar net leuk nieuws?"
Ze zag de spanning in zijn schouders en kneep zacht in zijn vingers.
"Ze zei dat...Dat jij,..." Ze stopte even en haalde diep adem. "dat jij als een schoothondje achter me aan loopt en dat ik je telkens pijn doe."
Ze gluurde opzij naar R, gaat vingers gleden tussen die van R op de koude betonnen rand.
"Ik zou je nooit pijn willen doen. " Fluisterde ze. "En het spijt me als ik dat wel gedaan heb."
Ze zuchtte en ging verder met haar monoloog:"Ik heb haar gezegd dat het eerder andersom was, dat ik achter jou aan liep maar dat jij duidelijk geen interesse hebt, en toen... Nou ja, toen sloot ze me dus buiten op de brandtrap. De deur is trouwens echt op slot, we zitten hier vast."
Ze merkte dat ze trilde, door de stress en de heftigheid van deze bekentenis, en van de kou. Ze kon het niet aan om te wachten en stond op.
"Je vind het vast belachelijk,..." Verzuchtte ze, en sloeg haar armen om zich heen tegen de kou , de wind speelde zacht met haar jurk en haar haren. Ze beet op haar lip en voelde zich klein en kwetsbaar, en dus bereidde ze zich voor om te vluchten.
"Ik ga maar eens kijken of de deur terug open is, doe geen domme dingen alsjeblieft. Beloof het me?" Vroeg ze hem zacht, en stapte langzaam achteruit richting de trap. Klaar om terug naar hem toe te rennen bij het minste teken dat hij iets zou doen.
Hoezo zou R het schoothondje zijn van hen twee?
Er zijn nog geen reacties.