Opeens verschenen er uit het niets nog 8 mensen.

Ik zag deze 8 mensen niet, maar voelde hun aanwezigheid. Het was anders dan daarvoor: eerder voelde ik het alleen als ik bekeken werd, maar nu kon ik de acht individuen apart voelen. Ik kon hun emoties voelen. De voorste vier waren angstig, maar toch nieuwsgierig, terwijl de vier daarachter een tijdsdruk voelde en heel machteloos stonden. Ik wilde me bijna omdraaien en zeggen: "No stress! Wat het ook is dat jullie dwarszit, het komt goed. "Maar Zephyra hield me tegen: "Niet omdraaien! Jij mag niet weten wie de vier anderen zijn in de normale wereld, net zomin als dat zij mogen weten wie jij bent. Eerst moet er iets gedaan worden aan je uiterlijk. Door je verbeelding kan je het naar believen veranderen." Het enige dat in mijn hoofd opkwam was: waarom? Waarom mochten we niet van elkaar weten wie de andere was? "De twee aspecten van deze wereld moeten strikt van elkaar gescheiden blijven. Ook al heeft iedereen één element van de magie in zich, als iedereen daar gebruik van zou maken, zou er een groot bloedbad komen en uiteindelijk leidt dat tot de uitsterving van het menselijk ras. Jezus, wat ben jij een vermoeiend mannetje", voegde ze er met een zucht aan toe. "Dat heb ik al vaker gehoord", zei ik met een brede grijns. "In ieder geval, beeld je je maar een ander uiterlijk in, dan kan je meteen kennis maken met je nieuwe vrienden."

Met frisse tegenzin deed ik wat ze vroeg. Ik beeldde me in dat mijn veel te korte, donkerblonde haar langer werd, en spierwit. Tot mijn verrassing kreeg ik ook echt langer, spierwit haar. Mijn irissen wou ik grijs met wit doorspikkeld, wat voor mij symbool stond voor de wind. En het belangrijkste, ik dacht mijn puistjes weg. Eindelijk daar vanaf! Zephyra bekeek me met een kritische blik, ze probeerde me aan te sporen om nog iets te veranderen: "Zo kan de rest je nog steeds herkennen als ze je op straat tegenkomen!" Maar ik was er faliekant tegen dat er nog iets werd aangepast. Ik vond dat ik al veel te veel had toegegeven. "Dan moet het maar zo", zei ze met een volgende zucht en ze keek geërgerd.

Ik mocht me eindelijk omdraaien. Voor mij zag ik vier jongeren van mijn leeftijd, en vier ouderen. Volgens mij waren ze allemaal op een gelijkaardige wijze al mij hiernaartoe gebracht. Zephyra stelde ze allemaal voor: "Te beginnen van links: Benjamin, de leerling van water, met zijn begeleider Dagon, het waterwezen. Kasper, de leerling van leven, met zijn begeleider Aeolus. Normaal gezien had daar jouw grootvader moeten staan, maar die is er nu niet meer. Ioanna, de leerling van vuur, met haar begeleider Nerpius, hoeder van de blauwe vlam. Romy, de leerling van aarde, met haar begeleidster Daphne, de nimf van de laurier. Ik zal me even moeten verontschuldigen, net zoals de andere begeleiders. Maken jullie vijf maar even kennis met elkaar." De vijf begeleiders gingen weg.

Meteen kwamen de vier weer wat tot rust. Zonder iets te vragen gaf Ioanna antwoord: "De afgelopen dagen hebben we geen moment meer gehad zonder onze begeleiders. Het zijn vriendelijke mensen -of beter gezegd wezens- maar na een paar dagen wordt dat zó vermoeiend. In ieder geval, fijn om je eindelijk te leren kennen, ehh, hoe je ook heet." "Wouter", zei ik vlug. Ik had er niet bij stilgestaan dat ik mezelf nog niet had voorgesteld. Ze deed me het meest denken aan een klein dropje. Ze was minstens een kop kleiner dan de rest. Blijkbaar was Zephyra niet de enige die gedachten kon lezen, want opeens begon ze te groeien tot zij een kop groter was dan iedereen. Plagend zei ze: "Wat ga je nu zeggen dan?" "Uum, is het koud daarboven?" Schaterend kromp ze terug naar haar oorspronkelijke grootte.

Zij was blijkbaar niet de enige van deze groep die gedachten kon lezen, want ik voelde Benjamin zijn ogen afkeurend in mijn rug priemen. Ik draaide me om om ook met hem kennis te maken. Nog voor ik iets kon zeggen, begon hij zelf al: "Geen gemene dingen over iemand denken!" Hij probeerde streng te klinken, maar dat was helemaal mislukt door het speelse glimlachje dat zijn mondhoeken omhoog deed krullen. Ik probeerde gauw iets gemeen te verzinnen over hem, en meteen riep hij:" Wat had ik nou gezegd!" Maar de brede grijns verried zijn geveinsde kwaadheid. "Ik ben Benjamin. Ik zou nog een hele hoop over mezelf willen zeggen, maar dat mag niet van onze begeleiders en ik durf ervoor te wedden dat ze hier nog ergens in de buurt zijn, dus veel kan ik niet zeggen." "Ik ben Wouter, en ik zit met ongeveer hetzelfde probleem."

Het kennis maken ging zo nog wel een tijdje door, en ik kon al met zekerheid zeggen dat ik deze vier mensen graag mocht. Heel graag zelfs. Mijn vriendschap met Jan verbleekte bij wat ik nu al voelde voor deze vier jongeren. Wij vijf hadden dan ook veel meer gemeen dan Jan en ik. We waren alle vijf 'uitverkoren', maar hadden geen idee waarvoor. We hadden alle vijf magie (blijkbaar), maar hadden geen idee hoe we daar gebruik van moesten maken. Alsof ze mijn gedachten volgden, stonden de begeleiders opeens terug bij ons. "Dat zul je snel genoeg leren, Wouter." Natuurlijk was Zephyra nog steeds mijn gedachten aan het lezen. Dat werd toch een beetje irritant hoor. Aeolus nam het woord voor iedereen: "Oké, ik denk dat de tijd is aangebroken dat we jullie uitleggen waarvoor we jullie hebben weggehaald uit jullie gezin. Vroeger waren er 5 scholen voor de mensen waarbij hun magie er per ongeluk uitkwam. Daar konden ze leren ermee om te gaan en hem te beheersen. Voor elk van de elementen was er één school. De vier anderen die jullie begeleiders zijn, waren de directeuren van deze scholen. De directeur is noodzakelijk de machtigste van dit element. Dat betekent dat jullie zullen worden opgeleid door enkel de besten. In mijn geval zit dat iets ingewikkelder: de grootvader van Wouter was de beste in de magie van het leven, maar hij is recent overleden, dus neem ik het van hem over. Hij is niet zomaar overleden, maar hij is vermoord."

Reageer (1)

  • Pingu1710

    Kwksjssksksks 🙂🙂🙂🙂😁

    4 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen