Hoofdstuk 12 - Samuel
Sophie en Derk liepen weg en ik liep naar de andere kant van de kar, omdat ik weigerde sociaal te doen met Beth, die nu afwezig aan de ene kant van de kar stond. Ik keek om me heen om te kijken of May er ook al was. Toen ik haar zag was ik echt verbaasd, ze had een prachtige jurk aan van een patroon wat een mix leek van slangen- en vissenhuid, en elke keer dat ze bewoog leek de kleur te veranderen. Hoe kon zo’n mooi meisje mij leuk vinden? We waren niet samen, maar dat wilden we wel. En als het langer goed ging maakten we het wel officieel. Dat hadden we elkaar beloofd op het dak.
Mijn gedachten werden onderbroken door een opmerking. En tot zo ver de hoop dat ik niet sociaal hoefde te doen voor de Parade. Ik had Beth nog zo mooi ontlopen door drie meter verderop te gaan staan. Maar het was tevergeefs.
"Mooi shirt. Is het voor die meid?" klonk het opeens naast me, van de tribuut uit District 2, de kapstok. Ook bekend onder de naam Samuel.
"Welk shirt?" vroeg ik terwijl ik naar beneden keek, maar er was geen shirt te bekennen.
"Oh." zei ik. Samuel zuchtte. Ik kon er niet veel aan doen; ik was gewoon niet zo snugger als ik zenuwachtig was. De parade maakte me veel te zenuwachtig en dan vooral het feit dat ik hier halfnaakt stond.
"Je bent tóch niet gestikt daar in die lift? Ik ben onder de indruk." zei Samuel. Ik hoopte dat hij ging stoppen over de lift, omdat ik me er best wel voor schaamde. Niet voor May, maar wel voor het feit dat er andere mensen bij waren, wat ik voor mijn gevoel veel te vaak herhaalde in mijn hoofd. Het was gewoon allemaal zo verwarrend. Note to self: volgende keer afgelebberd worden op een privéplek.
Maar ik wilde niet laten zien dat ik me schaamde.
"Nee," antwoordde ik. "Ik kreeg tenminste wat actie, jij stond daar maar." Oh god. Ken je dat moment dat je gelijk spijt hebt van alles wat je zegt? Nou, dit was een geweldig voorbeeld van dat moment. Maar dat was 99% van mijn bestaan ook, dus uniek was het niet.
"Het is maar wat je actie noemt." zei Samuel. Kijk, ik vond het een gemeen ding om te zeggen dat ik “actie” kreeg, maar het was wel waar. Wat noemde híj actie dan? "Wie verpest er nou energie als je toch niet allebei het einde van het jaar haalt." ging Samuel verder.
"Nou ja, je kunt beter je laatste momenten mooi maken." Ik was niet gewend van mezelf dat ik zo was. Zo… optimistisch. Misschien ook een invloed van May. Samuels gezicht vertrok even, maar toen kwam er een grijns op zijn gezicht.
"Dat ligt er maar net aan of je het wel of niet verwacht te overleven," zei hij met een zelfingenomen blik. Ik liet me niet uit het veld slaan.
"Ik heb een kleine kans. Heel klein, als je naar mij kijkt. Maar er is kans." Weer zoveel optimisme. Waar was de oude Alex? Of was het gewoon omdat ik geen zwakte wilde tonen aan Samuel? Ik wist het niet. Misschien was ik niet aan het liegen toen ik Miles voor de Boete vertelde dat ik de Alpha man was. Misschien was ik het heel mijn leven al geweest, maar kwam het toen pas naar buiten, toen ik onder druk stond.
"Schattig.” En tot zo ver de illusie dat ik een Alpha man was. “In ieder geval weet je dat je het waarschijnlijk niet haalt." Wat wist hij ervan? Hij mocht dan wel een beroeps zijn, maar hij hoefde het ook niet per sé te overleven. Volgens mijn wiskundige berekeningen waren er vijf meer beroeps dan er overlevenden waren. Maar mijn wiskundevaardigheden waren net zo zielig als mijn sociale vaardigheden, dus ik zou er niet teveel op vertrouwen.
"Als jij zo doorgaat, haal jij het ook niet." Wow, dat schoot er snel uit, ik dacht er nauwelijks over na. "Ik. Ben. Niet. Schattig." zei ik er nog boos bij.
Samuel was even vrolijk als eerst. Hij leek het zelfs leuk te vinden dat ik boos werd omdat hij me schattig noemde. "Oh? die meid in die lift vond anders overduidelijk van wel." Hij moest echt stoppen over de lift, anders ging ik hem nog slaan. Nou ja, ik zou het proberen. Nou ja, ik zou het verbeelden in mijn hoofd. "En sinds wanneer ben jij de hongerspelen-expert?" voegde Samuel er vrolijk aan toe.
"Zij is anders." reageerde ik op het feit dat hij het over May had. Ik wist dat het cliché was, maar beter een cliché antwoord dan geen antwoord. En zeker nu. Ik was nog niet dichtgeklapt en dat was het achtste wereldwonder, maar dat betekende wel dat ik mijn best moest doen daarmee door te gaan. "En ik ben geen expert. Ik weet niet meer dan ik gezien heb, maar dat is al genoeg." Dat was een leugen. Het was aanzienlijk minder dan genoeg.
Samuel was verbaasd, of hij deed alsof. Ik kon het niet goed inschatten.
"Oh? En je baseert je mening op die paar minuten in de lift? Ik geloof niet dat je daar nou zo veel aandacht aan mij aan het besteden was." Als ik niet zo’n goed persoon was geweest (en harder kon slaan) had ik hem geslagen. Ik deed het niet, want het had waarschijnlijk toch geen zin gehad.
Ik werd rood en kon geen goed tegenargument verzinnen. "Dus?" vroeg ik, terwijl ik vurig hoopte dat de rode kleur snel weer weg ging trekken, en dat Samuel niet doorhad hoe kinderachtig mijn argument was.
"Dus jij weet niks over mij." zei Samuel veel te zelfvoldaan. Hij ging verder op een toon die suggereerde dat hij het tegen een vijfjarige had, wat me bijna deed kotsen. "En ook niet over mijn kansen in de arena, die, laat ik je even helpen, beter zijn dan de jouwe." Hij glimlachte ‘lieftallig’ naar me, "Als je het aan mij vraagt, is ze niet verliefd op je, ze wil iets van je. Of ja, dat zou ik denken als jij iets kon. Tja. Vrouwen." Vrouwen waren goede wezens. Ik begreep ze niet, maar nog steeds waren ze goede wezens. Nou ja, mijn moeder was nog wel eens streng, maar moeders waren uitzonderingen. En May was zeker goed, die zou geen vlieg kwaad doen. Althans, de May van het dak, niet de May in de Spelen straks. Ik kwam tot de conclusie dat Samuel echt moest stoppen.
"Nee. Ze wil niks van me, ze vind me aardig, omdat ík niet gemeen doe tegen iedereen die ik tegenkom," beet ik terug, wat misschien niet het beste idee ooit was, omdat ik hem daarmee nog een kans gaf om een rotopmerking te maken.
"Waarom zou ik lief zijn? Je gaat waarschijnlijk toch dood. Wat kun je eigenlijk wél? Nog geheime talenten?" Oh oh.
"Nou..." Ik probeerde een manier te verzinnen waarop het niet klonk als een verschrikkelijk nutteloos talent, maar dat was niet echt mogelijk. "Ik kan koken?"
"Ah." Hij knikte. "Dus toch wél geheime talenten! Ik zal je een mes geven, dan kun je misschien vingersoep van je eigen handen maken als je geen eten vind." Alsof ik geen eten zou vinden. Ik wist veel te veel van planten voor dat. Snel schoot de gedachten van aardbeienplanten door mijn hoofd, met de nadruk op snel, omdat ik niet wist hoe die eruit zagen.
"Ik gebruik liever die van jou" reageerde ik. Aan de ene kant was ik er heel trots op, maar aan de andere kant was het best wel voorspelbaar.
"Ja, maar ik herinner je er even aan: Ik ben bezig met de Hongerspelen winnen." Pff. De arrogantie. En de Spelen waren nog niet eens begonnen. Maar oké, hij viel later wel door de mand. Hoopte ik. Het laatste dat ik op dat moment wilde zien was Samuel die de Spelen won. "Geen tijd voor vingersoep. Nog veel plezier met je geweldige gerechten, ik ga. De mensen in het Capitool zijn dan niet erg snugger, maar daar heb ik tenminste wel iets aan. Doei." Dat was gemeen, maar ik was blij dat ik van hem af was. Hij liep weg. Ik probeerde te omvatten wat er zojuist was gebeurd, maar dat lukte niet per se. Was ik bedreigd? Was dat erg? Volgens mij was het ook wel de bedoeling van de Hongerspelen om dat gevoel van concurrentie op te wekken. Tijdens het denken staarde ik voor me uit. En wellicht keek ik daarbij onbewust naar May.
Reageer (2)
Technisch gezien kan je geen medetribuut zien winnen omdat je dan dood bent4 jaar geledenAwh wat aandoenlijk
Yess het is de komkommerman in hoogsteigen persoon
4 jaar geleden
Second this op alle vlakken
4 jaar geleden