Verdriet
Toen Sophie een andere agent in het vizier kreeg, probeerde ze verwoed onder de dikke vent uit te kruipen, maar hij was veel te zwaar. Ze zou hem nooit met eigen kracht van zich af kunnen krijgen.
‘Ik heb haar gevonden,’ hoorde ze de agent zeggen. ‘Nee die gaat voorlopig nergens heen.’
De agent stopte zijn telefoon weer in zijn jaszak en bukte vervolgens om het zwaargewicht van haar af te trekken. Vervolgens trok hij haar ruw overeind.
‘Je wordt gearresteerd op verdenking van samenwerking met de vijand.’ Hij klikte een paar handboeien om haar polsen en deed ze net iets te strak. ‘Alles wat je zegt kan en zal tegen je gebruikt worden.’
Sophie besloot niks te zeggen. Ze voelde zich verbazingwekkend leeg en liet zich gedwee door de politie agent meenemen. Als ze nu stennis zou schoppen zou ze dat straks weer op haar bordje krijgen en daar zat ze niet echt op te wachten.
‘Je hebt recht op een advocaat,’ zei de agent nog. ‘Als je die niet kunt betalen krijg je er een toegewezen.’
Ze keek hem enkel aan en klom het busje in, waarna de agent de deur dichtsmeet. Daarna reed hij vol gas weg en slingerde Sophie door het busje heen.
Sophie gromde toen ze haar hoofd stootte tegen de zijkant van het busje. Ze voelde iets langs haar gezicht lopen, maar gunde het geen aandacht. Ze keek naar buiten en zag de verwoeste gebouwen van New York voorbij komen. Ze vroeg zich af of haar ouders en haar zusje nog leefden. Haar vader en haar moeder waren vanmorgen nog aan het werk en haar zusje was naar school.
Het leek wel een eeuwigheid te duren voordat het busje tot stilstand kwam. De agent rukte de deur open en trok haar ruw het busje uit.
Ze liepen samen het politie bureau in en Sophie werd naar de cellen gebracht. De eerste de beste werd ze in geduwd. De deur viel in het slot en ze keek even om zich heen. Blijkbaar was ze de enige die zich had misdragen vandaag.
Het duurde zeker een uur voordat er iemand bij haar kwam kijken.
‘Mevrouw Johnson?’ zei de agent. ‘We nemen u mee voor verhoor.’
Ze stond op van haar plaats en staarde even naar haar met bloed besmeurde kleding. Zo dacht die verhoorder vast dat ze een massamoord had gepleegd.
Sophie liet zich meenemen door de agenten en toen ze langs een raam liep en haar spiegelbeeld zag, wendde ze haar gezicht af. Ze leek wel een beest.
‘Hierheen,’ zei de agent, waarna hij een deur open trok. ‘Ga je je gedragen?’
Ze knikte enkel, waarna hij haar boeien afdeed en ze plaats nam aan het kleine tafeltje. Ze vroeg zich af of het wel nut had om met die agent te gaan praten. Ze wist zelf niets eens waarom die dingen naar haar hadden geluisterd, dus daar had ze echt geen verklaring voor. Verder had ze niks verkeerd gedaan. Ze had een moeder met haar kinderen gered van die monsters en dit was haar beloning.
Misschien moest ze maar helemaal niks vertellen.
Ze keek op toen de deur open ging en ze een bekend gezicht zag.
‘Sophie?’ Het was een bekende van hun gezin, die zeker een paar keer in de week over de vloer kwam bij hen. Hij sloeg de deur achter zich dicht en liep naar haar toe. ‘Wat is er gebeurd?’
Ze stond op en keek hem enkel aan. ‘Ik kan het zelf niet eens verklaren,’ fluisterde ze, terwijl ze een traan langs haar wang voelde lopen. ‘Die monsters luisterden naar mij.’
Hij zuchtte, terwijl hij de traan van haar wang veegde. ‘Je hebt jezelf flink in de nesten gewerkt, Sophie,’ zei hij. ‘Ik denk niet dat er nog iets aan gedaan kan worden. Er is teveel bewijs.’
Tranen prikten in haar ogen en ze voelde haar keel dik worden. Ze kon niks sowieso niks doen, maar zijn woorden leken het definitief te maken. Er was alleen maar bewijs dat ze zogenaamd had samen had gewerkt met dat uitschot.
‘Weet je iets over mijn ouders en Lotte?’ vroeg ze hoopvol. ‘Ik heb na vanmorgen geen contact meer met ze gehad..’
Bas keek haar enkel aan. Verdriet blonk in zijn ogen en hij schudde zijn hoofd.
Daarmee wist ze genoeg. Ze werd overspoeld met emoties. Ze schreeuwde en smeet de stoel door de kamer heen en duwde de tafel omver.
De deur van de verhoorkamer werd meteen met een ruk open getrokken en twee agenten liepen naar binnen, maar Bas stak zijn hand op waarna ze gauw weer weg gingen.
Hij pakte Sophie vast, voordat ze zichzelf pijn kon doen en drukte haar stevig tegen zich aan. Haar schouders schokten en snikken ontsnapten tussen haar lippen door.
‘Het spijt me, meisje.’
Reageer (3)
Genoeg bewijs?
6 jaar geledenJa dag!! Alleen ooggetuigen dat ze praten.
Dat is niet veel bewijs
Nee der familie mag niet!!
Snel verder
Ze hebben inderdaad amper bewijs... Alleen dat ze mensen geholpen heeft.... Ik vraag me af of iemand hun ook opdraagt wat ze moeten gaan doen... ;O
6 jaar geledenDie man liegt. Het enige bewijs dat ze misschien hebben is dat de monsters deden wat zij vroeg. Tenzij iemand probeert haar erin te luizen.
6 jaar geleden