Helemaal gelukkig klim ik op de achterbank van het mintgroene Volkswagen busje als mijn moeder de deuren van slot heeft gehaald. Amy zit voorin, naast mijn moeder.

Mijn moeder haalt de landkaart tevoorschijn.
Nu zal ze blij zijn dat Amy voorin zit. Zij is altijd al beter geweest in kaartlezen.
'Volgens mij is het deze keer jouw beurt om een nieuwe bestemming te kiezen voor onze reis. Nietwaar Julia?' Ze geeft de kaart aan mij en knipoogt nog snel. Ik mag de eindbestemming kiezen. Tenminste.. Dat hoop ik.
Ik pak een pen, doe mijn ogen dicht, draai met de pen een paar rondjes boven de kaart en zodra de pen het papier weer raakt, open ik mijn ogen.
'Beste mensen, onze volgende bestemming is.. ehh.. '
Wie bedenkt in hemelsnaam die plaatsnamen hier?! Teveel klappen op z'n hoofd gehad denk ik.
'Onze volgende bestemming is Silver City.' Ik geef de kaart aan Amy nadat ik een cirkel om het dorpje heb getekend. Ze schatert het uit om de plaatsnaam.
'Silver City? Bestaat dat echt? Hadden ze soms te weinig inspiratie om een fatsoenlijke plaatsnaam te verzinnen?' Ik rol met mijn ogen en ga weer zitten op de achterbank.
Ik hoor de motor van het busje tot leven komen en voordat ik het goed en wel door heb, zijn we onderweg.
Silver City.. Wat zal dat voor plaatsje zijn? Kunnen we daar eindelijk langer blijven? Een huis kunnen vinden? Een thuis kunnen opbouwen?
De zon staat inmiddels al hoog in de lucht en het begint dan ook erg warm te worden in de bus. We zijn ondertussen ook al weer een aantal uren onderweg en ik snak ontzettend naar frisse lucht. Ik voel me ontzettend opgesloten in deze kleine ruimte.
'Kunnen we zometeen misschien een stop maken? Ik moet echt even naar de wc en ik gok dat niemand er problemen mee zal hebben als we even de benen kunnen strekken. Toch?'
Momenteel hoop ik echt heel erg dat mijn moeder met mijn idee instemt, maar in de autospiegel zie ik hoe ze aan het twijfelen is. Inmiddels komt de afslag steeds dichterbij en ik ben bang dat ze toch door gaat rijden, maar op het laatste moment neemt ze toch nog de afslag. De auto achter ons toetert hard als mijn moeder bijna tegen de neus van de auto aanrijdt. Ze lijkt er echter geen aandacht aan te besteden en rijdt gewoon door.
Ze stopt voor het kleine wegrestaurant.
'Meteen maar even een goede lunch dan?'
'JAAAA!' Amy, die al die tijd geslapen heeft, springt meteen de bus uit en staat buiten te springen op haar plaats. Ik schiet in de lach, wanneer ze in haar dolle bui bijna over haar eigen voeten struikelt.
Hoe kan dat kind toch altijd honger hebben?
Na een goede lunch, een klein rondje wandelen en weer vele uren rijden, bereiken we dan eindelijk het dorpje. Gelukkig is er nog voldoende plek in een plaatselijk hostel en zodra ik mezelf eindelijk uitgeput in bed kan laten vallen, val ik in een diepe, droomloze slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen