Foto bij 036

April Norah Baker

Met een frons op mijn gezicht laat ik mijn ogen over de regel glijden die Collin heeft getypt. Chloroform werd vroeger over het algemeen veilig gebruikt als narcosemiddel…
      ‘Collin,’ zeg ik direct, terwijl ik de jongen sceptisch aan kijk.
      Collin kijkt onschuldig op van zijn scherm, zich duidelijk van zijn kwaad bewust. God, als die jongen eens zo weten hoe gevaarlijk chloroform eigenlijk is.
      ‘Waar heb je gelezen dat chloroform vroeger veilig werd gebruikt om mensen onder narcose te krijgen?’ vraag ik. Ik trek één wenkbrauw op en veeg even een lok uit mijn gezicht.
      Collin legt zijn hand in zijn nek, alsof hij het antwoord niet zou weten en kijkt me vervolgens beschaamd aan. ‘Ik denk niet dat het goed is, hé?’
      Een kleine grijns kruipt op mijn lippen en ik schud met mijn hoofd. ‘Heel veel mensen zijn vroeger dood gegaan aan chloroform en ether, voordat er drukregelaars uitgevonden werden.’
      ‘Aha,’ antwoordt Collin. Hij verwijdert de zin van het scherm en vervangt het door een uitgebreide versie van wat ik gezegd heb. Vervolgens kijkt hij me verwonderd, haast dromend aan. ‘Hoe komt het dat je dit allemaal weet.’
      ‘Geneeskunde interesseert me,’ antwoord ik schouderophalend. Nog steeds niet helemaal op mijn gemak onder Collins starende blik, richt ik me weer op mijn eigen scherm, waar ik een uitgebreide uitleg aan het typen ben van wat we volgende les tijdens het experiment gaan doen. ‘Als je iets niet, of niet helemaal zeker weet, vraag het maar aan mij.’
      Nadat ik dat heb gezegd, ringt de luide bel, die aangeeft dat de laatste les van vandaag voorbij is. Snel sla ik het document op en klap ik mijn laptop dicht. Daar ga ik wel mee verder in het weekend.
      Ik richt mijn blik op Collin, die gelukkig nog niet zoals de rest van de leerlingen met de Noorderzon vertrokken is, terwijl ik van mijn stoel opsta. ‘Als je dat stukje voor de volgende les af zou kunnen hebben, dan zou dat geweldig zijn,’ glimlach ik oprecht.
      ‘Tuurlijk, ik zal vanmiddag gelijk tijd maken,’ zegt Collin enthousiast.
      Ik glimlach om zijn kinderlijke enthousiasme en knikkend en al sla ik mijn tas over mijn schouder. Ik maak aanstalten om weg te lopen en het eerste wat me opvalt is hoe Collin naast me begint te lopen. Ik kijk vanuit mijn ooghoeken naar de jongen, maar besluit er geen opmerking over te maken. Ik kan wel een paar vrienden buiten Nathan en Maddie gebruiken.
      ‘Dus, ik neem aan dat je al heel je leven in La Push leeft?’ probeer ik een gesprek te beginnen. Geïnteresseerd kijk ik op naar Collin. De jongen is minstens een kop groter dan ik, al is dat niet heel moeilijk met mijn lengte.
      ‘Wat gaf je de hint?’ vraagt Collin plagend. ‘Mijn bruine haren, ogen of huidskleur?’
      Ik gniffel onder mijn adem en rol met mijn ogen. ‘Alles, denk ik,’ antwoord ik.
      We lopen door de gangen naar de uitgang en hoewel ik ondertussen de gangen scan voor Mai, kan ik haar niet vinden. Misschien is ze al bij de auto, waarschijnlijk wel. Ze is altijd sneller wat betreft naar huis gaan.
      ‘Maar hoe bevalt La Push je tot nu toe?’ vraagt Collin. Hij klinkt oprecht geïnteresseerd en de uitstraling om hem heen lijkt inderdaad oprecht. Dat is nieuw, iemand die geïnteresseerd is in mij, in plaats van Mai. Waarschijnlijk heeft hij Mai nog niet ontmoet, bedenk ik me met een grijns.
      ‘Wat is daar zo grappig aan?’ vraagt Collin direct verdedigend, terwijl we door de deuren naar buiten lopen. ‘Ik vroeg toch niets raars?’
      De stem van de jongen slaat over en voor een seconde kijken we elkaar met opengesperde ogen aan. Vervolgens barst ik in lachen uit, terwijl Collin zich probeert te verbergen in zijn hoodie. Ik merk de priemende blikken van het groepje van Embry amper op en voor het eerst sinds een paar dagen lach ik niet om Nathan, maar om iemand anders.
      ‘Sorry, ik wil je niet beledigen,’ probeer ik me te verontschuldigen, maar met één blik op Collins rood aangelopen gezicht barst ik alweer in lachen uit. Het is alsof er ineens een melige bui mijn humeur in is gekropen en er hier en nu uit moet.
      ‘Daar is het nu te laat voor,’ zegt Collin met quasi geïrriteerde rollende ogen. Dramatisch grijpt hij naar zijn hart. ‘Mijn ego is gepijnigd. Het minste wat je kan doen is me je nummer geven.’
      Even verbaast kijk ik naar de jongen. Het is niet zo zeer dat het me verbaast dat hij mijn nummer vraagt, al verwondert het me toch wel een beetje, maar het is meer de manier waarop. Behoorlijk gladjes voor een jongen wiens stem een paar minuten eerder nog oversloeg.
      Nu voel ik de brandende blikken duidelijk op mijn rug en aarzelend kijk ik over mijn schouder. De groep van Embry, die bestaat uit Jake, Paul, Jared en nog een paar van wie ik de naam niet weet, kijken allemaal nauwlettend toe, alsof ze alles gehoord hebben. Maar dat is onmogelijk, we staan op een paar honderd meter afstand van hun. Ongemakkelijk keer ik me tot Collin, die inmiddels weer helemaal rood aangelopen is.
      ‘… als je dat wil natuurlijk. Het is misschien handig voor scheikunde, dacht-’
      ‘Okay, heb je een stukje papier en een pen?’ vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen, overspoelt door een onbekend gevoel vol lef.
      Collin stopt verbaast met ratelen, zijn ogen verdacht samengeknepen. ‘Okay?’ vraagt hij, zijn stem haast druipend met ongelovigheid.
      Ik lach en rol met mijn ogen. ‘Ja, als je binnen nu en een paar seconden een pen en papier heb, dan wel.’
      Hoewel ik Collins verontwaardiging niet snap, is het nog steeds hilarisch. Eerlijk is eerlijk, voor een jongen van mijn leeftijd ziet hij er niet verkeerd uit, dus hij zal vast wel meer meiden hebben uitgevraagd. Het zal me ook niets verbazen als hij degene is die uitgevraagd wordt. Dus vanwaar die verontwaardiging? Joost mag het weten.
      ‘Hier,’ zegt Collin opgelucht, terwijl hij me een stuk verfrommeld papier en een potlood aangeeft.
      Ik neem het aan en als zijn vinger de mijne raakt, krijg ik bijna de neiging om mijn hand snel terug te trekken. De jongen heeft ook al zo’n hete lichaamstemperatuur. Ik schud lichtjes met mijn hoofd en schrijf snel mijn nummer op het papier om het vervolgens terug te geven aan Collin. Ik zorg er bewust voor dat mijn hand niet de zijne raakt, zodat ik de hitte af kan schuiven op mijn verbeelding die op hol geslagen is. Dat zal het wel zijn.
      Nadat ik afscheid heb genomen van Collin draai ik me om en het eerste wat ik nog net zie is hoe het groepje van Embry in de bossen verdwijnt.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen