CHAPTIRE TRENTE ET UN
Valentina Emily DuPont
'En? Hoe ging het?' vraagt Seth direct als zijn ogen op mij vallen. Hij springt op van de bank waarop hij een seconde geleden nog zat en slaat zijn armen over elkaar. Zijn gezichtsuitdrukking is zelfingenomen en hij heeft een grijns die mijn hart een slag over laat slaan. Zijn houding spreekt alles, alsof hij al helemaal overtuigd is van zijn gelijk. Niet dat hij ongelijk heeft.
'Dokter Carlisle heeft gezegd dat vanavond onze opties gaan bespreken,' zeg ik en ik doe mijn best om de toon in mijn stem verdrietig te maken. Ik frons mijn wenkbrauwen en dwing mijn gezichtsuitdrukking in een grimas. Wat ben ik toch gemeen om Seth dit aan te doen. 'Hij twijfelt om een afspraak voor me te maken met dokter Grace. Ze is blijkbaar één van de beste psychologen hier in de buurt en ontzettend kundig. Hij moet nog even met Esme overleggen, maar waarschijnlijk wordt dat het plan.'
Seth's houding verandert in een fractie van een seconde. Zijn mondhoeken hangen in een grimas dieper dan de mijne en zijn wenkbrauwen fronsen op een manier die ik alleen als pijnlijk kan omschrijven. Hij doet me denken aan een geschopte puppy en ik kan mezelf niet inhouden. Ik zet een stap naar voren en reik met mijn vingers naar zijn gezicht. Zachtjes wrijf ik met mijn wijs- en middelvinger de frons tussen zijn wenkbrauwen weg, wat ervoor zorgt dat hij treurig op me neer kijkt. Ik glimlach verontschuldigend.
Seth laat een diepe zucht horen en rolt vervolgens met zijn ogen. 'Ik wist het wel!' roept hij keihard uit. Zijn armen knopen zich in een opwelling om mijn middel en trekken me in een haast verstikkende knuffel tegen zijn lichaam. Zijn hitte valt als een lekker dekentje over mijn lichaam en gewillig sla ik mijn armen om Seth's nek. Ik probeer mijn gegiechel te smoren tegen de holte van zijn nek.
'Sorry, Seth, ik kon het niet laten,' lach ik. Ik zet een stapje achteruit en laat me zachtjes op de comfortabele bank van de Cullens vallen. Een tevreden grijns siert mijn lippen als Seth met een pruillipje naast me komt zitten. Ik geef hem een por in zijn zij. 'Op z'n minst had je gelijk. Dokter Carlisle noemde me allesbehalve achterlijk.'
'Ik zei het toch,' antwoordt Seth in mijn gezicht. De jongen rolt met zijn ogen en slaat zijn armen over elkaar alsof hij een vierjarige kleuter is die zijn zin niet krijgt.
Ik rol met mijn ogen. 'Ja, je had gelijk. Nu tevreden?'
'Ontzettend,' antwoordt Seth met een speelse grijns, die mijn hart opnieuw een slag over doet laten slaan.
Mijn gedachten dwalen haast automatisch af naar de knuffel die Seth me een paar seconden geleden gegeven heeft. Nu pas realiseer ik me dat de afstand tussen ons minimaal tot niet bestaand was en dat ik er geen enkel probleem mee heb gehad. Geen ongemakkelijk gevoel heeft mijn lichaam gevuld en het enige woord waarmee ik knuffel kan omschrijven is thuiskomst. Alsof alles zo hoort. Ik glimlach om mijn gekke gedachten.
'Emmy?' vraagt Seth.
Ik kantel mijn hoofd om Seth aan te kijken. 'Ja?'
'Ik beloof dat ik altijd je vriend blijf, ondanks dat het me inmiddels wel duidelijk is dat je niet helemaal honderd bent.'
Ik barst in lachen uit en schud mijn hoofd. 'Goed om te weten, Seth.'
Er zijn nog geen reacties.