CAPITOLO QUARANTASEI
||Cara Roseanne Cullen
‘Ongelofelijk dat mijn familie dit toestaat,’ zucht ik onder mijn adem als Demetri naast me achter het stuur kruipt. We zitten in de auto van Carlisle, een zwarte, glimmende BMW M5 en met een glimlach kijk ik toe hoe Demetri de auto start.
Ik zwaai naar mijn familie en de Denali-familie als Demetri de auto het erf afrijdt, op weg naar een of ander restaurant waar mijn ouders een plekje gereserveerd hebben voor twee. Nog steeds kan ik het niet geloven dat ze dit al die tijd voor me verzwegen hebben. Nog minder kan ik geloven dat Demetri me al die tijd aan de telefoon heeft wijs gemaakt dat hij het ontzettend druk heeft in Volterra en dat hij echt niet langs kan komen.
‘Het verbaasde me ook toen Alice het voorstelde,’ grijnst Demetri. Hij gunt me kort een glimlach en een bom van vlinders explodeert in mijn buik. God, wat ben ik erg.
‘Ik wist niet dat je auto kon rijden,’ merk ik op. Eigenlijk zou het me niet eens moeten verbazen, vampiers kunnen alles en alles wat ze niet kunnen, kunnen ze ontzettend snel leren. Het zou Demetri’s eerste keer rijden kunnen zijn en ik zou het niet eens doorhebben.
‘Beledigend,’ zegt Demetri zogenaamd gekwetst. ‘Omdat ik niet iedere dag rijd, betekent niet dat ik het niet kan.’
Ik rol met mijn ogen en vanuit mijn ooghoek zie ik hoe Demetri’s hand van het stuur glijdt en even later voel ik zijn ijskoude hand die van mij van mijn knie pakken. Hij verstrengelt onze vingers en drukt vervolgens veel te romantisch een kus op de rug van mijn hand. Een rilling kruipt over mijn rug, niet van de koudheid van zijn hand, want die verkoelt mijn lichaam op een prettige manier, maar van zijn manier van handelen. De manier waarop hij doet, zal je bijna zeggen dat hij ook gevoelens voor mij heeft, maar ik wil niet te hard van stapel lopen en mijn gevoelens later laten breken.
Demetri’s lippen wijken van elkaar om iets te zeggen, maar ik ben hem voor.
‘Het is je vergeven,’ zeg ik voordat hij iets kan mompelen. ‘Net zoals de duizend keren hiervoor toen je je excuses aanbood. Het zou fijn zijn als je het nu zou accepteren.’
Demetri grinnikt en het is duidelijk dat hij iets wil zeggen, maar mijn blik legt hem het zwijgen op. Hij drukt nog een kusje op mijn hand, waardoor de vlinders in mijn maag salto’s beginnen te doen en legt onze handen vervolgens op de armsteun. Het sturen gaat hem te gemakkelijk af. ‘Oké dan, ik zal het proberen.’
‘Dan is het goed,’ antwoord ik met een tevreden glimlach. Ik kijk toe hoe de bomen aan ons voorbij flitsen en plaatsmaken voor een verlichte stad. Port Angeles. Het is inmiddels al zo ver aan het schemeren dat de lantaarnpalen ook ineens aanspringen en een gevoel van voldoening vult mijn lichaam. Zo moet het leven zijn.
Demetri rijdt de auto voor een restaurant, eentje die ik maar al te goed herken. Normaal gaan we hier altijd met z’n allen eten op mijn verjaardag, maar blijkbaar vinden mijn ouders het nu tijd dat ik met Demetri ga.
Verbaast kijk ik op als mijn portier opengemaakt wordt en Demetri zijn hand aanbiedt. Ik kijk overrompeld naar mijn lege hand, die nog steeds op de armsteun ligt. Ik heb het niet eens gemerkt dat hij weg is gegaan.
Ik pak Demetri’s hand aan en ik voel elektrische schokjes overal door mijn lichaam gaan. Het effect dat hij op me heeft, dat nu zo duidelijk is na die weken van alleen zijn, zou illegaal moeten zijn. Ik kan het niet helpen om mezelf af te vragen of ik hetzelfde effect op hem heb, waarschijnlijk niet. Het leven is soms zo oneerlijk.
‘Het eten is hier geweldig,’ zeg ik enthousiast als ik uit de auto stap. Ik laat Demetri’s hand niet los als we naar het restaurant lopen en hij lijkt het gelukkig niet erg te vinden.
‘Dat zal vast,’ grinnikt Demetri, alsof ik iets over het hoofd heb gezien. Hij laat kort mijn hand los om als een echte gentleman mijn jas aan te nemen en af te geven. Ik barst in giechelen uit, ik kan mezelf niet helpen en Demetri kijkt glimlachend en hoofdschuddend toe, tot ik me ineens realiseer wat ik over het hoofd heb gezien.
Ik kijk over mijn schouder en kijk Demetri geschokt aan. ‘Wat doe je eigenlijk in een restaurant? Je kan niets eten.’
Nu is het de beurt aan Demetri om in lachen uit te barsten en geruststellend legt hij zijn hand op mijn rug. ‘Maak je maar geen zorgen, je ouders hebben me het één en ander geleerd.’
Reageer (3)
Hahahaha.
6 jaar geledenNou lekker smakelijk eten dan als meneer alles achteraf er weer uit moet gooien...
Mwhahhahahahaha. Ja geweldig hoofdstuk...
En ja in de nieuwe stylen, hij valt te lezen al is het wennen. ...
Nu snel verder.
Kudo
Ben benieuwd
6 jaar geledenSoepel, soepel.
6 jaar geleden