CAPITOLO SESSANTOTTO
||Cara Roseanne Cullen
Met een oorverdovende klap gooi ik de deur van ons huis dicht. Door het glas in lood kijk ik naar mijn familie die uit het zicht verdwijnt om te jagen. Mijn hele familie, om precies te zijn. De enigen in dit enorme huis zijn Demetri en ik, en laat het duidelijk zijn dat we een appeltje de grootte van Texas te schillen hebben. Het hele resterende gesprek heb ik me stil gehouden, tot het tijd werd om de Volturi uit te zwaaien en ik verplicht was om mijn begroetingen te zeggen. Maar nu is er niemand anders in het huis dan Demetri en kan ik losbranden wat ik wil.
Binnen een fractie van een seconde sta ik voor de jongen zijn neus en druk ik in haast minachtend gebaar mijn vinger tegen zijn marmeren borst. Ik kijk van mijn vinger recht in zijn ogen en de aarzeling is zo duidelijk te zien als de minuscule stofmoleculen op het tapijt. Demetri slikt hoorbaar, een totaal menselijk ding, en weet zich duidelijk geen houding aan te nemen. Voor een seconde voel ik een sprankje van medeleven, maar ik druk het weg.
'Sta me toe om even heel duidelijk te zijn, meneer Demetri Volturi,' zeg ik zachtjes, haast sissend. Bij ieder woord komt een klein beetje in de afgelopen weken opgebouwde frustratie los en bij iedere lettergreep geef ik hem een klein duwtje met mijn vinger. 'Waar sloeg dat precies op?'
'Wat sloeg waarop?' vraagt Demetri met opgetrokken wenkbrauwen. Voorzichtig omsluiten zijn vingers de mijne en hij begeleidt mijn hand naast mijn lichaam, voordat hij zelf een stapje naar achter zet, uit mijn prik bereik.
'Goh, ik weet niet, misschien de openbaring van je levenslange toewijding aan mij! Waar ik, by the way, nog niet op de hoogte was! Laten we anders nu gelijk gaan trouwen!' roep ik dramatisch uit. Ik gooi mijn handen theatraal de lucht in, om ze vervolgens in mijn donkerbruine krullen te weven. Ik draai Demetri de rug toe en laat binnensmonds een kreet vol frustratie horen. Al die weken probeer ik hem in te vogelen, om vervolgens dít uit te vinden! Alles had zoveel makkelijker kunnen gaan.
'Geen probleem,' antwoordt Demetri direct. Aan zijn stem is te horen dat hij het ook nog serieus meent. 'Als het aan mij zou liggen gaan we vanavond nog op huwelijksreis naar welk land je voorkeur heeft. En als je voor een heleboel landen gaat, des te beter.'
Ik rol met mijn ogen, maar ik kan de bom van vlinders die in mijn buik losbarst niet in bedwang houden. 'Wees serieus, Demetri,' mompel ik onder mijn adem.
'Cara, dat wist je wel,' zegt Demetri zachtjes, zijn toon vol liefde en haast bezorgdheid.
Ik hoor hoe hij een stap mijn richting in zet en het volgende moment voel ik zijn sterke, ondersteunende armen om mijn middel krullen. Ik geef me over aan zijn omhelzing en ik laat mijn rug tegen zijn torso vallen. Het is wonderbaarlijk wat voor gevoelens één persoon los kan brengen.
Ik draai me om en vouw zonder gêne mijn armen om zijn middel. Demetri maakt me zwak. 'Dat wist ik zeker niet.'
'Sta mij dan nu toe, om je geheugen op te frissen,' glimlacht Demetri oogverblindend. Zijn vingers strijken een verdwaalde lok achter mijn oren en als zijn vingers mijn huid aanraken, lijkt er een elektrische schok door mijn lichaam te gaan. 'Vlak voor je aangereden werd, gaf ik je een ring. Die ring was mijn belofte, om voor altijd bij je te zijn. Om er altijd voor je te zijn.'
Een zachte zucht rolt over mijn lippen, terwijl een overweldigend gevoel mijn lichaam binnendringt. Liefde is iets dat ik altijd voor mijn familie heb gevoeld, maar nooit voor iemand speciaals. Iemand met wie ik samen oud wil worden, ongeacht wat mijn familie ervan zou vinden. Tot Demetri.
In gedachten verzonken speel ik met de touwtjes van Demetri's sweater. Ik weet dat hij gelijk heeft, dat is immers een van de nachten die ik me het beste kan herinneren uit mijn hele leven, maar Demetri lijkt altijd gelijk te hebben. Ik weet niet of het aan zijn eeuwen aan ervaringen ligt, of omdat Demetri me gewoon zo goed lijkt te kennen. Eerlijk echter, begint het irritant te worden om mijn fouten telkens toe te geven.
'En wat ik vanavond eigenlijk wilde doen, voordat Aro zich in ons moment moest mengen,' zegt Demetri met een zachte grinnik. Ik ben blij dat ik geen mens ben, want anders zou ik haast tot het paarse aan blozen, en nieuwsgierig kijk ik op naar Demetri. 'was je vragen of dat je mijn vriendin wilt zijn? Want God mag het weten, ik ben gek op je, Cara.'
Reageer (2)
Hahahahhahahaha.
6 jaar geledenEcht eh, miss ongeduld wild de romance maar ja vergat Aro de vergaller die het moment verpeste...
Daarom kreeg je het zo te horen muts...
Snel.verder.
Nawh lief (:
6 jaar geleden