Hoofdstuk 56 - Dan Maar Naar May
May zat voor me in het zwarte zand, en ik besloot naast haar te gaan zitten. Mijn schoenen, die ik nog in mijn hand had, legde ik naast me neer. "Goh, dat was me de ochtend wel," lachte ik, hopend op een rustig, normaal gesprek.
"Ja," zei May afwezig.
"Is er iets?"
"N-nee. Er is niets." Wow, sinds wanneer stotterde May? Dat was mijn ding.
"Oké." Ik geloofde haar voor geen meter maar volgens mij wilde ze niet dat ik doorging met vragen. Dus deed ik dat niet. "Wil je iets eten?"
"Graag, maar het lijkt me verstandiger als we wachten tot Flynn wakker is."
"Dat kan nog wel even duren," lachte ik. "Maar het is inderdaad verstandiger."
Even later lagen May en ik in het zwarte zand naar het dak van de grotachtige kamer te kijken.
"Weet je, ik vind het echt jammer dat we de sterren niet kunnen zien." Ze had ook iets over sterren in haar dagboek gezet. Wat ik gelezen had. Zonder toestemming. Dus dat hoefde May niet te weten.
"Het komt wel goed. Ooit ga je weer sterren zien."
"Alex, je weet zelf dat dat niet waar is." Ik wist van niets. In mijn ogen was ze sterk en slim en zou ze de Arena zonder enige moeite uitkomen. Zij wel.
"Je hebt meer kans dan ik heb."
"Dat is níét waar, Alex." Ik keek haar aan met een blik die alles zei wat ik dacht. Dat kwam neer op “Serieus?”. May begon daardoor gelijk aan haar eigen uitspraak te twijfelen. "Oké, misschien kan je niet goed vechten, maar je zal in ieder geval niet verhongeren."
"En dan wat? Dan kom ik uiteindelijk toch een tegenstander tegen. Dan zegt diegene van;” Ik zet een gek stemmetje op. “‘Kom, laten we vechten! Ik zal toch overwinnen en dan win ik deze spelen!’” Ik schakel terug naar mijn eigen stem, om te laten zien wat ik zou reageren. “‘Niet zo snel wrede collegatribuut! Ik heb geen honger! En ook nog eens voedsel!’”. De gekke stem maakte zijn terugkeer. “‘Oh nee! Ik ben verslagen!’” Ik zuchtte, maar May lachte. Ik wilde mee lachen maar de boodschap achter dit luchtige voorbeeld vond ik toch niet erg leuk, dus kon ik mezelf niet aanzetten tot lachen. “Zo gaat het nou eenmaal niet.”
“Misschien niet, maar als dit een kookwedstrijd was had je zo gewonnen.”
“Als dit een kookwedstrijd was had ik hier niet met verband om mijn been gezeten.”
“Maar ik wel,” lachte May. “Als je dacht dat ik veilig een ui kon snijden dan dacht je dat lekker fout.” Ze vrolijkte me daarmee wel een beetje op, dus besloot ik het onderwerp te laten gaan. Het ging niet veel beter worden dan het al was.
Reageer (2)
Heerlijk dit
4 jaar geledenDat is een heel goed tegenargument. Love het idee van de crew in een kookwedstrijd tho 4 jaar geleden