Valentina Emily DuPont

Aarzelend kijk ik naar Seth. Het voorstel is misschien zo gek nog niet, om met dokter Carlisle te praten over waarom ik 'speciaal' ben in zijn woorden, oftewel: waarom ik dingen zie die niemand anders kan zien. Oftewel: welk draadje er precies los zit en wat we er aan kunnen doen. Carlisle is immers niet voor niets dokter, maar hij is geen psychiater en ik wil niet dat hij en zijn familie denkt dat ik gestoord ben. Met Edward en Bella kan ik het namelijk best wel goed vinden en Alice lijkt het leuk te vinden dat ze me iedere ochtend een nieuw setje kleding kan voorleggen. Esme heeft sowieso een moederlijke aura rond zich en zelfs Emmett lijkt zich aan mij aan te passen om me op mijn gemak te laten voelen. Rosalie en Jasper daarentegen houden een beetje hun afstand, maar dat vind ik oké. Ik zou er ook niet blij zijn als een cliënt van mijn moeder of vader ineens bij ons thuis zou komen wonen om een zaak te bespreken. Al is een rechtszaak natuurlijk wel een ander geval dan iemands gezondheid.
      'En wat als dokter Carlisle denkt dat ik op mijn hoofd gevallen ben en me naar huis stuurt?' vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. Mijn stem klinkt zacht en niet half zo overtuigend als ik van plan was. Ik schaam me waarschijnlijk nog steeds voor het feit dat Seth me zo heeft moeten vinden. Waarschijnlijk? Vergeet het, dat weet ik wel zeker.
      'Wat is er zo slecht met huis?' vraagt Seth met opgetrokken wenkbrauwen. Hij pakt een tak van het gras en gooit die een paar meter weg, zodat Lupus een beetje zijn energie kwijt kan.
      Buiten het feit dat mijn vader iedere keer als mijn moeder niet thuis is vreemdgaat, mijn moeder zwaar depressief lijkt te zijn en mijn zus pas sinds een paar dagen aan het afkicken is van haar overmatig alcohol en drugs gebruik? Niets hoor. 'Mijn moeder heeft dit niet voor niets bedacht,' verzin ik snel. Ik wrijf een lok met haren achter mijn oor en frons mijn wenkbrauwen. Ik probeer een luchtige zin te vormen. 'Ik wil dat niet verpesten omdat ik gestoord ben.'
      'Emmy!' roept Seth geschrokken uit, die duidelijk de lichte toon in mijn stem niet doorheeft. Hij laat de tak, die Lupus terug gebracht heeft, op de grond vallen en direct grijpt Lupus het tussen zijn kaken en stuift hij ermee weg. Seth's ogen hebben de grote van schoteltjes genomen en hij legt zijn handen dwingend op mijn wangen. Zijn warmte stroomt mijn huid binnen en ik begin van binnen te gloeien. Seth's gezicht is zo dichtbij, maar een paar centimeters verwijderd van de mijne, en nu pas valt de kleur van zijn ogen me op.
      'Zoiets moet je niet zeggen,' zegt Seth dwingend. 'Je bent duidelijk niet gestoord.'
      Uitdagend reis ik mijn wenkbrauw, geen idee waar mijn lef vandaan komt. 'En wat als dat nu wel het geval is?' vraag ik, mijn armen over elkaar slaand.
      Seth rolt met zijn ogen en zijn handen glijden van mijn wangen over mijn nek en schouders naar mijn armen. Met een grijns rammelt Seth me zachtjes door elkaar, alsof hij me wakker probeert te schudden. 'Dat is niet het geval, Emmy,' zegt Seth, ieder woord nadrukkelijk uitsprekend. 'En anders zou het 'geestelijk gehandicapt' zijn en niet gestoord, oké?'
      'Oké dan,' antwoord ik uiteindelijk. 'Ik ga wel met dokter Carlisle praten.'
      Seth glimlacht oogverblindend en ik voel mijn knieën voor een seconde week worden. Dan begin ik automatisch te glimlachen, omdat die van Seth zo aanstekelijk is. Seth trekt zijn handen terug, tot mijn grote ongenoegen, want ik mis direct de beschermende warmte. In plaats daarvan pakt Seth mijn hand beet en het kan zijn dat ik het me verbeeld, maar volgens mij bloost hij rood onder zijn roestbruine huid. En anders weet ik wel zeker dat ik bloos.
      'Kom, we gaan terug naar het huis van de Cullens,' zegt Seth. Hij fluit naar Lupus en met z'n drieën lopen we terug.

Reageer (1)

  • LarryNiam

    Seth is zo lief:)
    Leuk stukje<3

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen