1. Volle Maan
Onderzoekend bekijk ik mijn biologiedocent terwijl ze ons uitlegt hoe het menselijk lichaam in elkaar zit. Ik weet niet precies wat, maar er is iets gruwelijk mis met haar. Ze is geweldig, hoor. Echt waar! Maar ze is, anders en niet op de goede manier. Ze houdt iets geborgen. Ze draagt een duister geheim met zich mee, maar wat?
‘Je denkt nog steeds dat ze een weerwolf is, niet waar?’ vraagt Sven verontwaardigd. Sven is mijn beste vriend sinds groep één en hij weet hoe graag ik wat actie in het leven zou willen. Toen we samen naar de eerste klas gingen met VWO advies, leerde ik een andere vriend kennen. Zijn naam is Mike en hij is geobsedeerd door monsters. Hij heeft me een heleboel geleerd erover en daardoor ben ik mevrouw Flower steeds minder gaan vertrouwen, maar ook hij heeft mijn wantrouwen. Er zijn namelijk bepaalde dingen waar je op moet letten als je op een weerwolf jaagt, want ze zijn niet zoals in die typische horrorfilms. Weerwolven in het echte leven, zijn veel gevaarlijker. Overdag zien ze er uiteraard gewoon uit als mensen, alleen zijn er een aantal kenmerken waar je op kan letten. Maar het belangrijkste wat je moet weten, is dat er twee soorten weerwolven zijn. Degene die het met tegenzin zijn, of die het niet weten van zichzelf, hebben geen kenmerken. Als je het met tegenzin bent, kun je er meestal over praten en kan iemand je bevrijden door je echte naam te noemen wanneer je een weerwolf bent. Als dit niet gebeurd, zul je met volle maan iedereen vermoorden die je tegen komt. De andere soort zijn weerwolven die het willen. Zij kiezen zelf wie ze doden of verwonden en zijn dus echte moordenaars. Deze mensen zijn te herkennen aan verschillende dingen: op de onderkaak twee hoektanden, een paar plukken grijs haar en gewoon zwart haar en een extreem witte huid. Sommigen hebben ook nog last van uitslag, maar dat geldt niet voor ieder van hen. Ook versla je deze wezens niet zoals in de films en boeken. In real life, is het veel erger. Zilver zal niet helpen, net zoals al die andere verzinseltjes. In het echt moet je een weerwolf weten te verdoven en dan het hart uit zijn lijk krijgen. Als dat je is gelukt, hoef je het alleen nog maar te doorboren met een klauw van een weerwolf. Als je dit doet wanneer hij gewoon een mens is, zal de geest van de weerwolf iedere nacht-niet alleen tijdens volle maan-mensen blijven doden als wraak. Toevallig heeft mevrouw Flower alle kenmerken van een weerwolf. Zwarte lange haren met een paar grijze plukken, twee hoektanden onder en een extreem witte huid. Ook heeft ze een steekwond in haar been na de laatste volle maan zo’n drie weken geleden. Ze beweert dat het gebeurde in de keuken, maar ik geloof er niks van. Diezelfde nacht was er namelijk een man aangevallen die met een mes zou hebben gevochten voor zijn leven. Tegen een weerwolf. Mike vertrouw ik daarom ook niet, omdat de weerwolf hulp had van een ander en Mike ook zwarte haren heeft met grijze plukken. Zijn huid is ook aardig wit en hij heeft de tanden waar normaal de hoektanden zouden moeten zitten van een weerwolf laten trekken.
‘Natuurlijk!’ fluister ik. ‘Het kan niet anders! Het klopt allemaal!’
Sven zucht.
‘Ben je bloedserieus?’ sist hij ongelovig. ‘Geloof je nou echt wat die nerd zegt? Er bestaat niet zoiets als weerwolven!’
‘Daar zegt het nieuws iets anders over,’ werp ik tegen en hij houdt zijn mond. ‘Je gaat me toch wel helpen hè?’
Hij zucht nog een keer. ‘Enkel omdat je mijn vriend bent en ik niet wil dat je in de problemen komt.’
Nog meer theorieën spoken door mijn hoofd. Zou mevrouw Flower zoveel weten over het menselijk lichaam, omdat ze die ontleedt nadat ze ze om het leven heeft gebracht? Kippenvel verspreidt zich over mijn lichaam. Wat nou als de organen nog steeds bij haar thuis liggen?
‘Hoe wil je eigenlijk bewijzen dat ze een weerwolf is?’ vraagt Sven. ‘En wat ga je daarna doen?’
Ik haal mijn schouders op. ‘Eerst wil ik even nog praten met Mike, want iets in me zegt dat hij iets weet wat ik niet weet.’
Alle lessen zijn afgelopen en samen met Sven ren ik naar de fietsenstalling. Ik ben net op tijd, want Mike stapt net op zijn fiets om weg te gaan, maar wanneer ik zijn naam roep, kijkt hij om.
‘Hey, Jerry.’ zegt hij. ‘What’s up?’
‘Ik heb je hulp nodig,’ zeg ik. ‘Ik ben honderd procent zeker dat mevrouw Flower een weerwolf is, dus wil ik haar ontmaskeren. Doe je mee?’
Mike bevriest. ‘Uhm,’ stamelt hij. ‘I-Ik wil wel, maar ik kan niet, zie je. De volgende volle maan kan ik niet omdat, uh, tja, ik, uh, moet dan met mijn familie mee uit!’
Zonder mij de kans te geven nog iets te zeggen, fietst hij zo snel als hij kan weg en dit is mijn bewijs dat hij een verrader is. Hij is zelf een weerwolf, anders zou hij niet zo’n idioot argument bedenken. En dan ook nog eens zo stotteren!
‘Wat wil je nu doen?’ vraagt Sven. ‘Volle maan is al overmorgen!’
Ik krab op mijn hoofd.
‘We gaan eerst de docent even een bezoekje brengen,’ besluit ik. ‘Maar eerst ga ik me thuis voorbereiden.’
Ik ga naar huis en ga op zoek naar een verdovingspijltje, waarmee ik mevrouw Flower eventueel mee zou kunnen schieten als ze toch mocht veranderen. Daarna gaan Sven en ik samen naar het huis. Ik bespaar je de details, want het was heel saai. Niks bijzonders te vinden.
‘Ik zei het toch,’ zucht Sven. ‘Ze is geen weerwolf!’
Ik geef het nog niet op.
‘Tijdens volle maan, moeten we op jouw motor door de stad gaan rijden zodat we haar kunnen betrappen.’
Sven zucht en stemt in.
Ik ren de trap af en wil net naar buiten gaan, wanneer mijn moeder me nog even roept.
‘Wat ga je doen?’ vraagt ze verbaasd.
‘Ik ga nog even chillen met Sven,’ zeg ik wanneer ik hem ongeduldig zie wachten op zijn motor. Hij wiebelt een beetje terwijl hij even zenuwachtig naar de lucht kijkt. Het schemert en de maan is nog niet helemaal te zien, dus hebben we nog tijd tot mevrouw Flower zal veranderen.
‘Oké dan,’ zegt ze en ze geeft me een dikke kus op mijn wang. ‘Wees voorzichtig.’
Schaamtelijk zucht ik.
‘Ja, ja,’ mompel ik en ik ren naar buiten om bij hem achterop te springen. Wanneer we zijn vertrokken verschijnt de volle maan en trekt Sven de capuchon van zijn hoodie ver over zijn hoofd. Een aantal huiveringen verspreiden zich over zijn lichaam terwijl ik grinnik.
‘Je bent bang, hè?’ vraag ik lachend.
‘Ik? Bang? Echt niet!’ Zijn stem trilt en dit maakt alles duidelijk. lk lach nog harder en kan niet meer stoppen. Sven stopt de motor en rent weg.
‘Nee! Wacht!’ roep ik. ‘Het was maar een grapje!’ Ik wil achter hem aanrennen, maar iets anders trekt mijn aandacht. Ik kijk in een donker steegje en zie een heel spoor van een donkerrode vloeistof. In de duisternis is een silhouet te zien van een wezen. Een onmenselijk wezen. Het loopt op vier poten en heeft heel veel zwarte haren met grijze plukken. Zijn rug is krom en hij heeft vlijmscherpe klauwen. Met zijn scherpe tanden scheurt hij het vlees van een jongen van zijn lichaam af. Het lijk ligt in een bloedbad, maar leeft nog. Dat is te horen aan de kreunen die langzaam uit de mond komen van het slachtoffer. Dan besef ik met wie ik te maken heb.
‘Mevrouw Flower?’ vraag ik terwijl ik het steegje langzaam enter. ‘Ik wist het wel! U bent een weerwolf!’
Het harige beest kijkt op en grinnikt.
‘En toch durfde je nu pas in te grijpen, niet waar?’
Met haar puntige snuit duwt ze het lichaam dat bijna dood is mijn kant op. Het heeft zwarte haren en grijze plukken en zijn blauwe ogen schreeuwen om hulp.
‘Mike?’ Ik zat fout, Mike is enkel een slachtoffer. Maar wie was de andere weerwolf dan?! Snel grijp ik mijn pistool met het verdovingspijltje. Ik richt het op haar en bibber.
‘Wil je me doodschieten, kleintje?’ lacht ze. ‘Dat kan niet, of ben je dat soms vergeten?’
‘Ik ben helemaal niks vergeten,’ meld ik. ‘Hier zit een verdovingspijltje in, zodat ik dit voor altijd kan stoppen.’
Ze lacht. ‘Werkelijk? Eén verdovingspijltje? Daar heb je niet genoeg aan, liefje. Je hebt er minstens twee nodig!’
Ik bevries wanneer ik gegrom achter me hoor. Ik draai me om en zie nog zo’n verschrikkelijk monster staan. Alleen is deze veel groter en gespierder.
‘Nieuwsgierige kinderen zullen altijd worden gestraft,’ zegt hij binnensmonds. Dan voel ik een gevoel van verraad door mijn hele lichaam gaan. Nee, dit kan niet. Dit kan echt niet. Ik loop naar achteren en houd mijn pistool voor me. Ik schiet. En ik mis. Voor ik het weet word ik van achteren aangevallen en dan zie ik ook de andere weerwolf op me afkomen. Ze laten me lijden onder vreselijke pijn. Ze scheuren mijn huid van mijn lichaam en trekken mijn ledematen er af. Mijn organen worden uit me gehaald en tijdens mijn laatste adem wil ik nog iets zeggen tegen de grootste weerwolf.
‘Sven, waarom?’
Er zijn nog geen reacties.