022
April Norah Baker[/i]
Neuriënd op de maat van de zachte muziek, vul ik een glas met water en giet ik een geconcentreerd middel in de pot van de monnikskap. Vervolgens pak ik een leeg potje van het rek en schud ik voorzichtig het de zaadjes uit de stamper van de bloem. Dit is het giftigste deel van de bloem en ideaal om in kogels of pijlpunten te verwerpen.
Als het potje tot op de bodem vol zit, pak ik een stuk tape en schrijf ik de naam van de familie erop en wat het is. Vervolgens plak ik het tapeje op het potje en zet ik het weer terug in het rek. Vanavond zal ik het aan mijn vader geven, die het op zijn beurt weer aan de ontvanger levert.
Ik pak een schaartje en knip een paar losse stengels van de verschillende monnikskap planten die ik heb en hang ze vervolgens onderste boven aan mijn droogrek, zodat ik er met geluk volgende week parfum van kan maken. Ik hoop dat het May dan beschermt.
Ik schrik op als ik ineens twee handen nogal hard op mijn schouders terecht voel komen en uit automatisme haal ik uit met de plant die ik in mijn handen heb. De paarse bloemetjes slaan Nathan keihard in zijn gezicht en ondanks dat het niet heel veel pijn kan doen, hapt Nathan toch naar adem alsof hij aan het stikken is.
Maddies aanstekelijke schaterlach galmt door de kas met mijn meest giftige planten en ik vraag me af wie het in zijn hoofd heeft gehaald om Nathan en Maddie hierheen te sturen. Zelfs mijn ouders komen hier amper.
‘Waarom deed je dat!?’ roept Nathan beledigt uit. Het is duidelijk dat hij boos is, iets wat ik niet van hem gewend ben. Hij staat voorover gebogen, zijn armen om zijn buik geslagen. Ik merk hoe hij langzaam rood begint te worden, ondanks dat er nu niets meer gebeurd.
Maddie stopt met lachen en buigt zich bezorgt naar haar beste vriend. Ik merk dat zijn ogen vol onbewuste haat op de plant in mijn hand is gericht en dan begint het langzaam tot me door te dringen.
‘Maddie, haal hem uit de kas!’ beveel ik haar snel. Ik maak een wapperende beweging met mijn hand en zodra ze Nathan uit de kast begint te duwen wat nogal moeilijk gaat, omdat Nathan nogal zwaar en een aardige weerstand biedt, draai ik me om en leg ik de plant snel op het droogrek. Vervolgens pak ik een potje met een gele vloeistof, de aftreksels van een speciale, medicinale plant uit India en giet ik substantie in een glas. Vervolgens pak ik het potje met de monnikskap kruiden en giet ik de hele inhoud in het glas. De Argents moeten nog maar twee weken geduld hebben.
Ik steek een lepel in het glas en roerend en al ren ik de kas uit. Ik schop de deur achter me dicht en zoek snel naar het duo.
Ze zijn niet moeilijk te vinden. Nathan is aan het kuchen als een vis op het droge en het klinkt zo luid dat zelfs ik, zonder mijn gehoorapparaatjes, het kan horen. Een onheilspellend gevoel dringt mijn lichaam binnen. Er is maar één verklaring als iemand ineens zo op een die specifieke planten reageert en alles in mijn lichaam schreeuwt dat dit niet mogelijk is. Ik probeer het gevoel zo goed als kwaad mogelijk te onderdrukken en val op mijn knieën naast Nathan.
‘April! Wat moeten we doen, moet ik een dokter bellen?’ ratelt Maddie in paniek. Ze grijpt met haar handen naar haar haar en ze ziet er zo gestrest uit, dat ik niet eens wist dat dat mogelijk was voor een mens.
‘Nee,’ zeg ik luid en duidelijk. Mijn blik is op Nathan gericht, die inmiddels bijna blauw is. Ik moet me haasten. ‘Geen ziekenhuizen. Nathan is zo weer de oude.’
Althans, dat is wat ik hoop.
Ik krul mijn arm om Nathans hoofd en trek hem omhoog, zodat hij niet stikt als ik de vloeistof naar binnen giet. Ik zet de beker aan zijn lippen en nadat ik een paar milliliter naar binnen heb gegoten, begint Nathan uit zichzelf te drinken, ondanks dat hij nog bewusteloos lijkt. Als het glas leeg is, blijft Nathan roerloos in mijn armen liggen. Maddie is met tranen in haar ogen naast ons gaan zitten en ze heeft haar handen in elkaar gevouwen alsof ze aan het bidden is. Ik wil zeggen dat dat in dit geval geen zin heeft, maar ik bijt wijselijk op mijn tong.
‘April!’ piept Maddie, haar stem hoog van emoties. ‘Hij ademt niet meer!’
Mijn blik schiet naar Nathan. Zijn gezicht is minder blauw, maar het lijkt er inderdaad niet op dat hij zelfstandig aan het ademen is. Ik weet dat ik zijn lichaam even de tijd moet geven om de vloeistof op te nemen in zijn systeem, maar ik begin hem nu ook te knijpen. Het moet werken. Het heeft eerder gewerkt en als Nathan hetzelfde is, moet het ook werken.
Aarzelend kijk ik naar het huis, zal ik mijn vader erbij halen en Nathans leven riskeren?
Gelukkig hoef ik dat dilemma niet te behandelen, want net als ik de hoop op wil geven, hapt Nathan zelfstandig naar adem en opent hij geschrokken zijn ogen. De mijne ontmoeten die van hem, maar al snel is mijn blik op Maddies haren gericht, die Nathan huilend omhelst.
‘Wat gebeurde er?’ vraagt Nathan overrompeld. Hij wordt door Maddie omhoog geholpen, ondanks dat het duidelijk is dat hij het zelf wel kan, en wrijft vermoeid met zijn handen in zijn gezicht. Ja, ik kan me voorstellen dat een bijna dood ervaring behoorlijk vermoeiend is.
‘Je had een allergische reactie op één van de planten,’ lieg ik. Alhoewel, het is niet een complete leugen. Het was een reactie, alleen geen allergische.
Een opgeluchte zucht rolt over mijn lippen en laat mijn hoofd in het koele gras vallen. Geen ongevallen vandaag.
Er zijn nog geen reacties.