Hoofdstuk 45 - Drama in een Cilindervormige Kamer
Ik had geluk dat Flynn me rustig neerzette en me niet op de grond liet vallen. Hij stapte boos en met een veel te hoge snelheid voor deze kleine kamer op May af. Even vreesde ik voor haar leven, hoeveel vertrouwen ik ook had in May.
“Flynn, niet doen! Alsjeblieft!” We wisten beiden wat ik van hem vroeg, maar hij weigerde te luisteren.
“Geef me één goede reden waarom ik haar niet zou vermoorden.” Omdat ik niet nog een dood wilde zien. En omdat het May was. En… Ik wist niks meer.
“Dat zou je toch niet lukken,” begon May. “Oh, en ik kan best aardig zijn. Kijk! Twee redenen!” Als May niet snel zou stoppen zou het haar einde zijn. Of dat van Flynn. Ik had paniek. Heel veel paniek.
“Jij weet niet eens wat aardig zijn is,” zei Flynn boos. Ik dacht na over of Flynn en May ooit hadden gepraat, en kon me geen enkel moment herinneren. May was best aardig, soms. Niet altijd. Vaak niet. Maar soms.
“Oh, jij wel? Gelukkig maar. Ik werd al bang.”
Dit moest stoppen. Ik wist niet hoe, en ik wist dat ik niet de juiste persoon hiervoor was, maar ik wist ook dat ik de enige persoon was, dus veel keuze had ik niet.
“Jongens, alsjeblieft,” probeerde ik ze te kalmeren.
“Ik doe niks, hij bedreigt mij.” May had een punt. Maar als ik één van de twee gelijk zou geven zouden er gewonden vallen.
“Vind je het gek?” Flynn klonk nog steeds woedend. Misschien was het wel erger dan eerst. Ik keek voor het eerst even goed naar hem. Zijn bruine haar zat door de war, en op zijn gezicht zaten kleine wondjes. Hij zag er moe uit, en waarschijnlijk was die vermoeidheid ook de reden dat hij zo boos was. En gewoonlijk kon hij May ook al niet uitstaan.
“Nou, een beetje wel. Maar doe vooral je ding.” Eigenlijk was het heel grappig. Flynn, die extreem defensief was - eigenlijk wel schattig - en May die alleen reageerde met droge opmerkingen en een vriendelijke glimlach. Maar op dat moment vond ik het niet erg grappig. Ik wilde door de grond zakken. Al waren we wel in een vulkaan dus zou de grond hier niet de veiligste grond zijn.
“Een beetje.” Flynn lachte, maar vrolijk was het niet. “Een beetje? Het is helemaal niet gek!” Ik haalde diep adem. Ik wist echt niet wat ik moest doen; als ik ertussen probeerde te komen werd ik weggestuurd. En het was niet alsof iemand anders in kon grijpen. Ik zakte verslagen met mijn rug tegen de muur naar de grond, en bleef daar zitten. Ik gaf het op.
"Zou je het me dan willen uitleggen? Aangezien ik het nog niet helemaal begrijp vanaf jouw perspectief." May leek wel heel kalm, als een slang, maar als je één verkeerde beweging maakte beet de slang je en was je er geweest. Het was bijna vals.
"Ben je nou zo dom, of doe je alleen maar zo? Je bent toch niet nu al vergeten wat je Alex hebt aangedaan? Daar ga je nog spijt van krijgen." Ik was heel even bang dat Flynn May aan ging vallen maar hij deed gelukkig nog niks.
“Dit is een nachtmerrie,” mompelde ik.
“Alex verdiende het.” May zei dat alsof het een feit was. Stoute jongens worden in elkaar geslagen. Ofzo. Ik was het er niet volledig mee eens.
“Hé!” reageerde ik beledigd.
"Ik was heel boos," verontschuldigende ze zich, op een vragende toon, alsof ze het zelf ook niet een hele goede reden vond. “We hebben erover gepraat en hij snapt waarom ik het deed. En nee, het spijt me, maar ik heb er geen spijt van.”
"Alex verdiende dat helemaal niet. Je had mij moeten pakken niet hem. Ik zoende hem.” Eindelijk! Iemand die het met me eens was. “En je wist dat hij geen partij voor jou zou zijn, maar je was gewoon te bang om mij aan te vallen."
“Wederom: hé!” En het was nog wel Flynn. Hmpf.
"Laten we wel even aardig blijven ja? Adey had me verteld dat zij Alex met jou zag zoenen. Ik wist niet dat dat jouw initiatief was en ik nam het Alex ook veel meer kwalijk." Weer begon May erover alsof het de normaalste zaak ooit was.
"Jullie hadden niks dus hij had alle recht om met iemand anders te zoenen." Flynn had gelijk, we hadden helemaal niets. We hadden expliciet gezegd dat we geen relatie hadden. Dus technisch gezien was het mijn recht om met Flynn te zoenen. Niet helemaal. Maar wel.
"Niets?" Ze mompelde iets onverstaanbaars, maar we werden alle drie afgeleid; de deur van de kamer sloot zomaar. Het feit dat ik niet de enige was, bevestigde in ieder geval dat ik niet hallucineerde. Mooi.
May trok aan de deur, maar die gaf niet mee. Hij verplaatste niet eens een millimeter. Dat was één sterke deur.
"Wat is dit?" vroeg Flynn. “Waar slaat dit op?”
"We zitten vast." Nee, echt, May? Dat had ik niet door.
Ik zat vast in een kamer met twee mensen die elkaar haatten maar mij liefhadden. Heerlijk. Kon ik dat over die nachtmerrie van eerder nog terugnemen? Dit was namelijk veel erger. Bedankt, Spelmakers, echt top.
"Fijn. Dit kan er ook nog wel bij," zei Flynn, mijn gedachten in woorden brengend.
May ging op de hoek van de tafel in de kamer zitten en Flynn gooide zijn spullen op de grond en kwam naast me zitten. Hij sloeg zijn arm om me heen, en hoewel het bij ons beiden (en de rest van Panem) bekend was dat we een relatie hadden voelde het toch nog speciaal, verwarrend en nieuw om aandacht van hem te krijgen. Zeker zo, in de Arena. Ik had zijn armen gemist, en legde mijn hoofd op zijn schouder.
Het was stil. De deur was beter in de ruzie stoppen dan ik ooit zou zijn. Ik vroeg me af of het productief was om een ruzie te voeren met de deur. Maar dat sloeg nergens op. Als Flynn en May nou dezelfde houding tegenover ruzies hadden gehad, was deze kamer niet zo’n grote hel geweest.
Reageer (2)
Mooie vergelijking!
Wauw! En het klopt nog ook. Zonder context zou dit een beetje raar klinken
zoals meerdere stukken uit deze storymaar nog steeds, WAUW! Zo zelfzeker 4 jaar geledenLove hoe verontwaardigd Alex is zonder echt iets verder te doen
Pff te snel geoordeeld MayOh no het is een "we were on a break" discussie 4 jaar geleden