Hoofdstuk 48 - Wensen
Het bleef nog even stil terwijl May, Flynn en ik vol ongeloof naar de lasagne staarden.
Ik wilde ondertussen mijn hoofd zo ver in mijn handen begraven dat mijn handen als persoonlijk graf konden dienen voor mijn hoofd. Als ik zei dat ik nooit roder was geweest, dan meende ik dat. Volledig.
"Je gaat me niet zeggen dat je een lasagne hebt gewenst." Flynn klonk nog steeds aardig boos. En terecht. Er stond een schaaltje lasagne een meter of twee van ons vandaan.
“Dan zeg ik het niet.” Geen goede timing voor een grap. Dat vertelde de boze blik van Flynn me.
"Lasange, geweldig! Zoals beloofd!" May leek het erg amusant te vinden.
"Vind je dit grappig? Hij kon alles wensen en hij wenst een lasagne." En hij stond erbij, Flynn. Hij kon ook praten. Maar oké.
"Ik stond onder druk! Nog even en ik had je vuist in mijn gezicht gekregen," verdedigde ik mezelf, maar ik had gelijk spijt. Ik wilde geen ruzie meer met Flynn. Ik wilde knuffels.
"Denk je dat echt? Ik heet geen May, hé?" Met die opmerking trok hij de tablet iets te hard uit mijn handen.
"Is het wel lasagne volgens jouw recept?" vroeg May lachend, en ik dacht terug aan de lasagnekookkunsten van het Capitool. Beter dan dat zou het wel niet zijn.
"Waarschijnlijk niet. Helaas," zei ik, met een neppe verdrietige gezichtsuitdrukking. De niet nep boze Flynn was chagrijnig tegen een muur aan het leunen met zijn rug. Ik wilde met hem praten, maar daarvoor was hij net te boos. En het gesprek met May was eindelijk een beetje luchtig, en als er iets was wat ik nodig had, was het dat wel.
"Aw, anders kon ik toch nog een soort van je kookkunsten proeven. Jammer."
"Hé, ik heb gisteren nog voor je gekookt!" grapte ik semi-beledigd.
"En het was heel lekker. Maar geef toe, niet helemaal de complete ervaring."
“Hmpf.” Ik wendde me tot Flynn, om mezelf af te leiden van de catastrophe van een lasagne waar we het over hadden. “Wat ga jij wensen?”
“Ik weet het niet. Geen lasagne, dat is zeker.”
“Kom op, Flynn. Sorry. Ik wilde gewoon niet dat je die tablet uit mijn handen zou rukken en dat er iets gevaarlijks zou gebeuren.” Hij bleef stil. “Het spijt me echt. Ik zal de volgende keer iets beters wensen.” Er zou geen volgende keer komen, maar dat maakte niet uit. Ik legde de tablet op tafel.
Flynn zuchtte. “Nee, ik moet sorry zeggen. Ik ben gespannen. Ik wilde je alleen maar beschermen, dus wilde ik de tablet afpakken. Maar… het is oké. Jij bent oké.” Hij sloot zijn ogen even en haalde diep adem. Hij trok me in een knuffel. “Je bent wel echt een sukkel.”
“Nou zeg. Ik een beetje lief lopen te doen om onze ruzie op te lossen, ben ik een sukkel!” lachte ik. Ik gaf hem een kus, maar aangezien ik zijn recent gewurgde nek geen pijn wilde doen, deed ik het maar, zoals vaker die dag, op zijn schouder.
“Maar wel mijn sukkel,” zei Flynn, en hij prikte me in mijn buik, waar ik dus zeer zeker niet tegen kon. Ik dook giechelend weg.
“Leuk theefeestje, jongens. Zullen we weer bezig gaan met de realiteit, of willen we hier nog eventjes mee door?” Oh nee. May was er nog. Ik werd rood en keek naar de grond. Flynn nam een andere aanpak en stootte van zich af.
“Chagrijn.”
“Vriendjesdief.”
“Jongens! Stop,” zei ik beledigd. Ik had net een ruzie achter de rug, ik hoefde er niet nog een. “Probeer gewoon wat aardiger te zijn, oké?” Ik keek ze beiden lief aan, in de hoop dat die blik ze wellicht zou overtuigen.
“Mijn aardigheid is op.”
“Wens een nieuwe voorraad!” stelde ik vrolijk voor. Het was tenminste een idee.
"O ja, dan komt er zeker een spuit met aardigheid erin die ik dan in mijn arm kan spuiten."
"Misschien. Ze hadden lasagne."
“Sukkel.” Ik ontweek Flynn, die me voor de tweede keer in mijn buik wilde prikken, en ik prikte hem in zijn buik. Ha. Het feit dat mijn hand zijn sixpack raakte en geen shirt bracht me even in verwarring en de realisatie dat hij nog steeds maar een half shirt droeg zorgde ervoor dat ik weer ging staren. Flynn grijnsde naar me, sloeg een arm om me heen en legde zijn focus toen op de tablet.
“Goed, we gaan eens een wens doen.” Hij typte wat in, maar draaide de tablet zo van me weg dat ik het net niet kon lezen.
“Wat heb je gewenst?”
"Dat zul je zo zien," zei hij, en even later kwam er een zwaard in een schede tevoorschijn uit het luik waar ook de lasagne uit gekomen was.
"Mooi zwaard," zei May.
"Dankjewel," zei Flynn terwijl hij de schede bevestigde aan zijn riem. "Zie je, ik kan wel aardig tegen May zijn."
"Goed gedaan. Ik ben trots op jou." Ik plantte mijn lippen op die van hem, maar even later realiseerde ik me pas dat May erbij stond. Een kus op de lippen vond ik toch iets te ver gaan waar zij was. Ze werd net al chagrijnig van het feit dat we geen ruzie meer hadden, moet je nagaan wat ze zou doen bij een kus. Mijn wangen werden rood, maar Flynn leek het niet te merken. Hij trok me dicht tegen zich aan, zijn handen op mijn rug. Het voelde rot om de kus te onderbreken, maar ik deed het toch, en hij liet me helemaal los. Maar ik wist niet wat ik anders moest doen.
Ik richtte mijn blik op de grond, want ik wilde Flynn niet recht in zijn ogen aankijken.
Toen ik even later naar hem op keek zag ik dat hij teleurgesteld was, hoeveel hij het ook wilde verbergen.
"Sorry," mompelde ik, en ik voelde me echt heel schuldig. Ondertussen begon het echt veel warmer te worden in de kamer.
"Je hoeft geen sorry te zeggen." Dat voelde al iets beter, maar ik zag de teleurstelling toch nog een beetje in zijn ogen.
"Ik doe je niks hoor," zei May. Vorige keer sloeg ze me in elkaar, dus argumenten op dit vlak waren op één of andere magische wijze niet erg te vertrouwen.
Ik merkte hoe warm het was in de ruimte, en mijn eerdere conclusie dat het er steeds warmer werd, werd hierdoor alleen maar bevestigd.
Reageer (3)
Ze vergeten haar echt elke keer
Ja! 4 jaar geleden
blijft geweldig dit!
4 jaar geledenDamn rude
4 jaar geleden